03 oktober 2014

Iets met moed

Moeilijke onderwerpen. Af en toe moet je toch proberen er iets over te zeggen. En dan nog. Het woord moeilijk heeft misschien alleen betrekking op jou. Op de rangorde van problemen scoort het waarschijnlijk ergens tussen de 0 en de 1, nauwelijks waarneembaar dus.

En toch. Er alleen al aan denken kan je hevig in de war brengen. Het kan je neiging stimuleren om heel ver weg te lopen, heel ver weg te blijven lopen (je deed het misschien sowieso al de hele tijd).

Iemand vraagt je: waarom schrijf je geen boek? (En je denkt: een echt boek, een heel boek, met één verhaal, verschillende personages, plekken, tijden, …) Je zegt: dat kan ik niet. Iets later zeg je: dat durf ik niet. Nog iets later zeg je: om dat te doen, zou ik moeten gaan naar stukken in mijn hoofd waar ik niet graag kom, of waar ik alleszins niet graag blijf. Je hebt de moed niet, zeg je.

Je leest het stuk in de literaire katern van de krant, over de dichter. De dichter die al zoveel jaar van zijn leven koppig door blijft werken aan zijn gedichten. Die genadeloos elke millimeter van wie hij is heeft verkend in woorden. (Je denkt: ik zou gek worden, of minstens gillend wegrennen, van alles.) Hij heeft moed, denk je.

(En nog even los van het feit dat je talenten erg beperkt zijn. Die vaststelling alleen al lost eigenlijk alle vragen ineens op. Op goede dagen ben je enigszins middelmatig, misschien. Maar je doet even of het daar niet om gaat.)

Je zou relatief eenvoudige antwoorden kunnen bedenken. Zoals: ik kan geen verhaal verzinnen, geen personages maken. Alleszins niet personages die een hele reis meegaan. (Misschien kun je het wel, een beetje toch, als het een soort sprookje mag zijn. Is dat dan veiliger?)

Je zou de iets moeilijker antwoorden ook kunnen geven. Zoals: ik kan geen personages slecht laten zijn. (De ondergrond wordt al drassiger.) Als je naar mensen kijkt, is het niet moeilijk al hun kanten te zien. Je moet toegeven dat je niet helemaal goed om kunt gaan met duistere motieven of slechte karaktertrekken. Iets in je is er nooit op voorbereid. Ook op kleine schaal. De randgebieden, waar verlangen overgaat in egoïsme of hebzucht, waar je anderen zou kunnen gebruiken, en de hele verwarring tussen al die krachten die een mens in alle richtingen trekken. Je kunt die dingen zien, je kunt ze soms observeren bij jezelf, maar ze blijven ook een beetje terrein dat nooit een vertrouwde plek zou worden. En als je echte mensen zou willen in een boek, zou je net op die plek moeten gaan staan om ze te kunnen zien, en daarna tot woorden te maken. Iemand zou al snel zeggen: die mensen in je boek zijn allemaal goed, ze lijken allemaal een beetje niet van deze wereld.

Je zou nog een stapje verder kunnen gaan. Zoals: ik heb te weinig van het echte leven meegemaakt om een boek te schrijven. (Zeg je dan iets als: ‘echte’ mensen wonen samen, hebben kinderen, hebben relaties, gaan op reis, leven wild, …? Misschien, stel je een beetje verbaasd vast.)

Er zijn nog andere moeilijke antwoorden op de moeilijke vraag. Zoals: ik kan het alleen op de korte afstand. Een klein stukje maken, dat af en toe heel gecondenseerd kan zijn, heel intens. En daarna snel weer weglopen. Een dialoogje maken als een momentopname, waarin je in het beste geval allerlei krachten voelt samenkomen, waarin alles gesuggereerd wordt, maar niets uitgesproken. Voor een klein stukje heb je maar een klein beetje moed nodig. Je kunt even de deur openen, even in de wind gaan staan, wetend dat je snel weer weg zult zijn. Een klein stukje, als het even uitstellen van de vlucht. Als het heel goed gaat, is zo’n tekstje een plek, waar mensen even kunnen zijn.

In een goed boek voel je het meteen. De schrijver of schrijfster vlucht niet, maar dompelt zich onder, heeft geen schrik van de lange afstand, hoeft de personages niet te vrezen. In een minder goed boek voel je het ook meteen. Je voelt het bordkarton, je voelt het ‘boekje spelen’, je ziet de techniek, je voelt dat het verhaal geen noodzaak in zich heeft.

Ergens in het woord vlucht ligt de sleutel, je weet het zeker.

Misschien is de vraag niet moeilijk, maar verkeerd. Misschien zijn er vormen die bij je passen. Bij de deuken in je lijf. En is het goed zo, en genoeg. Misschien kun je sommige moerassen in je hoofd niet droogleggen, en hoeft dat ook niet. Misschien weet je het gewoon niet, en zul je het ook nooit weten. Misschien kom je met elk woord wel een beetje dichter. Misschien heb je ooit de moed voor iets met moed.

1 opmerking:

Greet Mertens zei

Afgelopen week schreef ik een tekst op Motherland van Nathalie Merchant. Het hoort bij de afronding van het eerste jaar van mijn therapieopleiding. Het begint zo.

weg van hier, neem me mee.
daar ligt het land van de zee.
weg van het zwijgen, de leegte, het lijden, wacht niet.
er is niemand die je ziet
kijk niet om, 't is voorbij
alles wordt anders, wees vrij.
niet meer aan denken, verleden vergeten, vlucht voort.
er is niemand die je hoort.
ach mijn kind, kom bij mij
laat je wiegen, ik draag je dicht bij
laat je zien, zing met me, sla je vleugels en vlieg.
ik heb je lief.

Zoals je weet is vluchten mij niet vreemd.Ik heb het altijd als moedig beschouwd om te gaan, te ontdekken, het verder op te zoeken. Nu heb ik moed nodig om terug te keren. Naar wie ik ben. Daar is adem. En vreugde. Als ik je stukje lees dan zie ik niet iemand die vlucht, maar iemand die wacht. Op het juiste moment misschien. Schrijven is creëren.Iets boetseren in de verbeelding. Wie leest geeft toestemming daarvoor.De vraag is dus: wat wil je creëren, wat wil je tot leven wekken. Er zijn geen regels voor jouw schepping, behalve de regels die je zelf maakt (wat ook leuk is om te doen). Ik ben benieuwd naar de wereld die jij nu zou kunnen creëren. Als één van de weinige, misschien wel de enige, heb ik het voorrecht gekend om meegenomen te worden in je kinderwerelden. Ze waren er heel vanzelfsprekend. Ik heb me nooit afgevraagd of jij moedig was. Dat was niet nodig, want je karakters waren het. Moedig en slim en romantisch en grappig.Jij was voor mij de schrijver van alle mogelijke boeken. En iets in mij zegt dat je dat zelf ook wist.Ik zou het een groot geschenk vinden als je zou besluiten om terug te gaan en de draad weer op te pakken. Ik ben benieuwd naar jouw wereld nu.