08 april 2018

De moord op commendatore

Die eerste zin van de Goddelijke Komedie van Dante. “Op ’t midden van ons levenspad gekomen / kwam ik bij zinnen in een donker woud, / want ik had niet de rechte weg genomen.” Het hoofdpersonage uit de nieuwe roman van de Japanse auteur Haruki Murakami De moord op commendatore (deel 1 en 2) bevindt zich bij het begin van het vertelde ook ergens midden in een leven. Een leven dat een soort vanzelfsprekendheid is geworden, waar de dingen hem leven, waar alles voorspelbaar is. Het donkere woud komt later in het boek. Door een breuk komt de verteller in een periode van chaos terecht. Hij moet zichzelf vinden, door af te dalen in een onderwereld. Na negen maanden komt hij terug uit waar hij begon, al is hij anders geworden. De verteller heeft het over een kloof tussen twee huwelijkslevens. Misschien was het eerste leven onbewust, en is het tweede bewust. De normaliteit van het eerste leven was misschien kleurloos, die van het tweede lijkt meer kleur te hebben.

Wie al eerder een boek van Murakami las, zal zijn unieke universum al snel herkennen. Bij het einde van het boek, na meer dan duizend bladzijden, twijfel je een beetje. Als je je vooral richt op de klassieke bestanddelen die in zowat al zijn boeken terugkomen, is er soms iets van een zekere vermoeidheid. Het klikt niet allemaal perfect in elkaar, zo lijkt het soms. Tegelijk corrigeer je dat gevoel dan ook weer. Er zijn nieuwe werelden toegevoegd aan zijn universum. In dit boek is dat de schilderkunst. En je kunt als lezer ook niet anders dan vaststellen dat je steeds gulziger bent gaan lezen, ook nu weer, eens het verhaal goed en wel is vertrokken. (Hij doet het weer, die Murakami, besef je na een tijd.) Het eerste deel bouwt alles stap voor stap op. In het tweede deel wordt het heel spannend. Al die spanning gaat naar een bijna onverwacht rustpunt bij het einde van het boek. De hoofdpersonages hebben een gevaarlijke wereld aangeraakt, hebben hun eigen hellevaart gekregen, en kiezen ervoor om verder te gaan. Het besef van het mysterie en het risico is als een geheim dat ze dragen maar dat ze niet willen uitdagen. Die hele omweg was misschien nodig voor de verteller om terug uit te komen bij wat brak bij het begin. Misschien moet je de demonen zien om verder te kunnen met de liefde.

De verteller is een portretschilder. Hij kan het blijkbaar (technisch) heel goed, maar is er met zijn hart niet echt bij. Zijn vrouw deelt hem mee dat ze hem gaat verlaten. Willoos lijkt hij tussen de dingen te staan die hem overkomen. Hij gaat dolen doorheen Japan en komt uiteindelijk terecht in het huis van een vroegere bekende schilder, die dementerend elders verblijft. Hij verblijft daar, past op het huis, en probeert een soort nieuwe positie voor zichzelf te vinden. Hij gaat tekenles geven en leert de grote platencollectie van de oude meester kennen. Een aantal gebeurtenissen trekt langzaam maar zeker een keten van spannende ontwikkelingen op gang. Er is de rijke Menshiki, die aan de andere kant van het dal in zijn grote huis woont en aan hem vraagt om zijn portret te schilderen. Met het tekenen van portretten was hij op een soort dood punt terechtgekomen. Het is alsof hij zichzelf opnieuw moet vinden, misschien voor het eerst. De mysterieuze Menshiki doet echter niets zomaar, alles is een onderdeel van een ruimer plan. De verteller ontdekt op de zolder van het huis een schilderij van de oude meester. Op het schilderij is de moord op Commendatore te zien, wat verwijst naar Don Giovanni van Mozart. Het blijkt een tot dan toe onbekend werk te zijn van de beroemde schilder. De verteller is meteen totaal gefascineerd door het schilderij, dat een diepere boodschap lijkt te bevatten en hem lijkt op te roepen iets te doen. Via het schilderij blijkt er een link te zijn naar de Tweede Wereldoorlog en traumatische gebeurtenissen in de familie van de oude schilder.

En dan beginnen de merkwaardige dingen zich op te stapelen. Er is een mysterieuze bel die telkens ’s nachts op  hetzelfde uur weerklinkt uit een holte in de grond. Het openen van wat gesloten was brengt een zogenaamde ‘idea’ in het verhaal, een wezen dat de vorm heeft van de Commendatore uit het schilderij. Het wordt allemaal stap voor stap opgebouwd. Het andere hoofdpersonage, het jonge meisjes Marie, krijgt een steeds belangrijker rol. Voor de verteller is er een verband met zijn zusje, dat jong stierf. Zijn vrouw die hem verlaten heeft, had voor hem ook al iets dat hem terugbracht bij dat zusje. Een cruciale herinnering die bij dat zusje hoort, is een verhaal over een afdaling in een grot, wat bij haar leidt tot een groter besef of een soort herboren worden. Dat motief komt terug als de opdracht voor de verteller.

De dreiging groeit in het verhaal. De jonge schilder en het meisje komen dicht bij een gevaarlijke wereld waar de dingen wel eens helemaal fout zouden kunnen aflopen. Als in een spiegelbeeld lijkt er een samenhang te zijn tussen de gevaren waarin ze terechtkomen. De verteller zal moeten laten zien dat hij moedig is en bereid om een offer te brengen om het meisje te redden. Het is een tocht die door een donker woud leidt. Misschien heeft hij – door af te dalen in de duisternis – uiteindelijk vooral zichzelf gered. Als schilder had hij in het schildersatelier van de oude meester al een nieuwe en meer authentieke versie van zichzelf gevonden. Na de spannende afdaling in de andere, parallelle, wereld kunnen de verteller en het meisje hun inzichten met elkaar delen. Enkel met elkaar, zo beslissen ze. En zo kunnen ze verder met hun leven.

Zoals gezegd voegt het element van de schilderkunst iets toe aan de wereld van Murakami. Zijn stijl heeft iets magisch. Zijn zinnen lijken op zich vrij nuchter en kaal. Maar eens je weer in dat ritme zit hebben ze een merkwaardige heldere sensualiteit. Dat het vertellende hoofdpersonage een schilder is die op zoek is naar een meer bewuste versie van zichzelf voegt een nieuwe laag toe aan een wereld die je dacht te kennen. De magische kracht die uitgaat van het schilderij uit de titel kun je voelen zinderen. En het geworstel in de zoektocht naar wat een ‘echt’ portret is voel en zie je voor je. Je zou het niet kunnen beschrijven, maar het is alsof je in je hoofd het schilderij kunt zien dat het diepere wezen raakt van de geportretteerde. Je begrijpt ook waarom dat ene cruciale schilderij uit het boek onvoltooid moet blijven. Het heeft allemaal iets te maken met het vinden van kleuren in wat tevoren kleurloos was. Het huwelijk dat na negen maanden weer opgenomen wordt, is dichter bij die kleuren gekomen. Het is alsof dezelfde normaliteit nu bewust gekozen en beleefd is, alsof een liefde nu pas een vervulling kan krijgen.

Hij heeft het weer eens gedaan, Murakami, in De moord op commendatore. Het is misschien niet zijn beste ooit. Je twijfelt soms een beetje, misschien vooral in het eerste deel, als alles zich nog op gang moet trekken. Je ziet de klassieke elementen, maar op een of andere manier is het ook alsof de auteur ze bewuster gebruikt. Maar je ziet ook de kleuren en de diepere en onvatbare lagen die kunnen huizen in een schilderij. En je bent als lezer toch weer eens helemaal (en in het tweede deel soms in een rotvaart) meegezogen in die tegelijk wonderlijke, magische, heldere, melancholische en ook zinnelijke wereld die zo herkenbaar en tegelijk onuitlegbaar is. En dus kijk je toch al weer uit naar een volgend boek van hem.

Geen opmerkingen: