10 december 2017

Alsof een winterroos

Je kijkt verwonderd naar de seizoenen. Naar een roos in december. Het beeld beweegt. Misschien verlangt de roos naar de wind.

Misschien is het goed, naar verlangen te kijken met een trage sluitertijd.

Beelden schuiven soms traag, soms rusteloos, door je heen. Een week die te vol was, of zoiets.

Nog net op tijd voor het concertje. Je zit op de eerste rij. Verbergen dat je zo hard gefietst hebt zit er niet echt in, maar misschien is dat niet zo erg. Een beetje verlegen, een beetje verward, en tegelijk alsof alles klopt, alsof je hieraan zou kunnen wennen. Het grote kleine meisje komt naar voor. Met haar blinkende instrument. Samen met drie anderen speelt ze haar stukje. De juf beweegt mee met elke noot, ze ontroert je. Snel weer terug de duisternis is. Je fietst snel weer weg. Naar waar je ook nog moet zijn. Het is alsof je handen je iets willen zeggen.

De dagen schuiven in elkaar, zonder tijd om tijd te verliezen. Tijd te zijn.

Je maakt je klaar voor de avond. Alle dingen zitten in je hoofd. Alles is voorbereid. Je wilt dat de dingen goed verlopen. De nacht daarna duurt het lang eer je lichaam zich neerlegt. Het ritme bij zo’n nacht is steeds hetzelfde. In twee stappen. Een eerste slaap, verward en rusteloos. Dan weer wakker worden. En wachten. En de wonderlijke rust die dan kan komen, alsof alles rondom jou anders is geworden. Buiten lijkt de nacht rustig en veilig. Kijken naar je lichaam, hoe het zich in die nacht legt.

Een beetje hoekig nog, de dag daarna. De dingen doen die moeten gebeuren. Thuiskomen, en traag door het huis bewegen. Trager ademen. Anders kijken naar wat je eet. Je maakt je klaar voor het optreden. Samen met een dierbare vriendin stap je naar de schouwburg. Vanaf de eerste noten is het alsof er iets met je huid gebeurt. Je voelt je dankbaar. (De plekken waar je jezelf weer terug kunt vinden wanneer je jezelf dreigt te verliezen.)

De nacht daarna is anders, zoeter. Je staat enkele keren weer op. Alles lijkt eindeloos te duren, het is goed. Een droom die je niet zo goed begrijpt, met ook legoblokken erin. Een droom die nog dagen later door je hoofd gaat, met een vrouw die op de trap naar boven loopt. Iets met je handen.

Een andere dag. Het herschikken van lijstjes. Alsof je zo langzaam de dingen onder controle krijgt.

Na een avondvergadering in die andere stad in de trein weer naar huis. Dat uur om te lezen. Het doet je goed.

En de volgende ochtend naar de markt. De geur van verse wafels, terwijl je nadenkt over welke soort aardappelen je mee zult nemen. (Overzichtelijke problemen, die eenvoudig op te lossen zijn. Er zijn twee soorten. Het is anders dan sommige andere dingen eerder die week.)

Na het werk nog even bij gaan praten. Je voelt hoe rusteloos het je maakt, als de dingen je te veel opslorpen, als je niet af en toe kunt zijn bij wie je wilt zijn, als je verhalen in de lucht blijven hangen, als je niet kunt horen en zien dat het die anderen goed gaat.

Nog een vergadering. Je hoofd blokkeert soms, woorden haperen. Napraten in de koude nacht. Het is goed om even bij de verhalen te zijn. Ook al zijn ze droef.

De volgende ochtend naar de andere stad. Nieuwe dingen bij leren. Ongeveer al die Catalanen die eerder die week in de stad waren, proberen nu op de trein te stappen.

Die avond. De vragen van de quiz schuiven voorbij. De volgende tafel blijkt de hele tijd alle antwoorden goed te hebben. Maar dolle pret is er niet echt bij hen, denk je. Je bent moe, maar het is fijn, in goed gezelschap.

Een ochtend met sneeuw. Je komt traagjes op gang. Je keek uit naar deze dag. Naar de leegte, zoals het in dat boek gezegd wordt. En bijpraten. Verhalen bij de koffie. Je kijkt naar hen, het is goed hier te zijn, denk je. De plekken waar je jezelf terugvindt. Nadien is het alsof je lichaam anders beweegt.

De kranten. De middagdut. Weerloos liggen snotteren nadien bij een programma waarin mensen elkaar na eindeloos veel jaren weer terugvinden.

In de verhalen die je vertelde zie je nu enkele lijnen, nu het einde van de week nadert. Iets in je is veranderd, en het is goed.

Je leest de toneeltekst die je kreeg van een dierbare vriendin. En je ziet de zee.

En het is goed.

Geen opmerkingen: