12 maart 2008

Langzame beelden

En langzaam zoekt het lichaam weer naar een ander ritme. Ergens tussen de plooien dienen langzame beelden zich aan. Alsof ze de hele tijd gewacht hadden. Omarmd door een verlangen om al even langzaam ingenomen te worden door beelden. De vervulling ervan zal nog op zich moeten laten wachten. Even nog, en ook daarna, tot het weer als de rivier is. Ooit komt dat water weer terug.

Het kerkje is nu even een plaats van enkel muziek. Alleen Bach kon het antwoord zijn voor nu. Men noemt het soms de Hohe Messe. Gedurende die twee uur zou je bijna kunnen geloven dat er een god zou kunnen bestaan. Het is al te koud in de kerk om er nog rillingen bovenop te krijgen. En toch. Hoe die mooie alt het Agnus Dei zingt. Waar komt die muziek vandaan? Je zou de delen van je lichaam kunnen aanwijzen die geheeld worden door deze muziek. Of niet? Als je zou zoeken, zouden de plekken verdwijnen, in zichzelf. Dona nobis pacem. Zo eindigt het. Hoe mooi zou het zijn, als die vrede je gegeven zou kunnen worden, en niet enkel gevonden.

Weer aangekomen in de kliniek. Voor de uitslagen, zoals dat heet. En nog enkele andere onderzoeken. Je bent nooit helemaal voorbereid op het gesprek. Na al die jaren is het nog steeds ingewikkeld te antwoorden op de vraag: “En hoe gaat het? Zijn er nog klachten?” Hoe leg je een anders functionerend lichaam uit? Het is vertrouwd geworden, met alle verhalen die erbij horen. Het woord klacht lijkt niet helemaal te passen. En steeds zijn er vragen die verwarren, even uit evenwicht brengen. De eerste keer op deze plek, het komt weer terug. De woorden die als een losgeslagen kudde door de ruimte gingen. Alle kanten uit, niet te vatten. Nadien napraten met die zachte man die alle woorden weer netjes op een rij zette. Waardoor het hebben van benoemd werd. En daarna thuisgekomen, na de plotse tranen, de telefoon. Voor enkele uren. Iedereen bellen, en telkens de woorden uitspreken, zodat ze echt zouden worden. Even komt het allemaal terug op deze plek. De tweede dokter is binnengekomen. Ze stelt me gerust, gaat anders met de woorden om. Het is zoveel jaar verder. Verder in het leven.

Nog even wachten voor de bijkomende onderzoeken. Dat staat er op het formulier. Bijkomend. Tijdens het wachten is er ook het voorbijkomende. Ze duwen bedden voorbij. Met mensen in. En alles is er weer. Hoe het voelde, liggend in zo’n bed door de gang geduwd te worden. Waarom het goed voelde, weet ik niet. De beweging die in de rug te voelen was. Er was iets veiligs. In de beweging. En in het binnenrijden. Weer in de kamer. Waar het half verduisterde licht op me wachtte. Voor de eerste nacht na. Weer even weg, en weer terug nu. Komt u maar meneer, het is aan u nu. De vrouw beweegt het apparaat door de gel op mijn huid. Alles is goed.

De vermoeidheid komt langzaam naast me zitten in de trein. Arm rond mijn schouders. De dingen gaan weer door. Straks weer verdwijnen in het werk. Met een verlangen naar stapeltjes. Traag alle dingen op een rijtje zetten die wachten op gebeuren. Alle dingen bijna strelend betasten. En in stapeltjes leggen. In mijn hoofd of elders. Tot er geen ding meer is dat niet tot een stapeltje behoort. En dan kijken, en diep ademen. Gezien en aangeraakt gaat zo vooraf aan het gebeuren, en zo is het goed. Het geeft meer vrede.

De mevrouw die poetst vraagt bezorgd hoe het nu met me is. Ze vertelt over verdriet en het hart. Over de dood en de aarde. In woorden die niet helemaal lijken te komen. Evenmin in mijn antwoorden. Ik laat haar de foto zien. Ik wil nog iets zeggen, maar de telefoon gaat. Het werk neemt zichzelf weer in.

Gisteren had ik een regenboog gezien. Nu is er alleen licht. Veel wind natuurlijk, maar ook veel licht. Het winterlicht heeft zich teruggetrokken. Ik zou tegen het licht willen aanleunen.

Verlangen naar alleen maar verhaal. Het is nog te vroeg. Het verhaal in de krant. Het zal wel weer terugkomen. Het lichaam dat tijdens deze treinrit helemaal verdwijnt in het verhaal dat zich langzaam laat lezen. Hoe elk woord als een regendruppel over je huid naar beneden glijdt. Hoe alleen het lezen en het verdwijnen heelt. Het is nog te vroeg. Maar het komt wel weer.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
"Verlangen naar alleen maar verhaal."
.


En weten
dat het iemand leest ...

.