18 juni 2015

Iets met perfecte lijven en Jezus

Momenten van lichte existentiële verwarring. Zomaar.

Je loopt door de winkelstraat, op weg naar huis. Twee jonge vrouwen net voor je. Terwijl je hen voorbij gaat, hoor je hun gesprek. (Ze roepen ook nogal hard.) “Als we nu jouw bovenlijf nemen, en mijn benen, dan hebben we samen een perfect lichaam.” Achter je hoor je dat het nog  verder gaat over welk hoofd, welke kleren, welke schoenen, … nog zouden worden gekozen in dit streven naar perfectie. Even in de war. Je doet even de zelftest. Je bekijkt de mannen die je tegenkomt, om te zien of er delen van hun lichaam zijn die jij zou willen hebben. Quod non. (Het is eigenlijk gemakkelijker om te kijken naar lichamen van vrouwelijke voorbijgangsters, vanzelfsprekend enkel uit sociologische interesse, of zoiets.)

Verwarring dus. Als je die avond thuis in je blootje voor de spiegel staat, kijk je dan maar naar de diverse delen. (Waar begint trouwens het ene deel en eindigt het andere?) Moeten er delen vervangen worden? Niet echt. Is het een goede zaak dat je besliste om geen model voor Calvin Klein te worden? Waarschijnlijk toch wel. Als je al iets kunt inzetten in de strijd, zou het dan toch niet iets anders zijn dan dit lijf? Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Er ontstaat een interactief proces met jezelf. Gelukkig duurt het niet lang. Als je je ogen sluit, kun je aan iemand anders denken.

En het was al zo ingewikkeld met die spiegel. Enkele dagen daarvoor had je de eer dat twee meisjes je een kinderboek voorlazen. Het ene meisje las de tekst. Daarna nam het andere meisje het boek over om je de tekeningen te laten zien. Het boekje bleek geschreven door een mevrouw die vooral bekend is door haar boeken over persoonlijke groei. Als ze daarmee zou bedoelen dat je nog langer moet worden, dan ben je niet zo’n voorstander van persoonlijke groei. Maar ze heeft het over iets anders, vrees je. Je had niet de indruk dat de boodschap van het boekje subtiel was verwerkt in sierlijke metaforen en dat het verhaal ongemerkt zorgde voor troost. De boodschap werd vrij direct in de groep geworden, in een new age-variant van het betere sociaal realisme à la Georg Lukács. In het boekje stond dat je zelf je beste vriend bent. En om je daarvan te overtuigen moest je voor de spiegel gaan staan – gelukkig kon je in dit geval je kleren aanhouden, of het zou helemaal niets geworden zijn – en zeggen tegen je spiegelbeeld dat je toch zoveel van jezelf houdt.

Grote verwarring dus in je hoofd. Van diverse aard. Niet zozeer sociologisch, maar veeleer moreel en in een vorm die door diepgaande analyse psychologisch zou geduid kunnen worden. Na lang oefenen heb je geleerd dat je niet alleen mag houden van anderen, maar dat je dat zelfs mag en kunt zeggen. Jochei! Dat anderen jou graag zouden zien, ligt aan de overkant van de rivier. (De overkant is te bereiken via de veerpont van Drs. P. Heen en weer.) Dat je van jezelf moet houden, en het dan ook nog eens moet zeggen tegen je spiegelbeeld, ligt qua rivier aan de andere kant van de Styx. En wat die vriendschap betreft. Je bent een grote voorstander van het fenomeen vriend en vriendin. Het is een van de beste uitvindingen van de mensheid. Maar wat ben je blij dat je zelf geen vriend van jezelf bent. Gelukkig zijn er al die geweldige vriendinnen en vrienden.

Soms twijfel je over jezelf. Zoals over de vraag of je nu eigenlijk ouderwets bent. Onlangs opperde iemand de veronderstelling dat je gedreven wordt door een vrij klassieke plichtethiek. Zo’n stelling raakt Kant nog wal. Grapje! In dezelfde uiting werd eraan toegevoegd dat je te weinig zou genieten. Verwarring dus. Vorige week had je, naar aanleiding van een eenvoudig bericht in de Metro, al gedacht dat je toch ouderwets bent. Dat zou dan wel ineens alles verklaren. In het artikel las je dat er een nieuwe uitvinding is. Een drinkbus die uitgerust is met allerlei snufjes en die je dus waarschuwt, via een app, wanneer je moet drinken. Je moet diverse gegevens invoeren, zoals leeftijd, gewicht, lengte, en waarschijnlijk ook het weerbericht van die dag, een link naar de buienradar, je parcours te voet, met de fiets of al hollend. En dan berekent die bus om de hoeveel tijd je moet drinken om uitdroging te voorkomen, waarna er een elektronisch signaal volgt. En je dus kunt overgaan tot het drinken. De uitvinder start nu met crowdfunding om dit product op de markt te brengen. Bij het lezen dacht je iets als: ik weet het niet, maar is dat er niet een heel klein beetje over? Het blijft natuurlijk een wonderbaarlijk feit dat jij het leven zomaar overleeft zonder apps. Die 400 miljoen dingen die anders appgewijs tot jou zouden komen, gaan dus zomaar aan je voorbij. Je ouderwetse leven verloopt in grote mate analoog. Als je dorst hebt, denkt je lichaam (hoe onperfect en onzelfbemind het ook is) dat het een goed idee zou kunnen zijn om te drinken, en dat zonder divine intervention van een of ander apparaat.

Verwarring dus. Die je bleef achtervolgen. Na een vergadering in het verre Gent kwam je ’s avonds laat weer thuis. Je dacht, of misschien was het je lichaam dat het dacht, dat je eigenlijk nog wel een beetje honger had. Je was meteen in dubio. Mocht je wel toegeven aan dat verlangen, waardoor er enige vorm van genot zou ontstaan die anderzijds wel ertoe zou kunnen leiden dat het perfecte lichaam nog verder achter de horizon zou verdwijnen? Via een belsignaal kreeg je echter op dat moment de boodschap dat er een bericht op je voice mail stond. Een mevrouw bleek je te hebben gebeld om 19.23 uur. Ze wou graag met jou praten, want ze had belangrijk nieuws voor jou. Ze wou je uitleggen waarom Jezus naar de aarde was gekomen. Meer zelfs, begin juli zou er in datzelfde Gent waar jij net vandaan kwam een driedaags congres plaatsvinden waarin dat allemaal zou worden onthuld. Met ook veel informatie over de Bijbel. Dat laatste element van haar blijde boodschap leek je niet geheel onwaarschijnlijk.

Weinig verwarring eigenlijk. Je wist wel zeker dat je daarvoor niet naar Gent zou gaan. Zo zou je natuurlijk nooit te weten komen of die mevrouw aan de telefoon een perfect lichaam had. Oef! Je nam een stuk peperkoek (dat kan geweldig lekker zijn bij late thuiskomst). Je installeerde je in de zetel. Hoewel het al laat was, en hoewel je de avond daarvoor ook te laat was gaan slapen omdat je zo graag die romantische film helemaal uit wilde kijken, nam je je voor om toch nog een hele tijd voor het scherm te blijven hangen. Moe of niet. Dat dat gedrag zou leiden tot verdere toename van de wallen onder je ogen kon je op dat moment verder geen fuck schelen. Of zoiets.

Geen opmerkingen: