26 juni 2015

De zanger is niet meer

De zanger is niet meer. Dat hoorde je eergisteren.

Je wou even wachten op de woorden. (Soms hebben mensen te snel te veel woorden, denk je. Soms zou het goed zijn even te wachten.)

Toen je het hoorde, duurde het een minuut of twee. Toen begon je te wenen. Een half uur lang. Het ging maar niet over.

Veel verwarrende gedachten.

Verdriet en gemis, waar je je een beetje voor schaamde. Niet voor de tranen op zich, natuurlijk niet. Een klein beetje alsof je je iets toe-eigende, zonder dat je dat wou. Je zag de zanger zo vaak optreden, zijn liedjes hebben zich ergens in je lichaam genesteld. Hij werd een bijzondere plek, en als je hem hoorde, dan was je daar. Uit de reacties die je las van anderen, kreeg je de indruk dat het ook voor hen zo was. Iets met die woorden, hoe ze in die muziek gezogen waren, er niet bovenop lagen of zo, hoe ze in die stem waren. Maar je was uiteindelijk niet meer dan een toeschouwer, een luisteraar, een koesteraar. Je kende hem niet persoonlijk, je zou niets tegen hem hebben durven zeggen. Misschien wou je gewoon alleen zijn met die tranen, niet in het oog van anderen.

Kwaadheid, nog maar eens. Razende kwaadheid, die kloteziekte…

En nog zoveel andere dingen. (Sommige dingen lijken misplaatst, maar ze zijn er wel. Zoals dat je je geen houding weet tegenover mensen die je dierbaar zijn en die roken of te veel drinken. En dat je hen toch nog graag ziet, ook al doet dat pijn.)

Maar vooral herinneringen aan mensen met een grote plaats in je hart, via liedjes van de zanger. Ze komen ineens allemaal terug. (Iets in die liedjes, in die woorden, in die stem, in dat onlosmakelijke alles zei iets over de liefde. En het was alsof je je met elkaar verbonden wou voelen langs die liedjes.) (Ze hebben iets groots, denk je. De liedjes hebben geen schrik van grote kleine woorden. Misschien is dat het.) (Woorden als hemel en hel gebruiken, niet iedereen kan het.)

Een optreden in een kerk. (Je weet niet meer of dat dat optreden was met die rare broek, waarvan je dacht: Thé, die broek klopt niet, en dat weet je zelf ook wel…) (Hoe je toen ook zat te kijken naar zijn bewegingen, wat hij met zijn handen deed. Je begreep het nooit helemaal, maar het klopte. Had iets met een soort weerbarstigheid te maken.) Het mooiste moment was na het optreden. De dochter van een dierbare vriendin kwam naar je toe gelopen. Je had haar ooit een plaat van hem gegeven voor haar verjaardag. En ze kwam gewoon zeggen dat ze zo blij was dat ze via jou de zanger had leren kennen. En je kon niet zeggen hoe gelukkig ze je daarmee maakte.

Een optreden in een kleine zaal, waar je naartoe zou gaan. Net toen bleek je in het ziekenhuis te liggen voor de operatie. De vriendin met wie je zou gaan, ging met haar man. En ze brachten die cd voor je mee met die heel intieme opnames. Het was heel bijzonder, op afstand. Grote verbondenheid. Iets van dat moment is niet voor de woorden. En dat door de woorden.

Die cd, met daarop die mooie versie van Feest. (Maar jij hebt je strijd nu gestreden.)

Een berichtje dat je kreeg. Van een toenmalige geliefde. Dat ze op dat moment aan het luisteren was naar Feest. Hoe komt het dat je dat altijd hebt onthouden? Hoe komt het dat je alleen al dat berichtje zo vaak opnieuw wou lezen.

Een optreden in de schouwburg. Je wist dat de toenmalige geliefde ook ergens in de zaal zat. En je dacht: wat zou ze denken?

Dat liedje. Feest. Je zou niet weten hoe vaak je het hebt gedraaid. In het weer lege huis. Na een feest. Iedereen vertrokken. Rustig de tafel leeg gemaakt, de afwas geschikt voor de volgende dag, traag door de kamer lopen, bijna alle lichten uit. En dan dat liedje. Omdat je iets in dat moment wou vieren. Anders is het niet te omschrijven.

Je hebt enkele van zijn platen uit de kast gehaald. Je wilt nog even bij zijn woorden zijn. Alsof ze je warm zouden kunnen maken.

De grootse eenzaamheid, de eenzame grootsheid van een vrouw.

Mijn lief van vier seizoenen.

Langzaam gaan de lampen aan, wees welkom in mijn nacht.

Maar de vriendschap, vergeet je niet. In stilte zeg ik vaarwel, in stilte buig ik mijn hoofd, het ga je goed.

Je buigt je hoofd.

Geen opmerkingen: