07 augustus 2016

Het leven en zo

Of dat nu eigenlijk in de categorie ‘nuttig’ valt? Je had je ook voorgenomen om tijdens de vakantie na te denken. Over het leven, en zo.

(Iemand fluistert: doe je dat dan de rest van het jaar niet soms?) (Geen antwoord.)

Die nieuwe CD met orgelwerken van Bach. Om een of andere reden had je altijd een beetje schrik van orgelmuziek. Maar misschien is het wel tijd om groot te worden.

Je hebt beloofd aan een vriendin dat je haar op de hoogte zult houden van je overwegingen. Over een onderdeel van het leven. Of is het omgekeerd? Je bent nu al zenuwachtig. Je zou haar graag enkele geweldige nieuw verworven inzichten overmaken. Het niveau is voorlopig nog van het aanmodderende soort. Jouw leven dus, en zo. Maar je zult je best blijven doen, wat die overwegingen betreft.

Het is mooi hoe die muziek zich langzaam opent voor jou. Vroeger – nu besef je het – was het soms alsof het instrument als een soort reus – hopelijk van het vriendelijke soort – tussen jou en de muziek stond. En op deze plaat is het alsof het orgel in de aarde staat, alsof je de onderdelen van het instrument voelt zuchten en kraken en zweten.

Iets beseffen over de leeftijd die je nu hebt. Je dacht het nog, de vorige dag, terwijl je zat te praten met die vriendin. Zij terug van die grote vakantie, zij nu in een nieuwe mooie fase van haar leven. Het was die ene zin in het gesprek. En je dacht: ja, inderdaad. Iets over met afstand naar de dingen kijken. Nog beter weten dat hoe je de dingen zegt het belangrijke is. Iets over zorgzaamheid. En denken: we zijn hier nu, aan deze kant van de lijn, en dat is goed.

De statigheid die je verwacht bij het orgel is hier zo breekbaar geworden. Een beetje als een oude man, met lichtjes stramme handen, maar ook met twinkelende ogen. En die oude man ziet de muziek beter. Op de grens tussen blijven en verdwijnen.

Iets zien. Zien, maar daarom nog niet begrijpen. Over littekens en deuken. Hoe ze blijven, toch. Hoe ze ook een plaats in het landschap krijgen. Misschien had je vroeger grotere verwachtingen over je eigen maakbaarheid. Misschien bots je nu, nog steeds, op je eigen grenzen, wat dat betreft. Je kunt je verzoenen met je landschap, vrede sluiten. En weten dat de littekens blijven. Je kunt ook leren om de rest van je huid te leren kennen.

Misschien is het orgel zelf breekbaar. Alsof het zijn eigen eindigheid heeft aanvaard. Zo klinkt het. Waardoor het verlangen anders klinkt.

Het besef van kantelpunten in jezelf. Weten dat als je daar zou komen een beslissing niet zo moeilijk zou zijn. Niet meer zo moeilijk als eerder. Waarschijnlijk toch.

Die pompende baslijn. Bijna buiten adem. De bas. Iets met geworteld zijn.

Iemand raakte het aan in een gesprek. Het onderwerp. De grenzen van je lichaam. Er zijn verschillende soorten grenzen, besef je. De grenzen tot waar je je lichaam kunt duwen. De pijn. En de grenzen van je lichaam waarachter je schuilt. En hoe die twee met elkaar samenhangen.

Hoe het altijd even blijft nagalmen. Hoe je een rimpel in het wateroppervlak kunt maken.

Wat mensen zoeken in de liefde. Wat ze hopen te vinden. Wat ze ontdekken na een tijd. Waar ze bang van zijn in de liefde. Hoe het zoeken gelijk kan lopen, zonder dat je het helemaal beseft. Hoe de tijd een eigen mening heeft over het idee dat dingen verworven zijn. Wat je zocht en wat je zoekt, hoe ze elkaar tegenkomen, en hoe je armen te kort zijn. Verhalen over iets dat blijft. Verhalen over zichtbaarheid.

Hoe langer je luistert, hoe meer de muziek uit elkaar lijkt te vallen. Als lijnen in het gras. Je zou ze aan kunnen raken. Niet dat ze hun bestemming verliezen. Het is meer als de troost van rimpels.

En iets over familie. Hoe groot het is. En hoe klein. Je kijkt naar hoe het werkt. Je ziet hoe het gaat, met de kinderen. Hoe families door elkaar lopen in je hoofd. Je ziet de plekken waar je niet bent. Je maakt zelf je eigen plekken. Maar je weet nooit waar je zult zijn, later. Je weet zelfs niet goed wanneer later zou kunnen beginnen.

Het verlangen dat klinkt, het is nog steeds groot. Het klinkt in klanken die uiteindelijk door mensenhanden zijn gemaakt, en toch zichzelf ontstijgen. Het lijkt nog een beetje ingehouden, getemperd, in een helder bouwwerk. En toch, het verlangen is groter, altijd groter.

Het ritme brengt je dichter bij jezelf. Misschien is dat een inzicht. Dichter bij de scheuren, bij het falen, bij het onvermogen. Dichter bij het luisteren, bij het aanwezig zijn, bij het geraakt worden.

Geen opmerkingen: