31 augustus 2014

En de zee zei

Opnieuw een wat onrustige nacht. Ergens halverwege wakker worden. Lawaai op de gang. Draaien in bed. Uitgestelde indrukken tollen door je hoofd.

Onderweg naar zee. Liever had je je trager voorbereid. Met meer tijd om alles klaar te leggen. Alsof het een ritueel had moeten zijn. Met alleen maar de zee in je hoofd.

Het zal iets met een kind te maken hebben. De eerste glimp van de zee. En je zou een klein sprongetje willen maken, of zo. Je doet het maar niet.

En wachten op de slaap. Alsof je je lichaam in een omweg zou willen krijgen. Waarna je de slaap zou voelen naderen. Weten dat je alleen kunt wachten.

Zoveel herinneringen in dit kabbelende ritme. Verhalen die hier telkens weer op je wachten. En toch. Soms lijkt het alsof je iets achtergelaten hebt. Ergens.

Je had je voorgenomen om te gaan slapen. Je zou alleen nog even langs de zee gaan. Om iets te fluisteren. Maar mensen onderweg, bij wie je te graag nog even blijft. Verhalen.

Stukken lijf die je zacht zou willen kunnen strelen. Met een enkele beweging. Als een overgave aan het water dat je zou kunnen zijn.

Er is een nabijheid die je als een zoete mist omgeeft. Aanraakbaar. Iets smelt een beetje. Het maakt je verlegen. Een verhaal dat hier op je wachtte.

Hoe je er soms nog steeds niet op voorbereid bent dat iemand je naam noemt. Alsof je daardoor iemand anders zou worden. Heel even.

Je zult het pas merken als je er weer uit bent. Een droom waar je in zit. Dromen zijn anders op deze plek.

Je hoort je woorden. Een avond. En even de tijd voelen die aan deze woorden vooraf ging. Iets over een weg samen afgelegd. En stilletjes beseffen hoe trots je bent.

Als een onverwacht geschenk. Traag op weg. En verhalen. Het is goed zo, denk je. Misschien ben je wel onhandig. Het is niet erg.

Een wekker gaat, besef je na even. Iets in jou zou willen blijven liggen. Iets in jou weet dat je moet opstaan. Veel in jou denkt: ik moet zeker nog…

Heen en weer lopen om de dingen goed te zetten. Je wilt zo graag dat alles goed loopt, dat je gasten zich welkom zullen voelen, dat alles goed lijkt.

Even vraag je jezelf af: wat zit dit kleine jongetje hier op deze plek te doen tussen die grote mensen? En al die lampen, die grote mensen die mooi antwoorden op je vragen. Misschien is het een droom.

Maar eerst nog even onder het warme water. Dingen onder je huid uitspoelen. Dingen zacht maken, een beetje toch.

Nadien voel je je een beetje onzeker. Het hoeft waarschijnlijk niet. Je hoort de woorden. Je laat ze zachtjes aanschuiven. Doordringen is voor straks.

Wie je geworden bent. Ook hier. Wat je hebt achtergelaten. Soms zou je de tijd uit elkaar willen kunnen trekken.

Op weg nu. Een beetje rusteloos. Je zou bijna willen rennen. Voor alle andere dingen beginnen kan er nu alleen maar de zee zijn.

En later wil je alleen maar alleen zijn. Voor een tijdje. Reizen door het landschap. Als een terugkeer naar jezelf.

Je denkt nog even aan de liedjes van de avond daarvoor. Ze ademen om je heen. Ze zouden je bijna kunnen optillen. Een beetje.

Je kijkt. Hoe lang heb je nog? Hoe lang kan je hier blijven? Hoe dicht kun je komen? Bij de zee. Je loopt over de pier. Zo ver mogelijk, daar, wil je zijn. Waar het water is.

Je beweegt weg van de zee. Je bent kwaad op je buik, maar dat haalt niets uit. En toch ook daarom wou je alleen met de trein. Om alleen met je buik te zijn.

Je blijft bij de woorden. Je wacht op de woorden. Tot ze bij je binnen schuiven. En je overnemen. Als iemand die zegt dat je thuis kunt komen.

Je bent daar. Je kijkt naar de golven. Alleen maar kijken. Je wankelt even. Er is zoveel, daar. En de zee? De zee zegt: zacht, je bent zacht.

3 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

"Even vraag je jezelf af: wat zit dit kleine jongetje hier op deze plek te doen tussen die grote mensen? "

En dan word je
zomaar een oud jongetje ...

Jan Mertens zei

Haha, inderdaad... Tijdens het groene zomerweekend organiseer ik elk jaar een literair salon, met gesprekken met schrijvers. En ik ben altijd verbaasd dat ik dat als klein jongetje dat zomaar mag doen...

Evelyn zei

Ik wou ook dichter bij de zee komen, maar ben er alleen maar langs gereden... snel nog maar eens teruggaan.