11 oktober 2014

Luxe XL

Ik zag haar in de krantenwinkel. Ze was net als ik een beetje de kluts kwijt. Je moet soms al moeite doen om iets zinnigs te vinden in de magazines die bij de weekendkranten gevoegd worden. Maar dit weekend deden ze er nog een schepje bovenop. Alsof ze het onder elkaar hadden afgesproken of zo. Bij de twee kranten die ik altijd lees, zaten magazines die eigenlijk als enige inhoud hadden: luxe. Op een daarvan stond het ook met zoveel woorden: Luxe XL.

In de gang buiten de krantenwinkel keken we elkaar aan met dezelfde o jee-blik, gevolgd door een zucht. Zullen we een koffietje doen, stelde ik voor, een gewoon koffietje, dat is al luxe genoeg.

Irma, zo heette ze. Fijn, dacht ik, dat er toch nog iemand is met die naam.

‘Begrijpt u dat nu? Kijk nu, zo dik, zoveel foto’s, zoveel artikels. Zoveel mensen die uren, dagen hebben gewerkt om een magazine te maken waarin ze het over luxe hebben. Is het nu de bedoeling dat ik me, door dit alles aan te raken en te lezen, ook verbonden ga voelen met die andere droomwereld, dat ik me ook luxe ga voelen? Het enige wat ik denk, is: dit ben ik niet, dit gaat nergens over. En ze hebben veel moeite gedaan om het te maken, en dat moet stukken van mensen kosten, en waarom? Wat wil men hiermee zeggen?’

Eigenlijk was daarmee die discussie gesloten, want we waren het behoorlijk eens. Ik vulde nog aan dat zoveel uitgestalde luxe, met zoveel vanzelfsprekendheid gebracht bij de krant, me alleen maar verdrietig maakte.

‘Weet u, ik had eigenlijk gehoopt dat de magazines vol zouden hebben gestaan met verhalen over de liefde. Dat lees ik wel graag in het weekend, zo aan de ontbijttafel. Hebt u dat ook?’

Ja, zei ik, alsof het een guilty pleasure was. Irma ging snel weer verder.

‘Soms vraag ik me het af, hoe anderen dat doen, de liefde. Ik vind het toch wel een beetje ingewikkeld. Ik heb een tijd een vriendje gehad. Hij zei dat hij me mooi vond, maar te traag. In de liefde dan, niet in de rest, want daarin ben ik nogal snel, denk ik.’

Ik zei dat ik dat wel een beetje herkende. Mensen zeggen me vaak dat ik snel stap, wat misschien ook wel zo is. Ik zag dat Irma haar best deed om haar stem niet te laten overslaan.

‘Hij is weggegaan, en heeft een snelle madam gevonden, veronderstel ik toch. Ze heet Peggy. Peggy zou trouwens zo in dat boekje van Luxe XL kunnen staan. Hoewel, die vrouwen in dat boekje hebben toch niet zo’n grote borsten als Peggy. No way, dat die van Peggy echt zijn. Hij zei tegen mij dat Peggy hem beter begrijpt, en dat hij zich voor haar niet moet inhouden. Subtiel, qua stille wenk.’

Ik had mijn koekje bij de koffie aan Irma gegeven. Ze at het eerst rustig op, voor ze weer verder ging.

‘Ik denk dat ik de meeste dingen wel snel kan. Opruimen, afwassen, mails beantwoorden, de krant lezen, koken, een artikel over de tweede wet van de thermodynamica begrijpen. Maar de liefde, dat gaat traag bij mij. Ik open me traag, denk ik. Niet dat ik dat zo wil, integendeel zelfs, maar het is nu eenmaal zo.’

Ik vertelde haar dat dat bij mij niet zo anders is. Iets over deuken, en hoe ermee om te gaan.

‘Ik had het hem nog gezegd, dat hij geduld moest hebben met mij. Maar dat leek hij niet goed te begrijpen. Of hij dacht dat dat maar eenmalig was of zo. Alsof ik een blikje was waarvan het deksel knelde, en dat je dat dan gewoon even open moest maken. En misschien ben ik wel meer als een mossel, die telkens weer dicht gaat. Sorry voor de beeldspraak, maar op dit uur van de dag ben ik nog niet in staat tot grootsheid.’

Ik zei haar dat men misschien ook, voor de beeldspraak dan, een vegetarisch alternatief zou moeten zoeken voor de mossel, om dan hetzelfde te zeggen. Maar ik realiseerde me meteen dat dat een ongemakkelijk grapje was. Lichte humor om de herkenning niet te laten blijken, of zo.

‘U kunt wel goed luisteren, wist u dat? Nu ja, soms ben ik ook wel blij dat hij weg is. Zoals in het weekend. Ik heb niet bepaald een ochtendhumeur. Maar in het weekend wil ik graag in stilte lang aan tafel blijven zitten. De ene dag de ene krant, de volgende de andere. En hij kon daar helemaal niet tegen. Misschien zou hij nu dit weekend wel blij geweest zijn met die luxebijlagen. Ik wil eigenlijk alleen verhalen lezen, verhalen van mensen. Luxe, als onderwerp op zich, dat is geen verhaal.’

Irma maakte zich klaar om te vertrekken. Ze moest nog boodschappen doen. En ook nog een cadeautje zoeken, en naar het postkantoor brengen om te laten verzenden naar een vriendin. Ze glimlachte nog eens, streelde door mijn haar, leek even iets te willen zeggen, en vertrok toen. Ik bleef nog wat zitten, en toen was het ook voor mij tijd voor de boodschappen. Snel boodschappen doen kan ik overigens ook, dat had ik haar nog moeten zeggen, dacht ik nog.

Geen opmerkingen: