15 augustus 2010

Ik kom naar huis

Zou het regenen? Zou het koud worden? Toch maar iets extra’s aan. Gewoon lekker warm, warm genoeg vandaag. Een beetje wegkruipen. Er staat een hoop boek op het programma. De luxe van een lange reis, zoveel uur tijd om te lezen. Warm lezen, dat moet het worden.

Het lijkt soms langer te duren eer de ogen hun juiste focus gevonden hebben, ’s morgens. Even wachten, het eerste blad nog eens opnieuw. Zodra je het niet meer merkt, zodra je alleen maar ziet, alsof je geen ogen meer hebt, dan ben je vertrokken.

De eerste tussenstop. Wachten op de bank, op het hoge perron. Het lezen gaat gretig verder. Tot die stem er is. Die mevrouw heeft zich ingeschreven voor de wedstrijd ‘zwoelste omroepstem in een Belgisch station’, ongetwijfeld. En, hoe doorzichtig ook, het maakt je warm.

Het Amerikaanse meisje vraagt of ze naast je mag komen zitten. Ze moet een beetje hard roepen om de muziek uit haar oortjes te overstemmen. Dat het handiger zou zijn om die dingen even af te doen, wil je nog even zeggen, maar dat zou ongetwijfeld neanderthalig overkomen. Je had haar al zien zitten, op dezelfde bank op het perron daarnet. Wat de diepere zin is van zoveel make-up, je zult het wel nooit weten. Dat ze mooier zou zijn met een ietsje minder, zou je nog even willen zeggen. Maar de muziekkeuze, die geheel en al te volgen is, geeft niet veel hoop dat die opmerking in dank zou aanvaard worden. Bij elk station vraagroept ze in wel station we zijn. Na Roosendaal lijkt ze te hebben uitgerekend dat ze bijna halfweg moet zijn, want de make-up wordt nog eens uitgebreid bijgewerkt. Je vraagt je nog af welke hevige wind of stortbui in de trein al die vorige lagen moet hebben weggeblazen, waardoor dringende reparatiewerkzaamheden nodig zouden zijn.

De veiligheid van de internationale trein. Zo lang de rit duurt, heb je het gevoel dat je in de wereld bent, dat je een stuk van de hele wereld zou kunnen zijn, dat dit het is waar het om gaat. Wanneer je de politiemannen op het perron ziet, die willekeurig mensen tegenhouden om al hun papieren te vragen, is het alsof alleen deze trein je nog kan beschermen tegen wat dit land blijkbaar zo graag zou willen worden.

Na de volgende tussenstop is er de uitgestelde droefenis. Een keurige trein, die keurig op tijd naar je bestemming rijdt. Alles is keurig aangegeven, wat je wel en wat je niet mag doen, waar je moet zwijgen, waar je op moet duwen. De stops worden keurig aangegeven. Waarom maakt dit je zo eenzaam? Je verlangt naar rafeligheid, en iemand die tegen je aan komt liggen en iets in je oor fluistert. Het mag met een zwoele stem zijn.

Hoe onvoorstelbaar mooi dat boek is…

En ineens overvalt het je. Wat als de dingen niet meer goed komen? Wat als alles zal gebeuren wat je al jaren denkt dat zal gebeuren? Je ziet de ogen van de kinderen. In jouw ogen zullen ze altijd de kinderen zijn, denk je nog, ook al zijn ze al groot. Je ziet hun ogen.

Dat je iedereen zou willen zien die je lief is. Dat je ze allemaal minstens even moet zien, of horen, of aanraken, niet meer dan dat. Weten dat iedereen er nog is.

De terugreis is begonnen. De conducteur, die fluitend door de trein loopt, rustig in zijn rol, alles onder controle. Hij komt op de bank naast je zitten, doet zijn schoenen uit. Haalt een verband van zijn knie, en wrijft over zijn benen. Ineens is hij alleen maar een oude man, even kwetsbaar als alle anderen hier. Hij knoopt zijn veters terug, staat op, en loopt fluitend weer weg.

In de onderdoorgang even op de grote kaart kijken. Wie is waar op de kaart? Je ziet namen waarvan je weet: daar is iemand die ik ken.

Terug op de internationale trein. Alle talen zijn er weer, overal rondom jou. Achteraan hoor je een oudere man in zijn telefoon praten. Een licht bevende stem in het Frans. Ik kom naar huis, zegt de stem, ik ben onderweg. Op dat uur ben ik in het station, en dan neem ik de metro, en dan ben ik thuis. Hij herhaalt het nog eens, stelt iemand gerust aan de andere kant van de lijn. Het lijkt te lukken.

De laatste tussenstop. Je wacht op het perron. Daar is ineens de regen, in bakken uit de lucht. Misschien moet je vandaag thuiskomen in de regen.

Geen opmerkingen: