26 december 2013

De trendziener


Het blijft me een rilling van droefenis bezorgen, dat de selfie het woord van 2013 is geworden. Zoveel tentoongesteld ‘hier ben ik, kijk naar mij, of beter: doe zoals ik, want ik kijk ook al naar mij’...

Of het een teken aan een of andere wand is dat de push-upbeha nu ook al mee zal bepalen of de index stijgt of niet, weet ik niet zo goed. En ik weet verder ook niet zo goed of ik wel voldoende beantwoord aan de schoonheidstrends. Ik heb me dan maar meteen in ontklede toestand naar mijn spiegel begeven om te checken of ik wel een dijkloof heb. Het lijkt redelijk mee te vallen, maar of het zal volstaan om mijn esthetisch verval een push-up te bezorgen, weet ik dus niet. ik zal hierover eerstdaags een schrijven richten aan de erfgoedcommissie. (Is dat dan de afdeling roerend of onroerend? Zoveel vragen…)

Wat ik wel kan zeggen, is dat ik in het kader van het verlicht en betrokken ondernemerschap een eigen bedrijfje heb opgericht om aan trendziening te doen. Het is een van de trends van 2014 dat het woord trendwatcher helemaal passé is.

Maar wat zijn dan de trends van 2014?

De eerste trend is de terugkeer van het regenkapje. Je ziet ze wel eens in deze dagen van winterstormen. Mensen die zomaar, blijk gevend van een merkwaardig soort optimisme, de straat opgaan, en heel verbaasd, en zelfs boos kijken als bij de eerste de beste windvlaag hun paraplu binnenstebuiten waait. De gewone paraplu is (eindelijk) helemaal out in 2014, en zelfs de transparante paraplu die er als een soort koker uit zag, en waar je bijna helemaal onder kon, komt niet meer terug. Wat wel terug zal komen, is het regenkapje. Mijn grootmoeder had zo’n regenkapjes. Ze zaten in een klein hoesje, je moest ze uitplooien, waardoor er van die mooie ribbeltjes in kwamen. En dan het touwtje onderaan vast maken. Het ziet er een stuk eleganter uit dan gewoon met een plastic zak over je kop rondlopen. En het is natuurlijk helemaal vintage.

De tweede trend is die van de drager. De beldrager eigenlijk. Met de bijna-afschaffing van de Senaat dreigt immers een zoveelste kaakslag te worden uitgedeeld aan het bezorgen van briefjes. Maar in het gebruik van de brede range aan beschikbare informatiedragers is ook in 2014 sprake van een interessante dialectiek. Mensen zoeken terug meer authenticiteit, maar dat is moeilijk, na zoveel jaar onderdompeling in het twitteruniversum. Uit een recent onderzoek bleek dat voor veel jonge mensen, die zich zowat binnenstebuiten keren en elke fractie van een begin van een gedachte delen op een mediaplatform (wat altijd wel intelligenter klinkt dan gewoon feesboek of twitterdetwit), het gewoon opgebeld worden wordt ervaren als een inbreuk op hun privacy. Je mag dus wel constant foto’s maken van wat je eet, je mag kaartjes online zetten van je jogparcours, je mag zeggen dat je humeur die dag suboptimaal is of dat je zin hebt in 10.000 likes bij je nieuwe profielfoto, maar gebeld worden, hohohomaar (het is natuurlijk nog altijd een beetje kerstmis). Vandaar dus de nieuwe trend, een vorm van herovering van de echte communicatie. Wie echt in wil zijn, laat vanaf nu per drager een belverzoek bezorgen aan zijn of haar geliefde. Mag ik u bellen? De drager zal je daarna, via een vaste lijn, bij voorkeur met een telefoon met draaischijf, op de hoogte brengen van het antwoord. En daarna kan de communicatieve transactie dan plaatsvinden.

De derde trend is ovomaltine. En ook hier lijkt het om gewone retro te gaan, maar het is meer. Het gaat over een transitie naar een ander economisch paradigma natuurlijk. De voorbije jaren hebben we een welbepaalde vermarkting gezien van het koffie- en thee-universum. Er kwamen allerlei apparaten, met pads en capsules, en ook alle patenten op die wegwerpdingen. Gewoon koffie drinken zat er niet in, je dronk een concept. En wie zich echt wilde positioneren op de markt van interessantigheid haalde natuurlijk een exclusief espressoapparaat in huis, en leerde zichzelf het bijpassende espressojargon aan. Dat zal nu allemaal veranderen door de reïncarnatie van de ovomaltine. De iets ouderen onder ons kennen nog die oranje dozen van vroeger. Binnenkort komt er een eerste ovomaltineapparaat op de markt. Daarmee zul je dan de perfecte ovomaltine-ervaring tot je kunnen nemen. Op de juiste temperatuur, met de juiste melk, in de juiste kop. Het apparaat zal echter geheel in open source ontwikkeld worden, via crowdsourcing, als een vorm van commons als het ware (wat ovomaltine natuurlijk ook wel een beetje is). Elk onderdeel van dat apparaat zal volledig herbruikbaar zijn, en de opbouw zal modulair zijn, het product van ecodesign, en gericht op herstelbaarheid. Dat is dan ook een vorm van herovering van ontvreemde en vervreemdende kennis. Er komen speciale ovomaltinebars, toonbeelden van upcycling, en dat in coöperatief beheer. Ovomaltine wordt ten slotte het symbool van de algehele trend van 2014, die van de trage liefde. Na slow food en slow journalism is het nu tijd voor slow love. Of zoiets.

Geen opmerkingen: