Echt ouderwets ben ik niet, maar ik heb toch af en toe moeite met de technologiesprongen die ik moet maken. Dit keer was het fototoestel aan de beurt. En het viel me heel zwaar, ik zal het maar bekennen.
In wezen ben ik nog van het analoge tijdperk. Ik heb al jaren een oud fototoestel. Het toestel zelf is waarschijnlijk ouder dan ik zelf ben, of dat wil ik toch graag geloven. Ik had er sinds enkele maanden ook een echte losse lichtmeter bij. En zo was ik weer bij af. Van mijn vader, die fotograaf was, moest ik het zo leren. Met het fotoboek van Dick Boer. En met een toestel zonder ingebouwde lichtmeter. Dus met zo'n aparte meter bij de hand. Eigenlijk moest ik gewoon op het zicht kunnen zeggen: "1/60 met 5,6". Als we samen op pad waren, deden we dat soort dingen.
Mijn oude Pentax is een stuk van mezelf geworden, ook al gebruik ik hem niet elke dag. Gewoon al dat apparaat voelen en horen geeft me een thuisgevoel. Ik kan telkens opnieuw lang kijken naar de techniek ervan. Nog geheel mechanisch. Je moet handmatig de film doorspoelen. De lenzen zijn nog in schroefdraad. En er zit vooral geen automatische lichtmeting op, alles manueel.
Misschien ligt het aan mijn soort hersenen, maar ik kon nooit goed werken met volautomatische lichtmeters. Ze waren me veel te ingewikkeld. Zelf kijken, en dan inschatten of er een diafragmaatje meer of minder moest, dat was altijd gemakkelijker voor mij...
Maar de voorbije maanden werd de druk om ook 'digitaal' te gaan steeds groter. En het bracht me heel erg in de war. Zou ik zo'n apparaat wel 'voelen'? Hoe zou ik omgaan met de vervreemding van een apparaat dat geheel automatisch en computergestuurd is? En waarom moet ik toegeven aan de druk van de vooruitgang? En waarom mogen er geen apparaten meer zijn die zonder batterijen werken, die je kunt repareren, en die een ziel hebben? En als ik dan zo'n ding koop, moet ik dan een goedkoop en onhandig spul kopen, of meteen een vertrouwde reflex, zodat ik toch een klein beetje het 'heimat'-gevoel heb?
Maar eigenlijk voelde het een beetje aan als verraad om nu toch overstag te gaan. Alsof ik iets doorknipte wat niet mocht. Het verbaasde me zelf een beetje, maar dat oude fototoestel verbond me ook met iets van daar en toen. Ik was natuurlijk opgegroeid midden in de fotografie zoals ze toen was (nu noemen we die 'analoog'). Ze was van mijn vader, en hij had ze van zijn moeder. Nog steeds voel ik een verbondenheid met de oude toestellen, de geluiden die daarbij horen, de gesprekken en het mysterie errond. Met die digitale toestellen is een deel van dat mysterie weg. Je kunt onmiddellijk zien wat het resultaat is. So what? Tja, het zal wel beter zijn.
Zoals steeds had ik iemand nodig die mij over de streep trok. Met het in wezen zo simpel argument dat je het ene toestel niet moet opgeven omdat je een ander erbij neemt. Daar had ik eigenlijk nog niet aan gedacht. En aangezien mijn vader ondertussen al een hele tijd zelf een digitaal toestel heeft, bleven er nog maar weinig argumenten over om het niet te doen. De verkoper in de fotowinkel zei me over het toestel dat ik nu gekocht heb, dat je er mee kunt werken zoals met die oude reflex van mij. Als ik dat wil, kan ik dus zelf het diafragma instellen. Dat is als weggaan en toch een klein beetje thuisblijven. Het zal nog wel goedkomen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten