01 september 2018

Waarom

De eerste week na de vakantie. De zee nog in je hoofd en je handen.

Een wandeling met droef nieuws. Soms ben je machteloos, aan de rand van het leven.

De pianomeneer belt aan. Hij komt naar de piano kijken. Zo lang jij bestaat, is die piano er al, in je hoofd. In het echt is de piano waarschijnlijk dubbel zo oud. Het is misschien wel tijd voor een grondig nazicht. (In je goede voornemen zul je vanaf volgend jaar weer meer piano gaan spelen.) Hij vertelt honderduit. Je vader zou het ook interessant gevonden hebben, denk je. En die twee ontbrekende stukjes van een toets, waar je zo vaak naar gezocht had op alle plekken in het huis, ze hangen gewoon in een papieren zakje in de piano. De meest logische plek, eigenlijk. De pianomeneer neemt de inhoud mee, de pianohuid blijft staan. Binnen enkele weken is de oude piano weer een beetje nieuw. Je bent nu al gelukkig.

Later op de dag, net terug van het werk. Een mooie ontmoeting op de straat. Onverwacht, na al die tijd. (Je had enkele dagen daarvoor al gedacht dat je haar terug tegen zou komen. Enkele dagen later keert ze weer in een droom.) Een gesprek dat op een of andere manier niet stopt. En dat is goed.

Een andere dag. Je komt stilaan weer in het andere ritme. De dagen schuiven voorbij. Met eindeloos veel klussen, lijstjes die maar niet leeg raken.

De avondvergadering is vroeg voorbij. Je staat nog even na te praten met een collega. Iemand die je al lang niet meer zag komt voorbij wandelen. Haar vriend zegt dat jij die man bent die onlangs in de HUMO stond. (Het blijft een beetje raar.)

Een andere vergadering. Ze vermoeit je. (Ergens hier weet je het. Dat iets nooit genoeg is, misschien wil je het niet meer.)

Een fijn gesprek die avond. Je stem verandert.

Die nacht. Een verlangen naar traagheid. Een verlangen naar de zee in je huid.

Een andere dag. Je krijgt een vraag. Of ze jouw naam mag doorgeven voor een interview in een tijdschrift. Iets over kinderwens. Je zegt ja.

Je krijgt een vraag voor een lezing over de stilte. Je zegt ja.

Een vergadering. Je hoort een verhaal dat je niet helemaal verbaast, maar toch triest maakt.

Een rusteloze nacht, alles voelt hoekig. Misschien ben je te moe. Iets met lijstjes. Het verlangen om de dingen een voor een, rustig na elkaar, te kunnen doen. (Misschien kun je ook daar minder goed tegen, of wil je het gewoon niet meer, zoveel dingen tegelijk.)

Het is nog altijd verwarrend. Die vrijdagochtend zonder het marktritueel van al die jaren. Je bent vroeg op het werk.

De mevrouw van het tijdschrift belt. Over de kinderwens. Het is voor de Flair. In haar vraag op je voice mail hoor je dat ze een jonge man zoekt. Zodra je haar aan de lijn hebt, zeg je maar meteen dat je niet echt een jonge man bent. Zij vindt het wel interessant om je verhaal te horen. Of het een niet meer jonge man mag zijn, moet de redactie beslissen. (Men zal wel een frisse jonge vent willen, vermoed je.) Ze vraagt waarom je geen kinderen hebt. Het is waarschijnlijk de meest voor de hand liggende vraag. Maar dat woord waarom komt recht binnen, via je onbewaakte flank. Het verwart je. Je probeert het uit te leggen, waarom. Waarom, het lijkt een reden te suggereren. Dat het leven gaat zoals het gaat, dat je weet waar je ingedeukt bent, is dat een reden? Dat je kunt zien en verklaren hoe de dingen gingen lijkt nog iets anders dan zeggen waarom. Je zegt dat je onlangs je verhaal hebt gedaan in een stukje dat je schreef. De Flairmevrouw zegt dat ze dat gelezen heeft. (Het blijft een beetje raar als iemand dat zegt.) Ze hoopt dat ze met je mag praten van de redactie.

De waaromvraag blijft de rest van de dag door je lichaam gaan.

Een vergadering. Je bent moe. Eigenlijk kwetsbaar, maar daardoor misschien prikkelbaar. Het schuift wel van je weg.

Een avond alleen thuis. Het is goed.

Nachtverwarring.

Een hoekig lijf in de ochtend. Het komt traag op gang.

Een meneer staat te brullen tegen jou.

Heen en weer.

Een mooi middaggesprek. Het had langer mogen duren, je voelt je een beetje verlegen. Waar je liever over had willen praten, het zal voor een andere keer zijn.

Heen en weer.

Goed dat je weer thuis bent.

Je denkt aan Famous Blue Raincoat. Je luistert.

Geen waaromvragen meer voor deze dag.

Geen opmerkingen: