Een boek waaruit je tijdens het lezen weg zou willen kunnen lopen en dat je toch telkens weer vastzuigt in een soort mooie modder. Een boek waarover je nadien misschien liever niets zou willen zeggen, omdat het je op wonderlijke wijze bracht waar je niet wilde zijn. Een boek dat op elke pagina laat zien hoe superieur taal kan gekneed worden in een verbluffende constructie, terwijl iets in je niet met die taal naar die plek zou willen gaan. Een boek dat je ontwricht, misselijk en opstandig maakt, en tegelijk van bewondering vervult. Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld, een boek uit 2020, is dat boek. Het is raar, hoe iets in je soms zegt dat je nog een tijd moet wachten met een boek, terwijl je weet dat je het zult lezen. En eens je het dan gelezen hebt, blijf je dus toch nog in verwarring achter.
Het verhaal achter het boek is dat van een veearts van middelbare leeftijd die geobsedeerd is door een ontluikend tienermeisje, naar haar verlangt en haar seksueel wil bezitten. Het boek is het relaas na de feiten, door hem geschreven. Het is zogenaamd een schuldbekentenis, tegenover de magistraten nadat hij is opgepakt. En het is voor hem tegelijk een soort rechtvaardiging tegenover het meisje, alsof hij haar zou willen zeggen dat zijn liefde echt was. Alles is evenwel door zijn ogen gezien. Hij fabuleert zijn eigen universum bij elkaar. Hoewel hij zich zogenaamd richt tot het meisje, praat hij ook vooral tegen zichzelf.
Het verhaal speelt zich af in een dorp dat nog leeft onder het juk van een gereformeerd wereldbeeld, in een agrarisch milieu. Het meisje groeit op op een boerderij. Haar moeder is verdwenen, een broertje is overleden. Haar vader is een stugge man. Ze is eenzaam, zoekend en leeft deels in haar eigen fantasiewereld. Haar ontluikende seksualiteit is verwarrend. Ze zoekt ook iets groots, voor later, voor het echte leven. De veearts komt regelmatig op de boerderij en merkt het meisje op. Hij ziet dat ze bijzonder is, voelt zich sterk tot haar aangetrokken. Zij geniet waarschijnlijk van de aandacht, is zich misschien bewust van haar aantrekkingskracht, of misschien ook niet. Misschien speelt ze een spel, dat past in haar fantasiewereld, er onbewust van uitgaand dat die ander in dezelfde logica zit. Misschien weten we het gewoon niet.
Uiteindelijk zie je als lezer alles door de ogen van de veearts. Hij vertelt wat er gebeurde. Hij beschrijft haar. Ook al heeft hij het waarschijnlijk soms moeilijk om haar verwarrende werkelijkheid te begrijpen, hij is het wel die het beschrijft. Hij doet dingen om zich in te leven in haar wereld, maar hij ziet en interpreteert de dingen vanuit zijn perspectief. De verteller in het boek is een onbetrouwbare verteller. Het meisje heeft blijkbaar een fascinatie voor enkele historische figuren, met wie ze lange gesprekken voert. Op zich zou dat logisch kunnen zijn, als een soort culturele vlucht uit het aardse benauwende universum van de boerderij. Dat zou een soort mentale volwassenheid kunnen zijn. Tegelijk lijkt die dan weer niet te kloppen met wat je leest over de leefwereld van het tienermeisje en de andere jongeren waarmee ze omgaat. Misschien leeft ze zelf in verschillende werelden. Misschien is het vooral een projectie van de man, is het zijn selectie van elementen die pogen een soort coherent beeld te maken dat vooral past in zijn kijk. Het meisje groeide op in een verstoorde gezinssituatie. In de loop van het boek kom je te weten dat de man zelf een geschiedenis van misbruik heeft. In die wankele context overschrijdt hij grenzen.
Het boek trekt je als lezer in het hoofd van die man. Je kunt er alles zien. Zijn verwarring, zijn walging, zijn rationalisaties, zijn perversiteit, zijn zelfverheerlijking, zijn kwetsuren, … Je ziet hoe hij steeds een stap verder gaat. Tussen de regels kun je zien dat de signalen die zij geeft vaak ook anders zouden kunnen geïnterpreteerd worden. Je kunt vermoeden dat hij dingen bewust niet ziet of neerschrijft. Hij duwt zichzelf verder en gaat finaal op een vreselijke manier over haar grenzen. Vaak wil je als lezer roepen of weglopen. Maar je blijft wel lezen.
De auteur heeft voor dit alles een indrukwekkende vorm gekozen. Elk hoofdstuk is geschreven in een geut die bijna telkens één lange, pulserende zin lijkt. En dat in een verbluffende taal. Alle woorden zijn nauwkeurig gekozen, schuiven naadloos in het ritme. Registers verschuiven, met veel culturele referenties en ook heel wat beelden uit de wereld van het boerenbedrijf. De beelden haken op elkaar in en stuwen elkaar voort. Je ziet hoe ingenieus alles is opgebouwd, hoe motieven doorheen het boek worden geweven en hoe de auteur de constructie volledig onder controle heeft. Hoewel de beschreven werkelijkheid vaak weerzinwekkend is, is de taal dat nooit, integendeel. Dat is mooi, en tegelijk ontregelend. In de mate dat je die taal verbindt met de verteller, is het soms alsof ze zelf geperverteerd wordt. Als je de taal bij het boek en de auteur legt, voel je als lezer een grote bewondering, die je stil maakt, maar die niet troost. Dat alles getuigt van het grote talent van Marieke Lucas Rijneveld.
Mijn lieve gunsteling is een boek dat je verstoort. Het geeft je niet de kans om een gemakkelijke oordelende positie in te nemen. Het is overrompelend, maar ontspoort niet. Wie dit alles met taal kan doen is een groot auteur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten