02 april 2021

Zonder strepen


De week beweegt zichzelf verder.

Je denkt nog even aan die geweldige reeks die je zag. Verstorend, verwarrend, ontroerend en zo intelligent.

(Misschien mag je bijna met een korte broek en zonder jas naar school. Het kondigt zich aan. Voor even.)

De vrachtwagen komt eraan. De folders worden gelost. Netjes in stapels leggen. En alle verhalen die je hoort. (Sommige verhalen maken je verdrietig.) Iemand brengt een zakje koekjes mee. (Je bent niet meer in staat aan de telefoon uit te leggen hoe iemand met de auto moet rijden. Je hebt een fietshoofd.)

Enkele intelligente vrouwen hebben je overtuigd om die ene foto toch maar online te zetten. (Zelf was je een beetje geschrokken.) Er zou iets gebeuren, en zo is het ook.

Je rug heeft nog tijd nodig.

(Robert Johnson zingt Kind Hearted Woman.)

Die andere reeks. Klein beetje raar verhaal, maar je blijft kijken naar die actrice.

De andere dag. Je haalt de dvd op, netjes op afspraak. (In het kader van het uitstellen van het genot, een kerncompetentie, ga je die nog enkele dagen laten liggen. Zelfs al is het Bob.) En je haalt de speciale bestelde taart op. Deel van een uitgebreid verjaardagscadeau. (Later zul je merken dat die crimineel lekker is. Echt.)

De planning voor de volgende verjaardagscadeaus zit in je hoofd. De postbode zal het druk krijgen.
Rare nachten. Mensen van lang geleden duiken zomaar op in je dromen. (Moet je daarna een berichtje sturen? Ik heb van jou gedroomd, is alles oké met jou? Of zou dat er een beetje over zijn?)

Iets is even op. Ergens in de namiddag loop je vast in jezelf. In de modder of zo. Een traag verdriet.

Op het terras lees je je boek uit. Het boek verwart je. Je had er zoveel van verwacht. Er is iets dat je raakt, onderhuids. En er is iets dat niet werkt bij jou. Het is moeilijk uit te leggen, het is iets met de woorden.

De andere ochtend. De meneer die je verwarmingsketel komt controleren werkt rustig verder. Hij loopt heen en weer met een apparaat dat een raar zoemgeluid maakt. Hij legt uit dat er een storing op zit. (Misschien meet hij de aanwezigheid in het huis van rare dromen die blijven drijven.)

Die maand zomaar al die series en films kunnen bekijken was leuk. Maar je bent ook blij dat je dat ding weer uit kunt schakelen. Je zoekt een beeld voor jezelf. Is een beetje als een heel grote koelkast hebben die de hele tijd helemaal vol is met veel te veel dingen, wat je rusteloos maakt. Gewoon net genoeg in de koelkast voor de hele week voelt wel rustiger, denk je. Voor een jaar toch.

Je belt naar het ziekenhuis om een afspraak te maken voor volgend jaar april. Iets verkrampt een beetje nadat je de telefoon hebt neergelegd.

Je mag het webinar in goede banen leiden. Je geniet ervan te kijken en te luisteren naar de twee sprekers. Hoe ze op je vragen en op elkaar reageren. Het is een mooi gesprek. Je moet een klein beetje multitasken. (Nadien ben je, zoals steeds, ontevreden over je taal. Waarom is Engels zo moeilijk? Waarom is Frans zo moeilijk? Waarom is Duits zo moeilijk? Waarom is Nederlands zo moeilijk? Het is er in alle varianten. Elke dag van je leven zuig je gulzig woorden op. Je oefent al lang. En hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het wordt, denk je wel eens.)

Nadien nog de afwas doen. Met Bach.

Een korte, verstoorde nacht.

Die ochtend probeer je enkele zinnen te vertalen. Het is bijna onmogelijk. De zinnen zijn in het origineel waarschijnlijk onbegrijpelijk. (Ook nu zul je misschien weer te horen krijgen dat mensen de vertaling wel begrijpen, maar het origineel niet. Het is wat, met die woorden.)

Ergens in de verte is een grote meid jarig. Het cadeau arriveert op de juiste dag. Je hoopt dat ze een mooie dag zal hebben.

Een vers stapeltje boeken, in het kader van de verjaardagscadeauplanning.

Ergens in de namiddag. De passie is op de radio, het hoort bij deze dag. Je zit in de stoel, met de partituur in de hand te luisteren. (Wat een vreselijk verhaal is dat eigenlijk toch, stel je elke keer opnieuw vast.) De muziek overweldigt je, nog steeds. Het duurt lang, maar ergens onderweg heb je alleen maar het gevoel dat het voorbij vliegt. De ultieme momenten lijken zo kort. (Doet je ineens denken aan dat gedicht, Musée des Beaux Arts, van Auden. Over de val van Icarus, en dat Icarus nauwelijks zichtbaar is op het doek.) Bij die laatste aria komen de tranen, hevig. En bij het slotkoor blijf je zoals steeds desolaat achter.

(Er is iets met dat feest dat niet werkt voor jou, denk je. Je weet niet of je het goed kunt uitleggen.)

Dat ene plantje op het terras lijkt het niet te zullen halen. Misschien nog enkele dagen wachten.

(Het is tijd om de ruiten te wassen, denk je. Hoe ging je dit keer proberen om dat zonder strepen te doen?)

(Robert Johnson zingt Ramblin’ On My Mind.)

Geen opmerkingen: