12 augustus 2024

All Fours


Wat een geweldig boek! Welke woorden zou je ervoor kunnen gebruiken? Grappig, sexy, diep ontroerend, onbevreesd, hilarisch, teder, meeslepend, dapper, tragisch, bevrijdend, … Je zou het lijstje nog veel langer kunnen maken. Dit boek moest er zijn, besef je steeds beter tijdens en na het lezen. Dit boek verandert een wereld. All Fours van Miranda July is een fenomenaal boek. Over jezelf opnieuw (of voor het eerst) vinden in de tweede helft van je leven, over je lichaam dat verandert, over lust en verlangen, over de schaduw van de dood, over een plek voor jezelf, over schaamte en trots, over wat je zegt en niet zegt tegen elkaar, over vormen van samenzijn, … Het zou jammer zijn als men dit boek zou willen framen als ‘een boek voor vrouwen over vrouwendingen’ of dat men het zou wegzetten als ‘grotesk’ of ‘over the top’. Het zoekt op een dappere manier naar een vorm om het te hebben over een realiteit van het leven waarvoor nog te weinig woorden bestonden.

Het hoofdpersonage van het boek is een vrouw van 45. Ze is artiest, redelijk bekend. Ze heeft een man, Harris, en een kind, Sam, dat non-binair is. De geboorte van Sam verliep bijzonder moeilijk, de dood schoof over het leven. Ze is, zonder het helemaal te beseffen, een beetje vastgelopen in haar leven. Ze lijkt afwezig te zijn in haar eigen leven. Ze beseft dat ze halverwege is. Anderen kunnen blijkbaar wel zelf de dingen in handen nemen, hun route bepalen. Ze beslist dat ze vanuit Los Angeles met de auto een tocht gaat maken naar New York. Ze zal drie weken weg zijn van man en kind, waar ze veel schrik van heeft. Ze vertrekt, en amper een half uurtje van huis strandt ze. Bij een tankstation wordt ze als door een pijl getroffen door een jonge man, Davey, die haar voorruit schoonmaakt. Ze neemt een motelkamer in hetzelfde stadje, en daar zal ze uiteindelijk de hele tijd blijven. Ze laat haar motelkamer helemaal opnieuw inrichten tot een soort klein warm paradijsje. Ze zoekt contact met Davey. Die twee zien elkaar vanaf dan dagelijks, in iets als een intieme passionele dans. Van dat alles vertelt ze alleen iets aan een goede vriendin. Terug thuis is ze in de war. Ze blijft obsessioneel verlangen naar Davey, kan niet meer terug in de rol schuiven die ze had voor de reis. Bij een dokterscontrole blijkt dat ze in de perimenopauze is. Het halverwegepunt is nu ineens een diepe klif geworden. Je leeft 45 jaar en daarna ben je nog 45 jaar dood. De dingen beginnen te schuiven en te kantelen. Tussen haar en Harris komt er een gewapende vrede. Moet of kan ze vertellen wat er echt gebeurd is en wat er door haar heen gaat? Hoe kan ze vorm geven aan het beangstigende en tegelijk aantrekkelijke verlangen naar een andere, eigen zelf? Die ene geheime hotelkamer is een eigen plek en een brug geworden, naar een volledig nieuw vol leven. Ze gaat praten met veel vrouwen die haar allemaal hun verhalen over de menopauze vertellen, over levens voor en na, over veranderde lichamen. De weg die zij zoekt, naar een nieuwe gezinsstructuur, naar een vrij lichaam, is ook de weg van zoveel andere vrouwen. Zoveel verhalen die nooit uitgesproken worden, zoveel veranderend leven dat onontgonnen terrein is in woorden en verhalen. Ze zoekt haar seksualiteit, ze zoekt haar dans. Ze heeft er uiteindelijk iets langer over gedaan dan drie weken, maar ze maakt de reis die ze wilde maken. Ze bereikt haar bestemming.

Al die gebeurtenissen worden op onnavolgbare wijze beschreven. Ongelooflijk grappig, cassant en onverbloemd. Je voelt tegelijk de twijfel, de angst, de onwennigheid en ook het verlangen, de obsessie en de wil om een nieuwe plek te maken. Wat begint als een soort wanhopige vlucht vooruit om de val van de klif voor te blijven, wordt een reis die een zelf construeert voor die tweede levenshelft. Wat dood leek, wordt ineens een nieuw rijk leven. De vaak hilarische passages dragen onder zich ook een diep tragische laag. De geboorte van Sam, en de weken dat het kind tussen dood en leven hing, zijn een diep trauma dat stevig verankerd zit in haar lichaam. Haar grootmoeder en tante stapten uit het leven, toen zij halverwege waren. Zoveel dood, als een schaduw over dat kantelpunt. Haar reis is een zoektocht naar bevrijding van het leven, uit haar veranderende lichaam, uit de patronen waarin ze was vastgelopen, uit een gezinsvorm die niet meer werkt, uit een voorspelbaar leven. Met haar wonderlijke motelkamer heeft ze een ‘room of one’s own’ gemaakt, een warm lichaam waaruit nieuw leven geboren wordt. Die levenshelft die alleen dood kon zijn, of die door de echte dood zou overgenomen worden, kan ze helemaal zelf vormgeven. Seks en dans wijzen haar de weg. Alles komt wondermooi samen in een heel ontroerend einde.

Miranda July heeft met haar boek een heel eigen universum gemaakt. Ze heeft het over een werkelijkheid waarover weinig geschreven wordt en doet dat onbevreesd en met een heel eigen stem. Als vrouw, al dan niet halverwege, krijg je een levensalternatief te zien dat zindert van leven. Dat is niet alleen belangrijk voor die inhoud, het is ook vormelijk indrukwekkend. Net als auteurs als Rachel Cusk zoekt Miranda July – zij het dan wel met een heel andere invulling – naar een literaire vorm voor een werkelijkheid van vrouwenlevens. Hoe kun je een werkelijkheid weergeven waarover al te vaak nog gezwegen wordt? Hoe kun je als auteur, mee op basis van je eigen ervaringen, een fictiewerk maken dat niet meteen – zoals zo vaak gebeurt bij vrouwelijke auteurs – wordt herleid tot de biografie van de auteur? Een boek als dit denigrerend tot een ‘vrouwenboek’ herleiden is een gekende strategie. All Fours zal hopelijk niet op die manier als literair werk ‘onschadelijk’ gemaakt worden. Het boek bruist van verlangen, verkent nieuwe terreinen, zoekt woorden en een vorm voor mogelijke levens. Het is een boek dat er moest zijn, en dat er nu gelukkig is.  

Geen opmerkingen: