26 maart 2008

Welke weg

Hoeveel kennis kun je aan? Hoeveel wil je aankunnen? Wat te doen met wat er te weten valt over de staat van de wereld? En hoe ga je dan zelf tussen de dingen staan? Wie betrokken is op de wereld, en niet cynisch in het leven wil staan, wordt uiteindelijk altijd wel met deze vragen geconfronteerd. Ze zijn niet gemakkelijk. Ze kunnen je verwarren. Ze kunnen pijn doen. Ze kunnen je een gevoel van diepe eenzaamheid geven.

We leven in een maatschappij die in veel opzichten autistisch is tegenover de ecologische werkelijkheid waar onze planeet zich in bevindt. Hoewel het klassieke idee van economische groei, in de betekenis van materiële toename van productie en consumptie, in wezen onmogelijk is in een begrensde wereld, blijven we doorgaan met het nastreven van dit heilloze ideaal. We leven bij wijze van spreken al een hele tijd niet meer van de rente, maar wel van het kapitaal, dat dus steeds kleiner wordt. Erg ‘economisch’ is dat niet, maar als in een losgeslagen trein lijkt niemand nog bij machte om van richting te veranderen. Hoewel we allemaal goed weten dat ons gemiddelde consumptiepatroon, en vooral de manier waarop dat ‘weegt’ op de planeet, volstrekt niet uitbreidbaar is tot alle bewoners van de planeet, willen we de consequentie van die vaststelling liever niet weten. Bewust of onbewust hebben we onszelf allerlei beschermingsmechanismen aangeleerd om niet te moeten weten, om niet te veel in de spiegel te moeten kijken. Het zijn dan ook steeds ‘de anderen’ die verantwoordelijk zijn of eerst moeten veranderen.

De klimaatverandering heeft al deze vragen scherp gesteld. Het veranderende klimaat duwt ons met onze neus in de werkelijkheid van één planeet. Alle bewoners van de planeet aarde zitten als het ware in dezelfde boot. Hoe we hier leven, heeft gevolgen aan de andere kant van de wereld. Het zijn wereldwijd de armsten, de meerderheid, die het grootste slachtoffer zijn van het kortzichtig gedrag van de rijksten, een minderheid. En tegelijk zullen die rijken steeds moeilijker de ‘rest van de wereld’ kunnen uitsluiten. Als eilanden in de oceaan wegzinken, als leefgebieden letterlijk uitdrogen, zullen miljoenen mensen op zoek gaan naar een nieuwe plek om te wonen. Tegenover deze werkelijkheid lijkt voor velen de fictie van een opnieuw uitgevonden nationale staat of nationale identiteit aantrekkelijk. Het is waarschijnlijk een verklaarbaar psychologisch mechanisme, maar erg dapper of lucide is het niet.

De voorbije jaren is de kennis over de aard en de omvang van de klimaatverandering stap voor stap toegenomen. Ondanks de groeiende consensus tussen duizenden wetenschappers, blijven velen verlangen naar samenzweringstheorieën die zouden bewijzen dat er ook hier sprake is van een of ander complot. De werkelijkheid die vroeger alleen voorkwam in dikke rapporten die door weinigen gelezen werden, staat nu voor de deur. En de ‘ongemakkelijke waarheid’ is vooral dat het niet fout hoeft te gaan, als… We weten nu dat we inderdaad in een trein zitten die in principe keihard naar de afgrond rijdt. Maar we weten ook dat er nog wél manieren zijn om de volgende wissels op het spoor om te zetten. Maar we weten ook dat we dan iets zullen moeten doen wat we nog nooit gedaan hebben. Klimaatverandering voorkomen kunnen we al lang niet meer. Een klimaatchaos vermijden kunnen we nog wel. Maar dat zal niet enkel gaan door naar ‘de anderen’ te kijken. Het zal ook niet gewoon overgaan. Wachten betekent dat we simpelweg ook nog eens de al gereserveerde erfenis voor onze kinderen gaan opsouperen.

De reactie die je bij velen ziet, en die we ook als maatschappij lijken te verkiezen, is er een van het voorzien van zoveel mogelijk vluchtmechanismen. Het is in dit geval vooral vluchten voor de waarheid. Proberen tijd te winnen, is vooral tijd verliezen. Het lijkt gemakkelijker niet te willen weten. Het lijkt verdedigbaar dat je niet tot je volle bewustzijn laat doordringen wat te moeilijk of te confronterend lijkt om te bevatten. Maar een zelfgekozen onwetendheid is ook een soort bewuste blindheid, die enkel tot innerlijke onrust kan leiden.

Hoe moet je omgaan met het besef dat we in een cruciale fase van de menselijke geschiedenis zitten? We hebben nog enkele jaren om de koers van onze trein te veranderen. Dat zal bovenmenselijke inspanningen vragen, maar als we het niet doen, weten we dat een klimaatchaos en het in elkaar stuiken van onze ecosystemen die we zelf nodig hebben om te overleven realistische mogelijkheden geworden zijn.

Wie geraakt wordt door een moeilijke werkelijkheid, kiest vaak voor een vorm van ‘activisme’. Heel hard beginnen te lopen of op de muren beginnen te bonken in een staat van idealistische hyperventilatie. Het is veel eerlijker dan de cynische ontkenning, het is een uiting van echte zorg. Maar soms is het ook een manier om de waarheid niet helemaal onder ogen te moeten zien. En het is een manier om niet te moeten voelen hoe diep bedroefd je bent om wat verloren gaat.

Hoe moeilijk het ook is, ik denk dat er uiteindelijk meer innerlijke rust te vinden is in het volle bewustzijn. Beseffen dat de dingen ook wel eens heel erg fout zouden kunnen gaan, hoeft dan helemaal geen reden te zijn om het op te geven, integendeel. In je hoofd toelaten wat er kan gebeuren, en niet vluchten voor het verdriet en de onmacht die dat besef teweegbrengt, maakt het denk ik paradoxaal genoeg gemakkelijker om met een ongemakkelijke waarheid om te gaan en raakbaar betrokken te zijn en te handelen. Je hoeft niet te vluchten, je hoeft anderen niet te ‘gebruiken’ om jezelf niet te moeten zien in de spiegel. Elke dag wordt belangrijk. Je houding in het leven wordt minstens even belangrijk als de grote resultaten waar je de zinvolheid van je engagement aan zou willen verbinden. En tegelijk is elke dag ook een geschenk. Een wonderlijke kans.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.

Vandaag vermoordde een moeder
haar kindje

en bracht het naar de spoedopname.

Sommige mensen
hebben net adem genoeg
om te overleven.
Een zuchtje onrust en ze begeven.


Ik vrees
dat diegene die er écht iets kunnen aandoen,helaas, Jan,
jouw Blog niet lezen.

Maar schrijf gerust verder
om jouw geweten in rust en balans te houden.

Ik tracht te vergeten ...
doch blijf je lezen.

.