10 oktober 2021

Een zonnige zondag in oktober


Lieve Julia

Misschien ben je er al een beetje aan gewend, om zo af en toe een brief te krijgen van je papa. Het zal wel niet cool zijn, maar misschien is dat niet zo erg. Jouw papa is niet meer echt te redden, qua cool, denk ik. Wat dan ook weer cool kan zijn.

Gisteren was ik op bezoek bij een dierbare vriendin en vertelde ik nog over je. Vanmorgen zat ik nog te snuffelen tussen oude foto’s en vond ik beelden van jouw overgrootmoeder, als jonge vrouw nog. En deze namiddag waren we samen in Brussel. Ik was zo blij dat ik er was, en zo blij dat jij er ook was. En tegelijk verwart het me, en maakt het me verdrietig. Misschien merkte je er iets van aan me, misschien niet. Af en toe kwam je even bij me lopen, stak je je arm door de mijne, en daarna was je weer weg.

Het is een warm gevoel, zo tussen duizenden mensen lopen die allemaal een beter klimaatbeleid willen. Overal zag ik bekende gezichten, overal zag ik mooie mensen. Soms wil ik dan een beetje verdwijnen in de stroom, en voel ik alleen die vlag op mijn schouder. Dat gewicht is tegelijk ook mijn trots. De familie waar ik bij hoor, de droom die ik deel al een heel leven met zoveel anderen die me lief zijn. Het zijn zware woorden misschien, maar voor mij is het wel zo. Soms zijn mijn dromen zo groot dat ze pijn doen. Het is zo, als ik eerlijk ben.

Bij al die vorige klimaatbetogingen was jij er altijd ook op een of andere manier bij. Zoals jij altijd bij me bent. Maar zeker ook daar. Als tiener was ik kwaad op de wereld van mijn ouders. En mijn droom was altijd dat mijn dochter, als die er ooit zou komen, niet zo kwaad zou zijn op mij. Dat ze zou zien dat ik het had geprobeerd, dat ik iets had gedaan. Dat ik zou hebben geluisterd naar de kreten van de tiener die ik was. Soms denk ik dat ik het geprobeerd heb. En soms is het nog altijd alsof ik niet weet of ik genoeg gedaan heb, voor jou.

Bij een van de vorige klimaatmarsen overviel het me, ergens onderweg, op dat laatste stuk, waar de weg zo breed is. Een verwarrend gevoel van schaamte en verdriet en vermoeidheid. Ik voelde me een beetje klein tegenover jou, met te korte armen. Ik weet dat ik daarin altijd een beetje overdrijf, maar het was alsof ik moest toegeven dat je niet genoeg kan beschermen, of zoiets. En tegelijk dacht ik ook wel dat je het zou begrijpen en dat je blij was dat ik daar liep.

En vandaag gebeurde een beetje hetzelfde, ongeveer op dezelfde plek. Waarom lopen we hier eigenlijk nog? Waarom moeten we dit nog altijd doen? Het is zo’n cliché, maar het ging ineens door mijn hoofd. Het is natuurlijk actieve hoop, gewoon elke dag opnieuw beginnen en doen wat je kunt doen. Het is actieve hoop, deel zijn van het alternatief. En het voelt ook zo gelukkig.

En naast dat alles was er ook boosheid, en was er veel verdriet. Soms voelde het bijna als een falen. Ik wou voor jou altijd een plek maken waar het veilig was, waar je je geborgen kon voelen, waar je de warmte in je lichaam kon opzuigen om zo later de wereld in te kunnen gaan. Ik heb veel dingen fout gedaan, ongetwijfeld, maar dat heb ik wel geprobeerd. Maar soms zijn mijn armen nog altijd te kort.

Misschien maak ik me te veel zorgen om jou. Het ontroerde me zo om je bezig te zien, samen met al die andere jonge mensen. Je bent zo mooi groot aan het worden en je beweegt zo soepel in de wereld. Ik zie je verontwaardiging en je levenslust, ik zie hoe je danst en ik zie hoe je je kwaadheid uitschreeuwt. Dat alles, wat ik elke dag zie, zag ik ook vandaag, terwijl jij je door de massa slingerde. Af en toe kwam je even naar me toe en legde je even je hoofd tegen mijn schouder.

Weet je, ik hoorde de tiener die ik zelf was ergens achter me, en het was alsof hij niet kwaad was op mij. En soms kon ik het kleine kind zien dat ik ooit was. Het kleine jongetje, dat tegen mijn buik aan lag te slapen terwijl we verder stapten. En af en toe naar me keek, met een glimlach.

Ik weet niet zo goed hoe ik dat moet zijn, een papa. Maar ik zag vandaag heel veel mooie papa’s en mama’s. Hun kinderen en kleinkinderen kunnen naar hen kijken en trots zijn. Misschien voelen die zich af en toe een beetje verloren in die grote wereld die nog niet echt de goede richting uitgaat. Maar misschien is dat ritueel van duizenden mensen die een beetje stappen, dan weer stilstaan, en dan weer verder gaan ook een vorm van blijven. We blijven bij je, we zwijgen niet, we leggen ons niet neer.

Eigenlijk weet ik niet zo goed wat ik je wilde vertellen in deze brief. Dat is misschien ook niet zo erg. Je begrijpt het wel een beetje, denk ik. Ik ben alleszins blij dat je er was vandaag, dat wij er waren.

Je papa

Geen opmerkingen: