09 december 2018

Even


Soms is het een beetje te veel van hier naar ginder, denk je, al proactief. Soms zou je gewoon ergens willen blijven, voor even. Soms wil je het ritme van gewone dagen, zul je later denken.

Je staat opleiding te geven. De klimaatmars zit nog een beetje in je benen, je wiebelt een beetje anders. Soms weet je niet van tevoren of die lange zin er in het Frans uit zal komen of niet. (Waar komen Franse zinnen vandaan? Waarom lopen ze in zichzelf vast, ergens halverwege? Existentiële vragen.)

Een namiddag over technologie, en hoe die cultureel en ideologisch verankerd is. (Je had liever meer tijd gehad om jouw bijdrage voor te bereiden. Het is wat het is, je moet nu even snel denken, terwijl je dat liever trager had gedaan.) Je bent blij als je je vrienden hoort praten. Fijn dat je een heel klein stukje van de puzzel mag leggen, fijn dat je bij dit clubje mag zijn. (Misschien ziet men niet dat je een klein beetje verlegen bent.)

Van vergadering naar vergadering naar vergadering. (Eigenlijk vind je dat niet zo fijn. Later zul je het beter zien, het vooravondeiland dat je graag hebt voor jezelf.)

Een andere dag.

De avondvergadering die nog moet komen gooit een schaduw voor zich uit. Je knutselt alles netjes in elkaar, dat stuk heb je zelf in de hand.

Ergens in de nacht thuiskomen, en denken aan iets van een kelk.

Weten dat je lichaam in vertraging zal reageren.

Je lichaam kan zacht wakker worden, of niet.

(Tussendoor denk je nog terug aan vorige week, een zaal vol vrouwen. Hoe je je op een of andere manier heel erg thuis voelde daar, verwelkomd.)

Lijstjes afwerken.

Je vertrekt naar weer een debat over vliegtuigen. In de hal van het station sta je rustig aan te schuiven aan het loket. Een vriendelijke meneer van de spoorwegen vraagt of hij je kan helpen. Je zegt dat je gewoon een ticket wilt. Hij zegt dat je dat ook bij de automaat daar kunt halen. Je zegt dat je dat weet maar dat je liever bij een echte mens gaat, en dat je hen zo ook wilt steunen. Hij zegt dat hij dat liever ook doet. (Het maakt je een beetje droef.)

Van aan de debattafel kijk je naar de mensen in de zaal. (Eerder schrok je al van de foto’s die je van jezelf zag, hoe moe je leek, of droef, dat kan ook. Je bent een beetje moe.) Bij de laatste vraag neemt iets het van je over. Je geeft jezelf uit handen aan woorden die maar blijven komen, ze trillen diep in je. (Nadien komen mensen je bedanken. Het verwart je altijd een beetje, je voelt je dankbaar.)

Laat die avond, weer thuis, nog de afwas doen. Je wilt echt met een leeg aanrecht de volgende dag kunnen beginnen, anders is het alsof de dingen je uit handen glippen.

(Hoe zit het met die handen? Tegen middernacht sta je in het huis, je handen trillen. Misschien ben je echt een beetje te moe.)

Een andere dag. Je lichaam wordt verkeerd wakker. (Het woord verkeerd zou je niet kunnen uitleggen, alleen vaststellen.) Het is beter die dag thuis te werken. Het is beter die zoveelste avondvergadering af te bellen. (Natuurlijk zul je alles wel nog voorbereiden en doorsturen, anders zou er ongetwijfeld een of andere goddelijke straf volgen voor zoveel gemakzucht.) Heel even terug in een ander ritme, heel even weer zelf je thuis zijn.

De dag beweegt zich rustig verder. Je adem komt weer dichter bij je huid.

Een avond met een warm dekentje en een romantische film. Meer heb je niet nodig. (Soms ben je een voorspelbaar watje. Vaak, eigenlijk.)

Een andere dag. Je werkt je stukje af. En Julia is er weer bij, stel je vast. Soms kiest een onderwerp zichzelf, en kun je alleen maar volgen. (Raar, zitten snotteren bij de woorden die je zelf schrijft. Een watje, dus.)

Je staat klaar voor de brede zaal waar je zo meteen een gastcollege zult geven. De studenten komen binnen. (Soms vraag je je af wie zij zien, als ze jou daar zien staan.) (Je hoort jezelf praten, soms ben je verbaasd.)

Twee vergaderingen later. Je krijgt je eerste en nu al allermooiste nieuwjaarskaartje. (Het ontroert je diep.)

Een nacht in etappes. In een van je dromen loopt Bob Dylan naast je.

Een dag die overzichtelijk lijkt, waar de dingen gewoon na elkaar komen.

(Die nieuwe plaat van Van Morrison klinkt wel lekker.)

In fijn gezelschap bij de quiz. Soms kijk je naar hen, en glimlach je. (Hopelijk zien ze het niet.)

Ergens in de verte valt er iets.

In de nacht fiets je weer naar huis, de regen is even gaan liggen.

(Soms wacht je op een bericht.)

De zondag trekt zich traag op gang. Platen van Louis Armstrong en Derroll Adams. Het is goed.

Geen opmerkingen: