08 augustus 2024

In het oog


Hoeveel van jezelf laat je zien aan een ander? Kun je controleren wat je ziet van een ander, en kun je daardoor zelf uit beeld blijven? Misschien heb je in het kijken en in het zelf niet gezien willen worden macht over de ander. Misschien denk je dat je zo de liefde kunt controleren, tot de liefde uiteindelijk een deur opent die al die tijd dicht was. In In het oog, de nieuwe roman van Marijke Schermer, moet je als lezer goed bij de les blijven. Het boek trekt je meteen mee, maar erg betrouwbaar is die verteller niet. Als door een microscoop zit je dicht op de zinnen, je ziet wat ze willen dat je ziet. Dat maakt de kracht uit van het boek en geeft tegelijk soms een gevoel van net iets te weinig zuurstof.

In het boek volgen we Nicola. Ze wordt verlaten door haar geliefde Bee en krijgt te horen dat de financieringsaanvraag voor haar onderzoek – ze doet in een labo onderzoek naar een bepaalde bacterie – is afgewezen. Ze heeft een dochter uit een vorige relatie die actief is als klimaatactivisme. Ze krijgt een man in het oog, Louis, die haar enorm fascineert. Ze begint hem te volgen, werkt zich binnen in zijn leven en gaat steeds verder in wat een obsessie wordt om alles van hem te weten te komen. Na een contact via een datingapp krijgt ze ook echt contact met hem en groeit er een relatie. Ondertussen probeert ze op een ‘creatieve’ manier het onderzoek waaraan ze wilde werken toch in de wereld te zetten.

Als lezer blijf je de hele tijd dicht bij haar. Je leest wat ze denkt en ziet. Je leest wat ze wil zien. Je leest heel veel niet, de verteller blijft door haar ogen kijken, lijkt mee haar werkelijkheid te construeren. Er wordt niet echt uitgezoomd, er wordt niet geoordeeld over wat Nicola doet. Kijken en gezien worden, het is de lijn die door het hele boek loopt.

Op die manier krijg je een heel subtiele analyse van de dynamiek in relaties. Wat er fout ging tussen Nicola en Bee zat er al een tijd aan te komen waarschijnlijk. Nicola zag het niet helemaal komen, begrijpt het niet helemaal, en tegelijk ook wel. Het kan haar misschien wel niet echt heel veel schelen, door hoe hun relatie werkte en ook door hoe haar hoofd werkt. Nicola wil graag kijken naar een ander, maar wil niet de hele tijd bekeken worden, wil niet de hele tijd moeten graven in haar gevoelens. De druk om dat te moeten doen blokkeert haar. Dat alles zegt iets over hoe zij de relatie als verstikkend ervaart, alsof ze een bepaalde versie van zichzelf zou moeten zijn. Het zegt iets over hoe ze blijkbaar allerlei kleine turbulenties of emotionele signalen niet ziet of aanvoelt. Misschien is dat gewoon hoe ze is, misschien is er iets dat verhindert dat ze dat risico kan nemen. Het zegt ten slotte iets over hoe ze in het zien maar niet gezien worden de werkelijkheid voor een stuk naar haar hand wil zetten.

Dat blijkt uit hoe ze zich als het ware voorbereidt op een relatie met Louis. Ze ziet iets in hem, ziet iets dat hij volgens haar nodig zou hebben, en ziet daarin ook blijkbaar een soort strategie om om te gaan met de nieuwe situatie waarin ze zich bevindt na het vertrekken van Bee. Ze gaat zeer ver in het binnendringen in het leven van Louis. Als een wetenschapper bekijkt ze alle elementen van zijn leven, stuurt hier en daar elementen bij opdat alles nog beter zal passen in haar verhaal, in wat zij wil zien. Als ze dan ook in het echt samenkomen, is zij diegene die de hele tijd vragen stelt. Ze wil alles van hem weten, wil dat hij alles vertelt, maar zorgt er tegelijk voor dat hij niet achter haar façade kan kijken. Totdat er daarin barsten komen. Met haar wetenschappelijk artikel en met haar strategie met Louis neemt ze grote risico’s. Verhalen uit haar jeugd over haar vader en moeder speelden al lang onderhuids een grotere rol dan ze wilde toelaten. Het is niet omdat je iets buiten het beeld van je microscoop houdt dat het ook in het echt verdwijnt. En misschien is dat wel goed ook.

De kracht van het boek zit in hoe dit alles verteld wordt. Je hebt als lezer geen andere keuze dan mee te gaan in wat de verteller je via Nicola laat zien. Vaak is het heel erg boeiend en ook wel grappig hoe een hele relatiedynamiek uit elkaar gerafeld wordt in laconieke interne observaties. In dat alles voel je enerzijds een onvermogen om dingen aan te voelen, en anderzijds een zoeken naar een vorm van samenzijn die wel goed en vrij aanvoelt. In het personage Nicola voel je ook wel hoe ze de werkelijkheid wil controleren. Als wetenschapper weet ze dat wat het resultaat van een waarneming is sterk bepaald wordt door hoe je waarneemt. Bij het interpreteren van onderzoeksresultaten moet je die kritische distantie altijd hebben. Een spiegel daarvan zit in het boek. Als je niet goed oplet, merk je af en toe als lezer niet dat Nicola dingen doet die eigenlijk helemaal niet oké zijn. Als je vanuit een ander perspectief zou kijken, zou ze een akelige stalker zijn, die zich zomaar toegang verschaft tot het leven van een andere persoon. Maar dat perspectief krijg je niet. Je krijgt flarden informatie, gefilterd door de microscopische visie die Nicola aan haar werkelijkheid op wil leggen. Wat je te weten komt over Louis, is toch vooral wat je door haar ogen ziet. Ze ziet wat ze wil zien, wat past in haar verhaal dat ze construeert. Het is een constructie die eigenlijk veel kwetsbaarder is dan ze zelf wil weten. Als er een scheur komt in haar zelfverdediging, gulpt een weggeduwd verhaal naar buiten en kan er een zachtheid komen die een bredere blik kan toelaten. Misschien was Nicola de hele tijd onbewust op weg naar het voorzichtig toelaten van kwetsbaarheid en liefde. Misschien moet ze durven kijken naar dingen die ze zelf in zichzelf niet wilde zien.

In het oog is een heel nauwkeurig opgebouwde roman. Het valt niet altijd meteen op hoe goed alles geconstrueerd is, en dat is op zich een deel van het effect van de knappe manier waarop de verteller de lezer bij de hand neemt. Het spel van kijken en gezien worden maakt dat je als lezer kijkt naar Nicola. Je ziet veel dingen en je ziet veel dingen ook niet. Misschien zou je meer willen begrijpen, misschien is er niet meer te begrijpen. Het maakt het geheel nogal strak, soms misschien iets te. Je bent gefascineerd, maar het raakt je niet altijd. Soms zouden de zinnen iets meer zuurstof mogen hebben, zouden ze iets van de microscoop weg mogen gaan. Misschien is het de bedoeling dat je als lezer de tragiek van het verhaal zelf moet construeren. Met een iets andere balans zou dat misschien anders werken. Op een of andere manier is de leeservaring soms vlakker dan de diepgang die het verhaal eigenlijk wel heeft. En dat is een klein beetje jammer, voor dit verder toch wel erg knappe boek.  

Geen opmerkingen: