22 juli 2024

Dingen die ik niet heb weggegooid


De dingen die je in je huis stapelt, als een warme muur om je heen. De dingen zeggen iets over wie je bent, wie je was. Ze zeggen ook iets over de wereld daarbuiten, over de anderen. Ze laten iets na in anderen, of zouden dat kunnen. De dingen opruimen brengt je onvermijdelijk ook bij jezelf. Om op te kunnen ruimen moet je in zekere zin over jezelf heen stappen, over wie die persoon van de dingen was, om ze op te kunnen ruimen. Dat is niet anders in het heel erg mooie boek Dingen die ik niet heb weggegooid van de Poolse auteur Marcin Wicha (vertaald door Charlotte Pothuizen). Misschien heb je omwegen nodig om het leven van een ander te benaderen. Misschien zijn de dingen bruggen die het leven laten vermoeden.

De auteur vertelt in dit boek hoe hij het appartement moet leegmaken waar zijn overleden moeder Joanna woonde. Zij was van het verzamelende type, om het vriendelijk te zeggen. Hij probeert door de spullen te gaan, weegt af wat hij wel of niet zal weggooien. En zo komt een keten van herinneringen op gang aan die wonderlijke, dwarse, grappige, eigenzinnige, bange en trotse Joodse vrouw die zijn moeder was. Het is tegelijk een geschiedenis van het Polen van de Tweede Wereldoorlog, de communistische periode en de periode daarna. Die geschiedenis wordt verteld via spullen. Maar tegelijk voel je als lezer hoe het universum van dat appartement iets is als een veilige plek die veroverd is op de wereld daarbuiten, waar er weinig gezegd mag worden over wat er in de oorlog gebeurde, waar Joodse mensen nog steeds moeten bewegen tussen zwijgen en stille vijandigheid. De muur die dit volgestouwde appartement is, zegt ook iets over wat er aan de andere kant van die muur is.

Joanna is een fascinerende vrouw, zo kun je opmaken uit alle fragmenten die telkens iets laten zien van wie ze was. Ze is koppig, een beetje een ‘moeilijk mens’. In haar werk vecht ze voor kwetsbare jongeren. Ze houdt ervan, als ze vindt dat dat nodig is, om vervelende mensen aan een loket op hun nummer te zetten, gedreven door een rechtvaardigheidsdrang. Met haar zoon en man gaat ze graag naar de winkels om welbepaalde producten te zoeken. Ze sleept stapels boeken aan. Ze verzamelt knipsels en boeken met recepten. Ze droomt van migreren naar Canada. Ze plaagt haar zoon. Ze waakt over de woorden, die haar koninkrijk zijn. Ze heeft een groep vriendinnen die als een falanx voor haar klaarstaan. Ze lijdt op haar manier door de pijn van de geschiedenis en van het zwijgen over het onrecht.

Het boek heeft de vorm van kleine losse stukjes, in drie delen. In het eerste deel gaat het vooral over de spullen in het appartement. Via de boeken die de auteur door zijn handen laat gaan leer je telkens iets over het Polen van de voorbije eeuw en over Joanna. Er is gelukkig heel veel aandacht besteed aan voetnoten die je als niet-Poolse lezer mee op weg helpen. Via die fragmenten krijg je iets te zien van de soms absurde wereld die de communistische maatschappij was, over de veerkracht (die een subtiel verzet was) van veel Polen in de omgang met die context, en ook over de persoon die Joanna was. Vaak is het allemaal heel erg grappig, op een heel spitse manier. De verhalen zeggen ook iets over onvervulde dromen of verlangens (migreren) of over rituelen om om te gaan met moeilijke momenten (een boek van Jane Austen letterlijk stuk lezen). En misschien staat het niet willen weggooien van dingen die beschadigd of stuk zijn voor de drang om wat gekwetst is toch dicht bij je te houden, niet af te stoten. Daar heb je zelf controle over, ben je minder de speelbal of het slachtoffer van een anoniem machtssysteem.

In het tweede deel gaat het veelal over de woorden. Hoe woorden worden gebruikt om iets net wel of net niet te zeggen. Hoe je ze kunt gebruiken om op een feilloze manier een scène te schoppen op een postkantoor. Hoe woorden dienst doen om ‘de andere’ in een maatschappij te omschrijven (inktvlek). De manier waarop woorden functioneren in een autoritair systeem. Joanna waakt over de woorden als een leeuwin, zo lijkt het wel. De zoon weet dat ook, en moet ingewikkelde strategieën bedenken om door haar woordmuur heen te breken, wat niet echt lukt (zoals in het hilarische stuk over het theoretische doelpunt).

Het derde, zeer aangrijpende deel gaat over het verlies van de woorden. Joanna wordt ziek, glijdt langzaam uit het leven en begint de woorden te verliezen. Ze blijft op haar manier strijdbaar, maar verdwijnt langzaam in de mist.

Je voelt als lezer dat de auteur/verteller door het schrijven probeert om dichter bij zijn moeder te komen. Hun relatie was niet altijd gemakkelijk. Tussen de regels lees je hoe er wel eens spanning op de lijn zat. Door te schrijven over de dingen lukt het mogelijk beter om in omwegen te naderen dan met een heel verhaal. We komen enkele dingen te weten, maar heel erg veel ook niet. Die vorm zegt iets over hoe we als mens een leven creëren, als een huis dat ons beschermt, en hoe we via de dingen die we verzamelen ook sporen nalaten bij onze geliefden (bewust of onbewust). Als kind het huis van je ouders moeten leegmaken kan heel moeilijk zijn. Je kunt er niet aan ontsnappen dat de dingen beladen zijn met zoveel betekenis, zoveel geschiedenis, zoveel dat onuitgesproken of moeilijk was. Je moet als het ware door jezelf heen en door wat die ander voor jou was om bij de dingen uit te komen. Alleen dan kun je beslissen wat je wel en niet wilt houden. Marcin Wicha doet dat op een heel erg mooie manier, in een soort compacte tederheid. De fragmentarische vorm van het boek, dat beweegt in die context van zoveel referenties naar de geschiedenis van een land dat je als lezer mogelijk niet kent, werkt heel goed. De vorm verzet zich tegen willen construeren van een groot verhaal, alsof een leven daarin zou passen. Als lezer voel je dat de auteur dat leven van zijn bijzondere moeder behoedzaam nadert. Het is gemakkelijker misschien om te beginnen met de dingen en de fragmenten en herinneringen dan gewoon zelf te laten bewegen. De dingen in het appartement waren op zich een poging om zin te geven aan een geschiedenis, en het schrijven erover doet dat ook. Heel erg mooi boek.  

Geen opmerkingen: