19 mei 2024

Bath


Ik ben nog niet in Bath geweest. Ik hoorde al verhalen van mensen die er wel al waren. In verhalen kan iets ook een beetje bij je zijn.

Er zijn veel plaatsen waar ik nog niet geweest ben. Misschien wil ik ooit nog wel eens graag in Berlijn komen. Daar, op die plek, iets zien en voelen van wat de geschiedenis heeft gedaan. Ik zou het waarschijnlijk heel boeiend en ontroerend vinden. Ik zou verhalen zien, en met verhalen weer thuiskomen. Reizen is ook weer thuiskomen.

Ik weet niet of ik goed ben in thuis. Het heeft lang geduurd eer ik kon voelen dat er een plek was die ik thuis kon noemen. Waar het veilig is, als het buiten stormt. Het kan er stil zijn, daar waar de planten over me waken. Waar ik kan kijken naar het kleine meisje dat met haar papa oefent op haar kleine fietsje. Als ik ’s avonds laat terugkeer van iets, voel ik dat ik op die plek wil zijn tijdens de nacht.

Misschien kom ik wel nooit in Berlijn. Is dat heel erg? Nee, dat nu ook weer niet. Er zijn al eindeloos veel plekken in de wereld die al in mijn hoofd zijn. Ze zijn er door de verhalen van anderen. Ze zijn er door de boeken die ik lees. Ze zijn als een zacht verlangen, dat ook gewoon verlangen mag blijven.

Ik begrijp eerlijk gezegd niet zoveel van de onrust van de bucket list van alle plekken waar je zogezegd moet geweest zijn. En die je daarna in die lijst kunt afvinken. “Ik heb Berlijn gedaan.” Misschien wil ik gewoon kunnen verlangen. Misschien voelt het goed dat ik er net niet geweest ben. Die bucket list is me te hebberig.

Evenmin begrijp ik goed waarom zoveel mensen tijdens een concert zo nodig de hele tijd foto’s of filmpjes willen. Meestal dan nog van zichzelf. Alsof het concert er pas is geweest als je een foto (van jezelf) hebt gemaakt. Muziek ontstaat in het verdwijnen. Noten na elkaar, zodra je ze hoort, zijn ze aan het verdwijnen. Het is er in het moment, in het verdwijnen. En dat blijft dan, ergens in je lichaam. In de verhalen die je erover kunt vertellen.

Hoe mooi het is, dat je gewoon kunt denken aan een stuk van Bach, en dat het dan in je hoofd kan komen. Dat je alleen al door erover te vertellen tranen in je ogen kunt krijgen.

Er zijn heel erg veel mooie mensen in mijn leven, het is een immens geschenk. In de tijd die me nog rest in dit leven zal ik nog veel mooie mensen kunnen leren kennen die ik nog niet ken. En daarnaast zijn er nog eindeloos veel mooie mensen die ik nooit zal leren kennen. En dat is wel een mooie gedachte. Iets tussen verlangen, vrede en dankbaarheid.

Soms mag ik zomaar een verhaal gaan vertellen. Iemand vraagt me of ik iets wil komen vertellen, over het boek dat ik heb gemaakt. En dan vertrek ik, weg van huis. Zo was het gisteren ook. Ik mocht helemaal naar Geraardsbergen. Drie keer overstappen, dat was wat me te wachten stond. Op de NMBS-site stond er ook iets over de werken tussen Brussel en Halle, en dat de treinuren al aangepast waren aan die nieuwe situatie.

Het draaide anders uit. Bij de tweede overstap begon de vertraging. Rusteloos riep ik een of andere god (ik weet niet wie de god van de overstappen is) aan dat hij ervoor zou zorgen dat we de laatste overstap zouden halen. De app op mijn telefoon vertelde me al dat ik de aansluiting waarschijnlijk niet zou halen. We zouden aankomen op spoor 2, de trein naar Geraardsbergen zou vertrekken op spoor 3. Hup van de ene in de andere trein. Maar nee dus. De trein was misschien één minuut eerder vertrokken. Ik was kwaad, eigenlijk vooral omdat ik gewoon altijd graag op tijd kom op een afspraak. Misschien waren er mensen die mijn verhaal wilden horen.

En daar zat ik dus in Ath. Een plek waar ik nog nooit geweest was. Het mooie was dat ik denk ik ook nog nooit een verlangen naar Ath had gevoeld. Tenzij onbewust misschien. Ik kreeg al snel de organisator aan de lijn van het event waar ik mijn verhaal mocht gaan vertellen. En die bekeek het allemaal organisch, alles zou in orde komen. Wat later ook bleek trouwens.

Ik had ineens zomaar een uur in Ath. Ik ging op de bank zitten op perron 1, onder het heel mooie afdak. Het was me al opgevallen dat het zo’n mooi station was. Ik zat daar, en keek naar de mensen. Ik voelde ook hoe moe ik was, maar dat gaf niet. Er was een merkwaardige rustige, warme atmosfeer. Veel mensen kwamen voorbij. Mensen die ik niet kende, en misschien nooit zou kennen. Al had ik in de trein iemand gezien die ik ooit al eerder had gezien. Ik was niet helemaal zeker waar, maar ik kende hem. Hij stapt ook uit in Ath, met zijn drie kinderen. En die mevrouw met haar dochtertje dat net in de trein zo hevig had zitten wenen, tot ze getroost werd, was blijkbaar ook gestrand in Ath.

Ik besloot even rond te wandelen. In het station was er in de lokettenzaal een heel mooie houten wandbekleding. Daar een ticket kopen is als een verhaal er zomaar bij krijgen. Ik wandelde even door de straten nabij het station, zag een monument voor de doden uit de oorlog.

En toen bleef ik staan voor het station. De mooie grote bomen aan beide kanten zorgen voor rust en geborgenheid. Bij het politiekantoor naast het station hing de regenboogvlag uit.

En toen zag ik het ineens op de voorgevel. Iemand heeft bedacht dat het mooi zou zijn om dat bijzondere logo van de NMBS naast de naam Ath te hangen.

En zonder dat ik het me had voorgenomen, misschien zelfs zonder dat er een merkbaar verlangen was, ben ik nu zomaar in Bath geweest.

Geen opmerkingen: