17 maart 2023

Een beetje vroeg


Het begin van de week. Je mag die ochtend een les gaan geven. Vroeg opstaan, vroeger opstaan. Je hebt de radio aangepast, legt ook nog je telefoon met wekker naast het bed, om toch zeker om half zes wakker te zijn. Om dan vast te stellen dat je geheel autonoom netjes vijf minuten voor je radio aanspringt wakker wordt. Het liedje dat dan ineens door de nog een beetje nacht beweegt, is meteen een lieveling van jou. De dag kan niet meer stuk.

Je bent natuurlijk goed op tijd in het station om die trein van kwart voor zeven te halen. Even aarzel je nog, de vorige trein, met een beetje vertraging is er nog. Je zou een beetje kunnen lopen, en zo dan meer tijd hebben voor de overstap. Maar je neemt je voor om gewoon op de kosmos te vertrouwen, zeker na dat liedje op de radio.

De trein vertrekt op tijd, rijdt lekker door het landschap. Je hebt zes minuten om over te stappen. In Muizen begint je trein tergend traag te rijden. Je overstaptijd smelt weg. Je mist de aansluiting. De lerares bij wie je je les gaat geven zou twee stations verder mee instappen, zodat jullie samen naar de school zouden kunnen lopen. Je stuurt haar een bericht dat je je aansluiting gemist hebt, en neemt tien minuten later een andere trein. Ze belt je. Diep beneden in dat heel grote station stap je over op een andere trein. Iemand komt naar je toe, spreekt je aan. Ze is een collega van die lerares, kreeg het bericht jou te gaan zoeken in de trein. (De kosmos en die lerares zijn goed bezig.) Het maakt je een beetje verlegen.

Even na acht uur kom je aan in de school. Ze neemt je mee, met nog een omweg langs het leraarslokaal voor een koffietje. Ze heeft ondertussen de oude klascomputer opgestart voor je presentatie. De leerlingen beginnen binnen te komen. De bel gaat. De directeur komt binnen, hij komt ook je les volgen. Je begint met je verhaal. Je merkt hoe de leerlingen een voor een een beetje naar voor schuiven, naar de voorkant van hun stoel, subtiel knikken af en toe. Je krijgt mooie vragen. Ze komen je een doosje met chocolaatjes brengen. De lerares is heel blij met wat je deed, raakt de hele tijd je arm aan. Je vertrekt. De leerlingen, ondertussen buiten, knikken je toe. Je haalt nog net de trein om naar je werk te gaan. Je stuurt haar nog een berichtje om haar te danken voor het warme onthaal.  

Je krijgt nog een belangwekkend bericht over Jan-eten.

Die avond heb je nog een late vergadering. Het is alsof je een heel klein beetje scheel kijkt wanneer je tegen middernacht weer in je bed ligt. (Je vergeet gelukkig niet je radio terug op half zeven te zetten.)

Een andere dag. Je komt een beetje trager op gang. Maar elke dag is er meer licht. Een klein beetje wonder elke dag.

De dag schuift rustig verder. Weer thuis vertrek je al snel weer voor die samenkomst. Je hebt een sessie te leiden daar. Op de fiets bereid je in je hoofd de dingen nog een beetje voor. Het wordt een mooi gesprek. (Je hoort zoveel dingen waarmee je iets zou willen kunnen doen.) Voor je weer vertrekt, lukt het eindelijk om met die vier mensen die je zo bewondert samen op de foto te staan. (Nog voor je de foto gezien hebt, ontroert ze je al. Alsof die foto tegelijk iets van rouw in zich heeft.)

Een andere dag. (Wat een rare droom was dat…)

Er is nog een belangrijke verjaardag. (Het cadeauplanningsbeleid heeft weer goed gewerkt, denk je.)

Tussen de dingen door werk je aan het stuk dat enkele dagen later zal gepubliceerd worden. Je zat al enkele dagen te wachten op een beeld dat naar je hoofd zou komen. Ergens in de nacht is het gekomen.

Die avond lees je het stuk in, voor het eerst met die nieuwe microfoon. (Zou die ervoor zorgen dat je je eigen stem iets beter kunt verdragen?)

(Weer een ingewikkelde droom, als een ingewikkeld verhaal met heel veel zijwegen.)

Een andere dag. Een vroege vergadering. De mensen op je scherm lijken precies alle tijd van de wereld te hebben, ze trekken het verhaal alle richtingen uit. Misschien heb je een te praktisch hoofd, wil je altijd meteen weten wat die brede beschouwingen concreet betekenen. Misschien wil je gewoon dat de dingen een beetje vooruit gaan. (Sommige mensen glimlachen.)

Die avond mag je zoals elk jaar een presentatie gaan geven. (Je hebt wel elfendertig keer het signaal gekregen dat je presentatie niet te lang mag duren.) Je houdt je netjes aan de voorziene tijd, de raadsleden kunnen nog veel vragen stellen. Nadien praat je buiten nog na. (Iets in je is stiekem trots op wat jullie gedaan hebben.)

Een diepe nacht.

Je huid lijkt traag in de dag te komen, haperhuid. 

Je werkt je lijstje netjes af, vertrekt met een vermoeid hoofd weer naar huis.

In de winkelstraat merk je dat het een stuk warmer is dan een week geleden. De eerste topjes zijn uit de kast gehaald. Enkele blote buiken worden gesignaleerd. Sommige dingen moeten geëtaleerd worden. Het is te verdragen.

Weer thuis. De dingen mogen zich neerleggen.

Geen opmerkingen: