14 maart 2021

Het blijven en daarna


Die blokjes in het blad van die tafel en van de kast. Ze hebben zich goed genesteld in deze tijd. Misschien hebben ze alles gezien. Ze vragen enkel om aangeraakt te worden.

Hoe je ergens in de nacht een vroegere geliefde door je heen voelt bewegen. Hoe jullie even naar elkaar kijken. Hoe iemand zegt dat het echt was, en dat is goed.

De jazzplaat, en die trage uitvoering van Saint James Infirmary. Je blijft even staan in de kamer om alles goed te horen. Hoe dat nummer met je meegaat.

De stoel heeft een plekje gevonden. Het is nog een beetje zoeken met de planten. De stoel voelt als een nieuw leven. En de leuningen zijn perfect om de boekenbijlage te lezen.

Je leest het interview. Zij schrijft gedichten. Je kijkt lang naar de foto. Die ogen. Wat zou je haar vragen als ze hier nu voor je zat?

Sommige spullen verzetten zich tegen het verdwijnen. Ze zijn minder elegant dan andere, zoals de kast. Die heeft zelfs geen verzet nodig. Ze is soeverein.

De actrice in de nieuwe serie. Het beeld is zo scherp dat je haar huid als van dichtbij kunt zien. Je ziet de tijd in die huid. Het lijkt zo rustig, dat landschap.

De ene plek vrij maken, het betekent soms dat je een andere plek later moet aanpakken. Misschien bewegen de dingen zo ook door het leven, in etappes.

Je denkt aan haar hand. Hoe je er naar kon blijven kijken. Herinneringen voorbereidend. Je indekken tegen het verdwijnen, zou een ander zeggen.

Je had het met een lichtjes hardnekkig geloof volgehouden. Die ene plant op het terras elke ochtend weer netjes op de terrasrand zetten. Tot je onder ogen moest zien wat de zon al wist.

Heel traag en zorgvuldig die appel schillen en daarna in kleine partjes snijden. Wel partje per partje. Je houdt wel van een beetje zurig, stel je weer vast.

Uit je bed floepen en vaststellen dat je rug nog niet helemaal in de goede haak zit of zo. Wat beter klinkt dan nog te stramme spieren in je nek. En je hoofd dat nog een beetje wazig is, bijna duizelt.

Die radio voelt zich nu helemaal thuis op dat plekje op de piano. De radio is een deel geworden van de rituelen, die zich in de kamer verlegd hadden.

De verhalen die je graag zou willen horen van iemand. Ze lijkt zo ver weg. Je zou haar veranderende tijd willen zien, denk je. Misschien zal iets niet verloren gaan.

Je hebt die app geïnstalleerd (net echt). Je kijkt naar je medische dossiers. Naar de woorden en de zinnen in de verslagen. Je lichaam lijkt ineens een klein beetje minder poëtisch.

Je kijkt naar je spiegelbeeld in de ochtend. De lijnen. Je probeert te zien hoe ze gezien zouden worden. Je probeert de foto te denken die nu van dit moment zou gemaakt zijn.

Je had die hoop glazen potten voor iemand opgespaard, toen. Ze lieten zich niet wegbrengen, gaven telkens nieuwe excuses voor het uitstel. Je brengt de bak met potten naar de glasbak.

Je weet niet hoe je lichaam zal reageren, als. Het leeft soms in een parallelle tijd, of gewoon in een eigen ritme. Het weet meer dan jij weet.

In de propvolle doos met potloden vond je ook zo’n potlood met rood en blauw terug. Het is net iets dikker dan de andere. Het is uit je herinnering weer naar hier gekomen.

Je haalt een nieuwe, kleine, boodschappentas in de wereldwinkel. Je had een kleinere en een grotere. De kleinere begon te scheuren. Die kleine past netjes in je fietstas.

De aardappeltjes bakken in de pan. Het hoort bij deze dag, als antwoord op melancholie. Ergens tussen de twee is er een klein niemandsland.

Die twee planten op de hoek van de tafel. Ze hebben een beheerste uitbundigheid. Misschien bewaken ze de kamer. Ze zijn nog jong, maar zien het helemaal zitten.

Geen opmerkingen: