02 februari 2014

Ergens voorbij de bocht

Een dag als uitgestrektheid. Een grote ruimte. Je zou alle kanten uit kunnen gaan. Je zou kunnen blijven staan. Je zou een hoekje kunnen kiezen en je daar afschermen.

Restanten van iets hebben zich verbonden met je adem. Ze komen mee. Gaan op en neer. Ze blijven bij je.

En je huid is niet anders.

Je zou naar buiten kunnen gaan. Weg van hier. Maar je zou ook daar.

Het is. Laat het maar.

Het kleine vogeltje heeft het wintervoedsel ontdekt dat daar in zakjes aan de muur hangt. Het vogeltje maakt je gelukkig, je zou het op een of andere manier moeten kunnen zeggen.

Als een trage trilling in je rug.

Misschien zou je even moeten dansen. Of minstens dromen van een wals. Een statige wals.

Het zou ook kunnen dat het oud verdriet is. Door de kieren van wie je geworden bent.

De getijden in je hoofd. Het lukt bijna je eraan over te geven.

Mensen wandelen voorbij. Arm in arm. Net traag genoeg.

Halverwege ga je even liggen. Het zou symbolisch kunnen zijn. Om je uit handen te geven aan een verhaal.

De bollen beginnen te schieten. Daarbuiten in de bak. Een tuin in een bak. Iets als een belofte.

Of muziek, die jou mee zou kunnen nemen.

Iets kantelt in je hoofd. Als een riviertje, in het zand gemaakt, op het strand. Er is een klein dammetje gemaakt om het water tegen te houden. Het dammetje spoelt zachtjes weg.

En dat zand, in je handen. Hoe het voorzichtig zijn bestemming terugvindt.

Misschien is het met zand als met het water. Je weet niet waar de golf eindigt of begint. Misschien is een golf niet meer dan verlangend water.

En iets over de liefde.

En als ze er was, de oude vrouw met de mooie naam, dan zou je haar bij de arm nemen. Voor een blokje om. En veelbetekenend zwijgen.

Ergens onderweg heb je iets verloren, en begrepen tegelijkertijd.

Dat het vogeltje ongetwijfeld nog terug zal komen, als jij er niet bent om het te zien, dat is een meer dan mooie gedachte.

Het is niet de dag om in de spiegel te gaan kijken. Dat kan later nog altijd.

Het licht blijft al langer. Het legt zich behoedzaam neer. Je kunt het bijna aanraken.

En omgekeerd. Misschien zou je barstjes zien, misschien ook niet.

De avond nodigt zichzelf uit.

Geen opmerkingen: