11 oktober 2025

Traag spreken


(Je kijkt naar de foto waar je zelf op staat, met een bordje. Je ziet de reacties, begrijpt nog altijd niet goed hoe dat werkt. Je zou vooral willen weten wat Julia ervan vond. Je voelde haar bij je, de hele tijd. Even had je nog geaarzeld, maar het was beter met haar naam erbij. Je bent trots op haar, en iedereen mag het weten.)

De week mag traag, denk je. (Iets moet nog altijd wegsijpelen uit je lichaam. Misschien wacht het op iets.)

De dingen op het lijstje. Eindelijk kun je sommige dingen afwerken, een voor een.

Verhalen bij elkaar leggen met de collega’s. (Je ziet andere kanten, het is goed.)

Een andere dag. Je kijkt naar de mensen in de trein. Welke droom zouden ze hebben? Je kijkt naar de kleuren die ze aan hebben. (Dat geel staat haar goed, denk je.)

Je denkt na over wat je op je kaart zult schrijven. Hoe herinner je je een leven? Hoe zeg je dat je dankbaar bent dat je iemand hebt mogen kennen?

Die avond, het concert. Je hoort de verhalen van de vriendin die met je meegaat, op weg.

De man in het voorprogramma, je zag hem al eerder. Het is alsof je ziet waar hij beweegt.

De jonge vrouw, ze is nog geen twintig, denk je, loopt met haar gitaar naar de stoel vooraan. Ze speelt de oude bluesnummers van honderd jaar geleden. Ook enkele jongere nummers, maar bij die oude is er alsof er iets gebeurt met haar. Ze is verlegen, soms nauwelijks te verstaan wanneer ze iets zegt tussen de nummers. Tot ze weer begint en ze in haar wereld is. Het ontroert je heel erg. (Sommigen in de zaal denken er anders over, gaan al voor het einde de naar buiten.) Laat haar gewoon zijn in haar wereld, denk je.

Een andere dag. Een ochtendkoffieafspraak. Je aarzelde vooraf een beetje, maar het gesprek valt meteen in de juiste plooi.

Op weg naar de begrafenis. Het weegt een beetje op je schouders. Je vrienden staan al te wachten. Samen gaan jullie naar binnen. De vriendin die naast je zit, zo wou je het. Jullie kunnen tegen elkaar leunen.

Je hoort de verhalen, ziet een leven voorbij gaan. De voorganger is emotioneel, het is mooi, te horen hoe zijn stem soms stokt. Het is mooi, en het is droef, het weegt.

(En de woorden, de beelden, de rituele teksten, je luistert aandachtig. Je trilt, hoor je later. Je bent een andere plek, denk je.)

Samen met de anderen in een rij, met een witte roos, terwijl jullie vriend buiten wordt gedragen voor zijn laatste reis.

Op weg naar de koffie. Een traag gesprek, dat je heel erg ontroert. Jullie begrijpen elkaar, zoals altijd. Ik ben zo blij dat ik je ken, zeg je. (Je hebt weer iets geleerd over jezelf.)

Het werk proberen in te halen.

De avondvergadering. Je bent nog een beetje moe, in jezelf gekeerd, merk je.

Een andere dag. Je collega vraagt hoe het was met de blues. Je andere collega beslist er een bluesdag van te maken. Je vertelt over Robert Johnson en Bessie Smith en Howlin’ Woolf.

Je probeert de vergadering zo kort mogelijk te maken, zodat iedereen het gevoel kan hebben dat er zomaar extra tijd is, een cadeau.

Je zegt die ene avondafspraak af, je hebt nog te veel werk. (En je had iets met jezelf afgesproken.)

De volgende dag. Je begint zo vroeg mogelijk aan het werk voor de vrijdagtekst, zodat je straks rustig naar je afspraak kunt vertrekken.

(Het is iets met aandacht, elke week weer.)

Je bent er als eerste, ze komt even later binnen. Een heel mooi gesprek, zoals steeds. (Je bent dankbaar.) Het ontroert je allemaal. Je probeert haar iets te vertellen. Voor jou is het belangrijk, ook al schaam je je een beetje, of iets in die aard. (Misschien ken je de woorden niet. Misschien ben je wel even onhandig als alle anderen, dat kan ook.) Bij haar zijn je woorden veilig.

En daarna alle dingen die je nog te doen had. (Het lijstje wordt korter.)

Die avond luister je naar een podcast. (Misschien kent die mevrouw die je hoort de woorden wel.) Je leert iets, het is heilig blijkbaar. Misschien wist je lichaam iets, nog voor de woorden.

Een andere dag. De weekendboodschappen. Proberen nog even uitstel te zoeken voor je aan die ene tekst gaat beginnen. (Je hebt er niet zoveel zin in, maar je hebt het beloofd, en het is beter dat je schrijft wat je denkt.)

Je denkt aan iets dat warm is. Je denkt aan een trage huidherinnering.

Geen opmerkingen: