01 september 2011

The Finkler Question

Wie zijn we? Wie zouden we of hadden we kunnen zijn? Hoe blijven we loyaal tegenover onze geliefden en trouw aan onszelf? En hoe overleven we het leven in het besef van het antwoord op die vragen? Die vragen trekken zich naar de oppervlakte in The Finkler Question (vertaald als De Kwestie Finkler) van de Britse schrijver Howard Jacobson. Een boek dat begint als een scherpe satire op alle kwesties die cirkelen rond de woorden joods, zionist en Israël en gaandeweg minder satirisch en meer bitter wordt. Een boek dat het niet alleen heeft over alle dimensies van de joodse identiteit, maar ook veel zegt over vriendschap en liefde, en het eeuwige tekort.

The Finkler Question is het verhaal van drie vrienden. Julian Treslove is een vroegere producer bij de BBC die nu werkt als imitator van bekende mensen. Niet van één bepaalde bekende mens, maar van bekende mensen. Een kameleon die zich in zowat alle aspecten van het leven en de liefde als een gefaald wezen beschouwt. Een soort niemand die twijfelt tussen hopeloos romantische dromen en afgunst. Sam Finkler, een oude schoolvriend van Treslove, is een bekende filosoof en mediafiguur. Hij is een soort Alain De Botton, die populaire filosofische doehetzelfboeken schrijft. Sam is sinds een tijdje weduwnaar, zijn vrouw stierf aan kanker. Libor Sevcik, van Tsjechische afkomst, is een heel stuk ouder dan de twee anderen. Hij gaf hun ooit les aan de universiteit. Nadien bleven ze in contact. Libor werd een journalist die bekende sterren interviewde. Ook Libor is sinds kort weduwnaar.

Finkler en Libor zijn joden, Treslove niet. Treslove heeft altijd een beetje jaloers toegekeken en had het gevoel dat de twee andere vrienden ‘iets’ hadden wat hij niet had. Hun joodszijn leek in zijn ogen bijna een mysterieus rijk waarin hij niet werd toegelaten. Hij gebruikt de naam Finkler als een synoniem voor alles wat joods is. Finkler en Libor zijn in veel opzichten elkaars tegenpolen. Finkler is succesvol en cynisch. Hij heeft zijn avontuurtjes in de liefde en ziet niet altijd hoe bijzonder zijn vrouw is. Hij is erg kritisch tegenover het zionisme en de politiek van de staat Israël en laat dat ook overal horen. Libor staat positiever tegenover Israël en is zijn hele leven intens blijven houden van zijn vrouw. In eindeloze discussies vechten ze op rituele wijze hun disputen uit, zonder dat dat hun vriendschap in gevaar brengt.

Treslove wordt op een avond het slachtoffer van een overval. Hij gaat eindeloos aan het piekeren over wat er werkelijk gebeurd kan zijn en wat hij dacht te horen. Na dat feit, waarin hij als het ware een negatieve identiteit heeft gekregen, gaat hij op zoek naar een nieuwe identiteit, hij wil joods worden. Daarin is hij het spiegelbeeld van Finkler, die zich aansluit bij de ‘Ashamed Jews’ en als het ware zijn identiteit wil ontvluchten. Libor kijkt toe, maar verliest langzaam maar zeker de grip op zijn eigen leven, overmand door verdriet.

Zeker in de eerste helft van het boek vormen de gebeurtenissen, en de eindeloze gesprekken tussen de personages een vaak bijtende satire. Alles komt aan bod, van de situatie in Gaza tot de vraag of een besnijdenis weer ongedaan gemaakt kan worden. Alle dimensies van de joodse identiteit, zionisme en antizionisme, vormen van joods en niet-joods antisemitisme worden besproken, via die drie personages en wat ze meemaken. De auteur doet dat ongelooflijk goed, in een prachtige taal, scherp en trefzeker. Maar naarmate het boek vordert neemt de tragiek het langzaam over van de vaak zwarte humor. Het wordt steeds duidelijker hoe de personages vastlopen in zichzelf. De manier waarop Treslove pijnlijk probeert de leegte in zichzelf te overstijgen in een nieuw geconstrueerde identiteit wordt wrang. En ook Finkler ontsnapt niet aan het besef van de leegte in de rol die hij speelt als bekende persoon en als cynicus in de liefde. Het antisemitisme dat eerst vooral wordt bediscussieerd als een intellectueel vraagstuk dringt sluipend de omgeving binnen waarin de personages zich bewegen en wordt een realiteit op de achtergrond.

Is The Finkler Question dan vooral een boek over antisemitisme? Nee, toch niet. Het is ook, en in sterke mate, een verhaal over vriendschap en liefde. De drie mannen, hoe verschillend ze ook zijn, zijn vrienden. Maar dat wil niet zeggen dat ze altijd loyaal blijven tegenover elkaar. Finkler verliest zich in zijn drang naar erkenning en ziet te laat dat hij de liefde liet passeren. Treslove wil hebben wat hij denkt dat de anderen hebben, verloochent daarmee zichzelf en toont zich geen trouwe vriend. Beide mannen blijven cirkelen in hun eigen begoochelingen en zijn er daardoor niet genoeg voor hun oude vriend Libor. Libor kan het alleen-zijn niet aan. Zijn hechte liefde beschermde hem tegen twijfels en tegen de buitenwereld. En nu zijn geliefde vrouw er niet meer is, dwaalt hij verloren door het leven.

The Finkler Question is een sterk boek, dat je als lezer toch ook wat op de proef stelt. De eindeloze debatten over wat het betekent joods te zijn en wat daarvan de consequenties zijn, worden op een meesterlijk en vaak hilarische manier gekanaliseerd in de gedachten en woorden van de hoofdpersonages. In de tweede helft van het boek lijkt het soms wat van het goede te veel te worden. Wie het boek vooral als een beschouwing over antisemitisme leest, zal het tegen dan misschien wel een beetje gehad hebben. Tegen het einde wordt het echter wranger, en is de satirische toon verdwenen. Daardoor betrap je jezelf er weer op dat wat in het eerste deel soms ‘veilig’ grappig was, naar het einde reëler wordt en dichterbij komt.

Het boek gaat misschien wel minstens zozeer over een pijnlijke zoektocht naar identiteit en is daarin een beschouwing over liefde en vriendschap en al het falen dat daarbij hoort. Het narcisme haalt het van de loyauteit. Het verlies kan mensen over de rand duwen, en het verdriet dat daarbij hoort wordt niet altijd gezien door anderen, die het nochtans zouden kunnen zien. Ook wat deze dimensie betreft stelt The Finkler Question veel vragen. Howard Jacobson heeft dat gedaan via sterke personages – die je dikwijls helemaal niet zo aangenaam vindt – en in een indrukwekkende taal, die beweegt tussen bijtende humor en ingehouden mededogen voor de tragiek die het verhaal langzaam maar zeker overneemt.

Geen opmerkingen: