27 juli 2024

Even god bellen


Af en toe bel ik even met god. Niet om iets voor mezelf te vragen of zo, ik ben al lang beyond salvation. Nee, gewoon even om te horen hoe het met haar gaat. Ik maak me wel eens zorgen om haar, het is niet altijd gemakkelijk om in die rol te zitten. Ik vermoed dat het soms heel eenzaam wordt voor haar. En veel mensen gaan maar door met de hele tijd dingen te vragen voor zichzelf en zijn helemaal niet geïnteresseerd in hoe het nu eigenlijk met haar gaat. Een soort religieus consumentisme. Ik heb de indruk dat ze het wel fijn vindt om me af en toe even te horen.

‘Ha, de Jean! Ik mag je toch nog steeds zo noemen hopelijk? Ik ben altijd zo blij wanneer je even belt, dat is als een soort eiland. Bij jou kan ik gewoon even mezelf zijn.’

‘Zijn de dagen goed voor jou? Kun jij eigenlijk wel vakantie nemen? Dat vroeg ik me nog af vanmorgen.’

‘Goh, eigenlijk niet. Vakantie is een menselijke uitvinding. Ik heb dat ding indirect dus wel mogelijk gemaakt voor anderen, maar niet voor mezelf. En dan zeggen ze dat ik zo volmaakt ben. Ze dwalen.’

‘Je bent een falend opperwezen dus eigenlijk, wat ik wel een troostende gedachte vind.’

‘Ja jong, echt… Weet je Jean, ik moet soms zo op mijn tellen letten, dat is niet meer normaal. En wat ik doe, voor sommige mensen mag ik alleen maar letterlijk zijn, ondubbelzinnig. Dat is zo ongeveer alles tussen akelig en saai. En ik zeg het vaak, dat verhalen verhalen zijn, dat metaforen metaforen zijn, maar het haalt allemaal niets uit. Ik heb de woorden aan de mens gegeven, waardoor ik hun de kans geef tot eindeloos zoeken, en nooit helemaal vinden. Woorden ontsnappen je altijd een beetje, en dat is net goed, want in die wankele ruimte kun je iets zien van waar ik voor zou moeten staan. Maar daar maken ze dan van dat god het woord is. Zo vermoeiend allemaal, terwijl het over liefde zou moeten gaan. Ik oefen mezelf ook de hele tijd in humor en ironie, wat echt wel hoort bij het goddelijke, lijkt me. Maar ho maar…’

‘Je weet het, als je af en toe eens wilt zagen, je mag mij altijd bellen.’

‘Ik weet het, en dat is heel lief, maar ik wil je niet te veel storen met mijn goddelijke besognes. Je hebt ongetwijfeld al genoeg aan je kop met je lijstje nuttige dingen voor de vakantie.’

‘Misschien is god bellen wel heel erg nuttig, wie weet. Maar nu ik je toch aan de lijn heb, heb ik toch nog enkele vraagjes uit de actualiteit hier op aarde. Ik veronderstel dat je qua alomtegenwoordig wel alles een beetje volgt. Ik wou even weten hoe dat nu eigenlijk zit met die divine intervention waarover de man met het oranje gezicht het had op zijn partijconventie.’

‘Breek me de bek niet los… Wat een onzin. Samengevat: het zijn mensen die wapens maken, het zijn mensen die wapenwetten maken, het zijn mensen die wapens verkopen en kopen, en het zijn mensen die op mensen schieten. Die Amerikanen beschouwen die menselijke afwijking zowat als hun hoogste goed, en als een kogel zijn doel niet raakt, dan zou het ineens dankzij mij zijn. Ik dacht het niet. Alsof ik me daarmee zou bezighouden. Ik ben helemaal niet onfeilbaar, en mijn woorden zijn bedoeld voor interpretatie, voor het oefenen in het goede dus. Ik probeer natuurlijk wel ergens voor te staan, dat is wel nodig in deze tijden. Maar wie denkt dat ik een plan zou hebben met zo’n zielige man, die denkt dat de nulmeridiaan zo ongeveer door zijn navel loopt (als je die al zou kunnen zien in zijn dikke buik, grapje!), die zichzelf omnipotent vindt (brrr, de gedachte alleen al…), die – om het heel vriendelijk te zeggen – dwaalt.’

‘Dat lijkt me heel helder. En dan dat hulpje van de oranje man met zijn verbijsterende uitspraken over die “kinderloze kattenvrouwen”, wat is dat voor iets?’

‘Koude rillingen krijg ik ervan, je moest eens weten. En als god ben ik sowieso al luchtig gekleed. Dus als ik hem goed begrijp, zijn vrouwen enkel goed om kinderen te krijgen. Wie dat niet wil, of niet kan, om welke reden dan ook, zou meer belastingen moeten betalen en zou minder stemrecht moeten krijgen. Vrouwen die geen kinderen hebben, hebben geen enkele rol te spelen in de politiek, want ze hebben geen enkel persoonlijk belang. En dan die gasten van zijn club die nu de presidentskandidate van de andere partij aanvallen omdat ze “DEI hire” zou zijn, je houdt het toch niet voor mogelijk. Zodra je vrouw, gekleurd, van een of andere minderheid of niet-christen bent, heb je dus je maatschappelijke positie gekregen, in hun ogen, niet verdiend. Alleen conservatieve witte christelijke mannen hebben een plaats in zijn reactionaire heilstaat. Ik zou eigenlijk een filmpje moeten maken met als boodschap: “Nee, je hebt er helemaal niets van begrepen. Het boek dat jullie zo heilig vinden, is geschreven door mensen, in mensenwoorden en het gaat over de liefde. Ik heb al zo vaak gezegd dat alle mensen, ALLE mensen, naar mijn evenbeeld geschapen zijn.” Maar als ik dat doe, zal de oranje man waarschijnlijk zeggen dat het fake news is, van de slechtste en domste god ooit.’

‘Wat ik me afvroeg: kun jij eigenlijk wel eens vloeken, als je dat zo allemaal ziet gebeuren?’

‘Dat zou zeer handig zijn, maar ik moet er een beetje mee oppassen. Maar soms trek ik me even terug op het toilet, en dan kan ik me eens helemaal laten gaan. Onze toiletten zijn behoorlijk geluiddicht.’

‘Is trouwens de eeuwigheid niet vermoeiend af en toe?’

‘Jij hebt het mysterie begrepen Jean. Je hebt onlangs nog een mooi stukje geschreven over het verlangen. We moeten het daar trouwens nog eens over hebben op een ander moment, er is nog wel een en ander over te zeggen. Maar het goddelijk verlangen is om mens te mogen zijn, sterfelijk dus.’

‘Hoe fijn zou het zijn dat we dan samen een koffietje zouden kunnen doen of dat je mee kunt gaan naar een concert.’

‘Zullen we dat koesteren als onze geheime gezamenlijke droom?’

‘Ja.’

‘En nu moet ik echt weer aan het werk, de plicht roept. Het was zo fijn even bij jou te kunnen zijn.’

‘Het was een ware tweevuldigheid. Grapje!’

(gierende lach)

Geen opmerkingen: