28 april 2024

Heel


‘Kom je hier bij me zitten? Dicht, maar niet te dicht.’
‘Zo goed?’
‘Ja.’
‘Gaat het nu goed met je?’
‘Ik denk het wel. Al ben ik moe, en zou ik zachter willen zijn. Maar het is goed, denk ik, het komt weer goed.’
‘Je ziet er inderdaad een beetje moe uit. Maar ook wel rustig, zo lijkt het toch.’
‘Stilaan wel. Als zoiets gebeurt, zoals vorige week, duurt het altijd enkele dagen eer dat weer door mijn lichaam heen is. Ik weet dat ondertussen, hoe dat gaat. Ik moet geduldig zijn, en kijken, tot het weer voorbij is.’
‘Eigenlijk kun je dat wel goed.’
‘Misschien wel. Het raakt altijd een heel diepe laag of zo. Ineens is het dan alsof ik ook hier niet veilig kan zijn. Dat is wat mijn huid zegt. Dat wat ik dacht veroverd te hebben, is dan weer weg. En het is helemaal aan mij alleen om het weer terug te vinden.’
‘Wil je me je handen geven?’
‘Hier.’
‘Kun je voelen dat het alleen dit is? Je moet niets doen, ik wil niets van je.’
‘Ja.’
‘Ben je bang?’
‘Ja, toch ook een beetje. Alsof ik naar de andere kant zou kunnen getrokken worden, terwijl ik hier wil blijven, alleen maar hier zijn.’
‘We zijn hier. Je bent veilig.’
‘Ja, misschien wel.’
‘Je ziet dat zelf waarschijnlijk niet, maar het is heel mooi om te zien hoe jij je zelf naar deze kant van de lijn trekt, met al je kracht. Dat doet dat hoofd van jou, je hebt er veel aan te danken.’
‘Het is goed dat je niet in mijn hoofd kunt kijken.’
‘Denk je dan dat ik dat niet kan?’
‘Touché.’
‘Misschien hoef je niet alleen te zijn, wanneer de storm door je heen gaat.’
‘Ik weet niet hoe dat werkt. Misschien verlang je op zo’n moment dat je een beetje alleen mag zijn, met iemand naast je, die je de tijd geeft.’
‘En die je aanraakt.’
‘Is dat zo?’
‘Ik denk het wel.’
‘Waarom is dat zo moeilijk?’
‘Dat weet je wel, denk ik. Misschien kan je lichaam oefenen.’
‘Soms kan ik dat zien, waar ik dan zou zijn.’
‘Misschien ben je er al een beetje, misschien is het er al een beetje.’
‘Waarom doe je dit?’
‘Wat?’
‘Hier gewoon bij mij zijn?’
‘Omdat hier is waar ik wil zijn nu.’
‘Ik ben blij dat je er bent.’
‘Ik zie het.’
‘Het spijt me dat ik niet beter weet hoe dit moet allemaal. Ik wou dat ik het kon.’
‘Je kunt het al, heel goed, bij mij.’
‘Dankjewel. Je bent lief.’
‘Kom maar hier, het mag.’
‘Heb je het niet te warm?’
‘Sssjjjttt.’
‘O ja.’

Geen opmerkingen: