25 augustus 2022

Checkout 19


Een boek over lezen, schrijven en leven. Hoe die één stroom zijn. Rauw, gulzig, bezwerend, vloeiend, verstorend, intens, kwaad, chaotisch… En die beweging is ook elke keer opnieuw beginnen. Verhalen herhalen, herschikken, herwerken. In woorden die alleen maar heel je lichaam kunnen zijn. Met Checkout 19 (vertaald als Kassa 19) heeft Claire-Louise Bennett een boek geschreven dat je overweldigt en verbluft. Een boek dat alleen zichzelf kan zijn, en dat ook vol overgave doet.

In het boek kijken we door de ogen van een vrouw van waarschijnlijk ergens in de veertig. Ze is schrijfster. In de verschillende hoofdstukken, telkens van wisselende lengte, krijg je momenten te zien uit haar leven. Ze is afkomstig uit een arm Engels arbeidersgezin. We volgen haar op haar school, in de baantjes die ze doet om wat te verdienen (onder andere aan ‘kassa 19’), tijdens haar studententijd en later. In het nu woont ze ondertussen in Ierland. We maken kennis met haar moeder en grootmoeder. We volgen de turbulenties in haar relaties met (niet al te fijne) mannen. We zien kleurrijke mensen voorbij komen die haar boeken geven of schrijvers leren kennen. Veel details over de andere mensen in haar leven krijg je niet als lezer. De fragmenten over haar leven komen verspreid over het boek terug, soms als in een soort loop, waarin dingen herhaald worden, maar telkens een beetje anders, en telkens via andere associaties.

Het levensverhaal van de vrouw in de vorm van gebeurtenissen, is in zekere zin maar een kader voor het eigenlijke heftige verhaal van in het leven komen en groeien door het lezen en het schrijven. De mysterieuze en spannende aantrekkingskracht op een kind van boeken van de bibliotheek. De lichamelijke sensatie van het lezen van boeken. De overweldigende, beangstigende maar onvermijdelijke kracht van woorden, zinnen, verhalen, boeken die als in een schok een deur openen naar een wereld, naar een manier van zijn, naar de enige manier van zijn. In de kindertijd zijn er de eerste boeken, in de bib, of in de kast van je moeder. Geheimzinnig nog. Er is de eenzaamheid op school als jij de enige bent die lijkt te verlangen naar die boeken. Tussen het lezen komen er dan, spontaan uit het niets, de eerste eigen verhaaltjes. Woorden die zichzelf schrijven, en die worden gezien door iemand anders. Gulzig lezen van boeken, naar de plekken willen gaan waar die boeken zich afspelen om iets van dat leven aan te raken. Lezen over mannen, om te weten hoe ze denken en kijken. Tijdens je studie, of door onverwachte ontmoetingen, in contact komen met schrijfsters die je leven zullen veranderen. Beslissen om voor een hele tijd alleen nog maar vrouwelijke auteurs te lezen. Steeds terugkomen naar die eigen wereld waarin je kunt lezen en schrijven, worstelen met anderen die dat niet begrijpen of die jaloers zijn op dingen die je schrijft. Mannen die zich bedreigd voelen door de kracht van de woorden. De tijd in je levensverhaal aanduiden door de boeken die je op dat moment al wel of nog niet gelezen had.

Het boek gaat over het zoeken van een identiteit. Die zoektocht kan alleen gaan via de deur en in de vorm van al die woorden. Die ene zin die je leven definitief kan veranderen. Die zoektocht is ook een politieke tocht van iemand die uit een sociale situatie komt die niet automatisch de weg wijst naar een leven in woorden. Het is een worsteling om je eigen plek te vinden in die andere wereld. Het feminisme laat je dingen zien en begrijpen die al te zeer uit beeld werden geduwd. Er is een besef van die ene weg die zich aandient, een weg die je tot in je diepste wezen kan raken, een weg die je compromisloos gaat volgen.

In het boek zijn er ook verhalen in het verhaal. Zo is er een verhaal waaraan de schrijfster werkte, toen ze vooraan de twintig was, over een zekere Tarquinus Superbus. Zoveel jaar later begint ze opnieuw aan dat verhaal. Een verhaal kun je elke keer opnieuw herschrijven. Het is als een autonome kracht, die zelf allerlei richtingen uit kan gaan, nieuwe dingen kan laten zien die je tevoren nog niet zag. Je moet volgen, en mee denken, schrijven, ademen.

In de verschillende hoofdstukken verandert de vorm. Sommige stukken zijn vrij afgelijnd en rechtlijnig verteld. Andere stukken wisselen van tijd, perspectief, register in een heel associatieve vorm. Heel vaak is het alsof je de vertelster hoort praten tegen zichzelf, alsof ze via een innerlijke monoloog vertelt wie ze is aan een denkbeeldig iemand. Je bent het verhaal dat je over jezelf vertelt. Dat gaat soms bladzijden door, in een ononderbroken tekst, als een niet te stuiten stroom. Soms is het alsof de plaat een beetje blijft hangen, waarbij de vertelstem moet blijven vertellen om een stap verder te raken. Soms is het als lezer vermoeiend, zou je even uit die stroom weg willen, verlang je misschien stiekem naar een meer ‘samenvattende’ tekst. Maar door dat alles voel je de kracht van die overweldigende woorden nog meer.

Dit boek lezen is een heel lichamelijke ervaring. Die zorgt ervoor dat je in dit heel eigengereide boek blijft. Soms voel je daardoor hoe een meer klassieke roman met dit materiaal zou omgaan. Maar een leven is niet zomaar te vatten in een lineaire, chronologische vorm die dat alles ‘af’ maakt. Het is een verwarrend geheel van verhalen, die bewegen in gelijktijdigheid, en telkens pogingen zijn om iets te zeggen, maar daarbij op sleeptouw worden genomen door de sprongen in je hoofd.

Het is ook alsof je een zalige overdosis krijgt aan boeken. De manier waarop de vertelster alle boeken beschrijft die ze heeft gelezen, niet of nog niet heeft gelezen, verkiest niet te lezen, laat je telkens iets voelen van de intensiteit waarmee boeken zich als het ware in je huid kunnen zuigen. Je  bent ook een beetje jaloers op iemand die al die boeken die worden genoemd al wel heeft gelezen, en vraagt je af wat je al je hele leven aan het doen bent. Bij een andere auteur zou die hele lijst van boeken misschien heel pedant overkomen, dat is hier helemaal niet het geval. Als lezer kun je je meteen enkele mannelijke auteurs voor de geest halen die van al die boekenverhalen vooral een ‘wat ben ik toch geweldig’-egoverhaal zouden maken. Hier voel je vooral iets van de bijna verzengende kracht die boeken kunnen hebben, iets van hun noodzakelijkheid.

Checkout 19 lezen is als een avontuur. Het boek is eigenzinnig en dwars, laat zich niet kneden. Het is ontroerend en soms ook vermoeiend. Het beweegt tussen verschillende registers, met soms wonderlijke woorden. Het zegt iets over de levensnoodzakelijke kracht van literatuur en is er tegelijk een uiting van.

Geen opmerkingen: