Misschien zijn we uiteindelijk allemaal een mysterie. Voor elkaar en voor onszelf. Misschien wel. Maar hoe ongelooflijk mooi en ontroerend kan het zijn om iets van dat mysterie in fragmenten in beeld te brengen. Zoveel dingen weten we niet, maar door te blijven kijken krijgen we tegelijk zoveel nieuwe dingen te zien in wat vertrouwd leek. Elizabeth Strout doet het op schitterende wijze in Oh William!, haar derde boek over de geweldige Lucy Barton (na My Name is Lucy Barton en Anything Is Possible). Twee mensen die vroeger samen waren, hebben na al die jaren nog steeds een web van herinneringen, kennen elkaar heel goed, en ook weer niet. En je kunt daar met een nuchter en tegelijk teder mededogen naar kijken.
Lucy Barton, die haar afkomst in een erg arm gezin uit een verlaten landelijk gebied achter zich heeft gelaten, is ondertussen een succesvolle schrijfster die al lang in New York woont. Ze is nu voor in de zestig. Ze is nog in rouw, nadat haar tweede man onlangs is overleden. Ze voelt zich ontheemd in haar appartementje. Jaren geleden is ze weggegaan van haar eerste man William, ook de vader van haar twee volwassen dochters. Lucy en William (die vooraan de zeventig is) hebben al die jaren een goede band gehouden, al was die niet altijd evenwichtig. William is sinds kort ook weer alleen, nadat zijn derde vrouw, met wie hij ook een kind heeft, vertrokken is. Lucy heeft een warme band met haar dochters. William doet het iets minder goed. Maar uiteindelijk zoeken ze elkaar telkens weer op. Als hij het moeilijk heeft, trekt William toch telkens weer naar Lucy. Lucy merkt hoe snel ze weer kan aansluiten bij al die dingen die zo vertrouwd waren vroeger. Ze ziet ook wel waarom ze weg moest gaan, maar het is zo gemakkelijk om weer in te pikken bij die dingen die nooit weggegaan zijn.
Via een website die voorouders in kaart brengt, heeft William ontdekt dat hij nog een halfzus zou hebben. Zijn moeder zou, terwijl ze nog een heel jong kind had, uit haar huwelijk zijn vertrokken om te trouwen met de vader van William. Die was een Duitse krijgsgevangene die naar Maine was gebracht om daar op de boerderij te werken. William vraagt in een opwelling aan Lucy of hij met haar mee wil gaan naar Maine om meer te weten te komen over die halfzus. En ze vertrekken samen. Eens aangekomen daar met het vliegtuig, rijden ze met de auto verder. Die lange rit brengt een hele keten van kleine en grote emoties op gang. Lucy ziet alle dingen die ze al zo lang kent van William, en ze ziet ook dingen die ze nog niet kende. Ze leert ook veel over zichzelf.
Het levert een heel erg ontroerende en hartverwarmende collage op van kleine momenten, dingen die net wel of net niet gezegd worden, dingen die na al die jaren nog schuren, dingen waar je met de afstand van de tijd rustiger naar kunt kijken. Het is gewoon heel erg mooi om in alles te voelen hoe die twee mensen ondanks wat niet goed ging toch ook zo vertrouwd zijn met elkaar. Hoe gemakkelijk het lijkt om weer op een bepaalde manier met elkaar te praten, terug te schakelen naar de woorden van vroeger. Je merkt hoe Lucy weer ineens kan benomen worden door een kwetsbare vertedering (“Oh William…”), terwijl ze even later weer die kleine dingen ziet die toen ook al irritant waren. Sommige dingen worden voor het eerst uitgesproken, of worden weer opnieuw geherformuleerd, als in een ritueel dat al jaren duurt. Je voelt dat ze iets met elkaar hadden dat ze nooit met een ander hebben gehad. Lucy ziet wat ze wel en niet had bij William, en wat er anders was bij haar tweede man. William confronteert haar ook met haar eigen onhebbelijkheden.
Naast een verhaal over liefde is het ook een verhaal over waar je vandaan komt en wat je meedraagt in je leven. Het is zo mooi hoe in allerlei kleine dingen duidelijk wordt hoe Lucy mee bepaald is door haar kindertijd op die vreselijke plek waaraan ze kon ontsnappen. Allerlei codes om te weten hoe je moet leven in een (stedelijke) context waren haar totaal onbekend. Heel haar leven voelde ze zich onzichtbaar. William kwam uit een ander milieu, maar tijdens de tocht op zoek naar het verhaal van zijn halfzus en zijn moeder komen er verhalen die veel meer lijken op die van Lucy. Zij draagt ook de trauma’s mee van het verstoorde gezin waar ze uitkomt. Op haar manier heeft ze alle angsten die daarmee samenhangen een plaats gegeven. Af en toe duiken die op een onbewaakt moment ineens weer op. Het is alsof die hele tocht met haar ex-man haar uiteindelijk een belangrijk zelfinzicht oplevert.
Elizabeth Strout heeft van dit alles een ongelooflijk mooi boek gemaakt. Het boek is een aaneenschakeling van fragmenten, gedachten, herinneringen, beschouwingen. Een beetje alsof de schrijfster Lucy Barton een dagboek zou schrijven, of alsof in een lange monoloog haar verhaal rechtstreeks aan de lezer vertelt. Het lijkt allemaal heel associatief en organisch, maar het zit ongelooflijk knap in elkaar. Heel subtiele details, dingen die net niet gezegd worden, motieven doorheen het hele boek. Als je goed kijkt, zie je het allemaal. Lucy Barton de vertelster gebruikt weinig beelden. Het is alsof ze gewoon tegen je zit te praten. Maar de manier waarop ze dat doet, geeft je het gevoel dat er licht schijnt in het boek, terwijl je het leest. Het is van een troostende schoonheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten