Vandaag een mooi stuk in de letterenbijlage van De Morgen van de hand van Jeroen Theunissen. Hij verwijst naar de recente verklaringen van Stephen Hwaking. Die stelde op het internet de vraag: “Hoe kan de menselijke soort overleven?” Het antwoord op die vraag was eigenlijk behoorlijk schokkend. De termijn waarover het antwoord gaat, is niet enkele eeuwen maar pakweg de volgende 100 jaar. Velen gaven antwoorden, maar Hawking zelf moest eigenlijk toegeven dat hij het antwoord niet kende. Of beter, het antwoord ligt niet op aarde: “De overleving van de menselijke soort op lange termijn kan enkel gegarandeerd worden als we naar de ruimte en vervolgens naar andere sterren trekken.”
Lap! Wat wil dit nu eigenlijk zeggen? De zowat slimste mens van de wereld zegt dat er zo goed als geen toekomst meer is met onze huidige levenswijze. Binnen twintig jaar zouden we volgens hem al op de maan wonen.
Deze uitspraak maakt me kwaad. Niet zozeer omdat ik wil ontkennen dat onze planeet er zeer erg aan toe is. Ik heb helemaal geen zin in een of andere roze bril die ten gronde een cynische levenshouding zou verbergen.
Het idee van ‘dan gaan we maar naar de maan’ maakt me woest. Anderen dan Hawking lijken daar ook rustig over na te denken, alsof het normaal zou zijn. Mij doet het alleen denken aan kleine kinderen die hun slaapkamer vol rommel stouwen en dan komen vragen of ze in de woonkamer mogen komen spelen (omdat ze geen zin hebben om op te ruimen). Het is voor velen blijkbaar een moeilijk idee: we zijn hier, we zijn op aarde, we zijn een deel van de aarde, en als we willen overleven dan moeten we het hier in orde brengen. Vaststellen dat overleven moeilijk dreigt te worden, en dan maar als oplossingen bedenken dat we gewoon ergens anders naartoe gaan, is moreel volstrekt verwerpelijk. De enige juiste houding is recht in de spiegel kijken.
Ook Theunissen gaat verder op dat idee, en verwijst daarbij naar het belangrijke nieuwe boek Terra Incognita van Peter Tom Jones en Roger Jacobs. Over de mens die zich wil bevrijden van de natuur, van de aarde.
Het lijkt een paradox van de moderniteit: naarmate de mens probeert zich te zeer probeert te ‘bevrijden’ van de natuur, slaat de natuur hard terug. Een eenzijdige invulling van het moderne vooruitgangsgeloof beschouwt de aarde als de ‘andere’, en dus als een soort voorraadkast en vuilbak. De mens is in zo’n benadering gescheiden van de andere levende wezens. De mens zou van een fundamenteel andere aard zijn. Als zo de aarde of de natuurlijke omgeving ‘geneutraliseerd’ is, waarom zouden we er dan rekening mee houden? Dat is een van de dieperliggende oorzaken van het klimaatprobleem. Maar ondertussen begint dat klimaat te reageren, en bedreigt rechtstreeks de menselijke veiligheid. De mens is mee verantwoordelijk voor het broeikaseffect. Door een toenemend aantal natuurrampen wordt de mens echter opnieuw terug afhankelijk van die natuur. De veronderstelde bevrijding heeft de mens vooral minder vrij gemaakt.
Voor klassieke vooruitgangsoptimisten lijkt het een taboe, maar net door te aanvaarden dat de mens ook gewoon een deel van de natuur is, kan het project van de ‘bevrijding’ of de emancipatie gered worden. De mens deelt iets met alle andere mensen dat op geen enkele manier wordt gedeeld met dieren, planten, … De menselijke cultuur is indrukwekkend, en die wordt op geen enkele manier bedreigd door het besef ook ‘gebonden’ te zijn. Maar daarnaast deelt de mens heel veel met alle andere onderdelen van de aarde. Als we alle bomen kappen, dan sterft de mens, zo simpel is het. Tenzij we natuurlijk zouden vinden dat die miljoenen jaren evolutie van de planeet er enkel was om opgebruikt te worden door twee of drie generaties mensen? Wie dat vindt, heeft er waarschijnlijk geen probleem mee om te overwegen om naar de maan te verhuizen.
Misschien zijn er ondertussen al enkele krachten ontketend die niet meer kunnen gekeerd worden. Op het vlak van klimaat zitten we volgens alle recente gegevens dicht bij dat punt. Maar zelfs dat mag toch geen reden zijn om niet te kiezen voor een levenswijze die wél rekening houdt met de grenzen die de planeet ons oplegt. Die grenzen aanvaarden kan ons meer mens maken. Het is een andere invulling van de ‘menselijke maat’ die ons meer vrij kan maken. Het is de beste manier om het project van de emancipatie, of de Verlichting, te redden.
Theunissen sluit af met een mooie zin: “Zullen we eerst elk afzonderlijk als toerist de ruimte in moeten, alvorens te beseffen dat het ecosysteem Aarde als geheel rechten bezit?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten