03 juni 2010

De kinderen

Het is nog vroeg. De zwarte man komt met het kindje in zijn armen in mijn richting. Behoedzaam. Het kindje is nog heel klein en ligt tegen zijn borst, veilig afgeschermd door de armen. Hij gaat me voorbij, en ik blijf nog even staan om hem na te kijken. Het wordt een mooie dag.

Het kleine jongetje loopt alleen over het perron van de metro. Er is geen papa of mama te zien, zo lijkt het toch. Mijn handen beginnen te trillen. Ik loop onopvallend – dat is de bedoeling – tussen het jongetje en het spoor. Als hij zou weglopen in die richting kan ik er nog altijd tussen gaan staan, denk ik. Ineens draait de man die voor het jongetje loopt zich om, en knikt naar het jongetje, dat even rustig naar zijn papa toe gaat. Iets zucht in mij.

Zij die je lief zijn, hun kinderen. Ze zijn er altijd wel ergens. In beelden of verhalen. Als ze er zijn, bekijk je hen lang. Je weet nooit wat te zeggen, je zou je ogen willen neerslaan, soms toch. Ze zijn zo veel. Je zag ze groot worden. Je zult nooit kunnen zeggen hoe het je ontroert, hoe klein het je maakt.

Je blijft kijken, en vraagt je af of je het zult merken. Waar de jongen eindigt, en de man begint. Waar het meisje eindigt, en de vrouw begint. Bij jezelf is het al zo moeilijk om te weten of, en zo ja wanneer je van de ene naar de andere staat overging. Je blijft kijken, en legt jezelf uit dat wat je ziet wel degelijk een man of een vrouw is. Het zal wel nooit lukken.

Soms gaat het wel, meestal toch. Maar hoe zal het zijn, zonder kinderen, als het einde dichterbij komt? Je durft er niet aan te denken.

Hoeveel pijn het doet, als weer eens iemand zegt: “Jij hebt geen kinderen, jij weet niet hoe dat is.” Steeds goed om je helemaal lam te slaan, waarna je hard zou willen weglopen. Je mag immers nooit kwaad worden na zo’n uitspraak. Zo hoort het. Dat kinderen hebben de norm is, is niet zo erg. Dat je van die norm afwijkt, is niet zo erg. Laat al die mensen met kinderen maar gelukkig zijn, er is geen enkele afgunst, integendeel, alleen oprechte warme gevoelens voor al die anderen. Maar ze hoeven dat niet te zeggen, denk je toch, zo stilletjes dat zeker niemand het kan horen.

Zij die je lief zijn, hun kinderen. Hoe zal het zijn als zij kinderen krijgen? Je zag het al bij enkelen. Er zullen er meer volgen, in de tijd die komt.

De vader en zijn dochter bleken op dezelfde trein te zitten. Zij ziet het pas in het station, terwijl ze de trap afloopt en haar vader ineens voor zich ziet. Ze roept hard, en loopt naar hem toe. Hij neemt haar vast, en kust haar. Mensen die je vaak ziet wachten op het perron ’s morgens. En je vraagt je af: wie zouden ze zijn, de andere mensen die bij hem of haar horen. Soms kun je je helemaal niets voorstellen, lijkt het alsof er alleen maar alleenmensen rondom je staan. Tot het gelukkig niet zo blijkt te zijn. Waarna ze er ineens helemaal anders uit zien.

De zwarte vrouw steekt met de kinderwagen, en nog een ander kind op haar arm, en ook nog een boodschappentas de drukke straat over. Ze is ongetwijfeld een rots in deze woelige wereld. Je kunt alleen even deemoedig je hoofd buigen.

De gesluierde moeder en haar nog erg jonge dochter zitten vandaag niet naast elkaar, maar met enkele meters ertussen te bedelen op de drukke straat. Ze houden elkaar voortdurend in het oog. Waar zou het kleine meisje ooit terechtkomen?

Ze vertelt over haar kinderen. Hoe ze het doet, hoe ze hen veilig de grote wereld in wil loodsen. Je ziet even iets in haar ogen. Een minuscuul moment van het even niet weten, van heel even twijfelen. En je ziet hoe ze daar zou staan, als een echte leeuwin, om hen te beschermen tegen alle draken en spoken, als er ook maar even iets zou gebeuren. Het maakt je stil.

Het kleine meisje loopt door de straat. Ze kan nog maar net zo lopen, zo lijkt het. Met haar armen omhoog. Zo ver mogelijk lopen. Kijk eens mama. Maar zelf kijkt ze niet om, ze blijft lopen, dat hoort bij de code. Ze komt nu dichter bij de grote straat, waar de auto’s voorbij razen. De moeder roept één keer, en het meisje stopt onmiddellijk. Het komt nog goed vandaag met de dingen.

Geen opmerkingen: