27 oktober 2017

Kaken

Je loopt door de zaal. Verschuilt je achter het fototoestel. Je ziet vormen. Je zoekt lijnen.

Stapels papier uit de vrachtwagen laden. Het stelt je lichaam op de proef, merk je later.

Even een moment tussenin, of zo. Zul je beginnen te koken, of nog niet. Je weet het: als je begint, zul je net dan naar buiten geroepen worden, en zal je eten koud zijn nadien. En om een of andere reden wil je dat half uurtje van de dag helemaal voor jezelf.

Een vriendin komt nog even langs. De dag daarna zal een moeilijke dag zijn voor haar. Hopelijk zal ze voelen dat je aan haar denkt.

En die avond, je lijkt een beetje gebroken. Maar ook dat zal wel weer overgaan. Je doet nog enkele telefoontjes. Verhalen die je raken.

De volgende dag is het vroeg. Op weg naar een andere stad. Een mooi gesprek in de trein heen, en later ook terug. Je ziet de dingen iets beter.

Een kwetsbare keynote. (Je houdt niet van dat woord.) Een kwetsbare jonge vrouw dus, daar op het podium. Je bent een beetje bezorgd, weet niet goed of je het haar zult durven zeggen.

Een indrukwekkend verhaal over een lichtjes te gek kunstproject. Het doet je glimlachen, en maakt je een beetje klein.

De rugleuning van de stoel zegt krak. (Krakje, eigenlijk.)

Je probeert je te concentreren tijdens de vergadering die avond. Probeert de dingen te zien.

Na de vergadering fiets je nog naar een andere plek. Het donker is al in de stad. Het is warm daar. Sommige woorden die je hoort, maken je een beetje onrustig, maar ze gaan daar ook over.

In de zetel daarna nog een fijn gesprek. Je hoort dat een stukje van jou is doorgestuurd naar de muzikanten, die ook in dat stukje aan bod kwamen. Het maakt je heel verlegen, of zo.

Nadien op de fiets vergeet je iets te zeggen.

De nacht is kort. De kaken herbergen iets.

Je denkt aan woorden. Aan tijd, en de juiste adem voor woorden.

De man die tussen zijn werk door ook nog studeert. Je probeert al zijn vragen te beantwoorden in een middagpauze. Je hoort de woorden.

Terug thuis knutsel je nog aan woorden.

Het lijkt alsof het lijstje met dingen te doen stilaan onder controle komt, heel voorzichtig.

Je bent moe. Een beetje hoekig. Woorden over geluiden. Het lijkt te kloppen.

Een andere dag.

Je krijgt een telefoon die je verontrust.

Je loopt door de statige ruimte. Weer verscholen achter het fototoestel. Je probeert ongemerkt te bewegen. Je hebt dat geleerd ooit.

(Je denkt ineens aan een bericht van een vriend van je vader.)

Je kijkt naar de mensen, door de lens. Je ziet plekken. Je vermoedt lijnen. Er is veel rood in het licht. Mensen op schilderijen kijken toe, al dan niet gekleed.

Je durfde het niet goed, maar je doet het toch maar. Iets over kwetsbaarheid. Misschien was het wel goed dat je het deed.

(Raar wat er die vorige nacht in je droom gebeurde.)

Nog een avondvergadering. Het is een beetje raar, en ook wel fijn om aan de andere kant van de tafel te zitten. Je kijkt naar wat er met je woorden gebeurt.

Je bent een beetje verlegen als je iets merkt.

Een papieren zakje waarop staat dat je breekbaar bent.

Dingen waar je aan denkt als je die avond, in het donker, naar huis loopt.

Op weg naar de markt, in de ochtend. Je lichaam is nog een beetje hoekig.

Later gaat het snel bij de tandarts. Alles lijkt in orde. Je praat nog even na, het is wel mooi.

De studenten in de trein, iets later. Even stel je je voor dat het jouw kinderen zouden zijn. Even.

Het selecteren van de foto’s. Soms zie je iets van de lijnen die je zocht.

Een middagafspraak. Een briefing. Je kijkt naar je woorden in de andere talen.

Je probeert nog enkele dingen af te werken. Iets moet klaar zijn, voor je naar huis kunt vertrekken.

Je krijgt bericht dat die plaat is aangekomen, dat ze op je ligt te wachten. Het vooruitzicht maakt je al gelukkig, niet onterecht, zo zal later blijken.

Er komt nieuws binnen. En je hebt alleen maar zin om de radio af te zetten en die avond voor een keer eens niet naar het journaal te kijken. Je wilt het niet zien, het maakt je te kwaad.

Je houdt de nieuwe plaat vast. Je glimlacht.

Je kijkt uiteindelijk toch naar het journaal. Een beetje. Op laag volume, terwijl met de afwas bezig, en niet kijken naar die beelden die je niet wilt zien.

Gelukkig is er straks een glas wijn, en een telefoontje. Verhalen, je kijkt uit naar verhalen, trage verhalen. Zo kom je dichter bij je lichaam. Misschien laten je kaken iets los.

Geen opmerkingen: