16 april 2008

De magneet

Wie mij een beetje kent, weet het: alles voor de wetenschap. Experimenten schrikken mij niet af, als het doel de bevordering van het kennen van het al is. Vorige week diende zich een belangwekkend experiment aan, en wel in de vorm van een nieuwe haargel. Gezien de relatief grote afwezigheid van haar op mijn ook al relatief groot hoofd, is het concept haargel normaal niet zo aan mij besteed. En ik vermoed niet dat haargel bedoeld is om een reeds blinkende kale oppervlakte nog meer te doen blinken. Boenwas is daar veel meer geschikt voor. Maar het gaat hier echter over bijzondere haargel. Met feromonen namelijk. En met de naam Date-magneet. Het gaat hier over substanties die tot aantrekking leiden van speciën van het andere geslacht. “Mannen in het hele land, vrouwen heb je voortaan in de hand.” Het is niet zonder risico blijkbaar: “Attention, extreme attraction.”

Hoewel ik me bij de uitdrukking ‘voortaan in de hand’ niet echt iets kon voorstellen, besloot ik uiteindelijk toch tot het experiment over te gaan. Het knippen van mijn haar – op dat stuk van mijn hoofd waar zich dat nog bevindt – werd een week uitgesteld, om toch maar een beetje plek te hebben alwaar de haargel kon gedistribueerd worden.

Op maandag werd een kleine hoeveelheid gel aangebracht. Ik had het al gelezen, en het klopte ook: het spul ruikt naar appeltjes. Voorzichtig bewoog ik mij in het maatschappelijke gebeuren. Zonder snel waarneembaar resultaat. Even dacht ik dat de mevrouw op het postkantoor mij licht schaapachtig begon aan te kijken. Tot ik merkte dat Helmut Lotti achter mij stond te blinken. Later bleek er wel een effect te zijn. Hondjes. Van die kleine miniatuurtoestanden. Ze wilden ineens allemaal in mijn buurt zijn, kwijlend en keffend. Aan die hondjes bleken steeds madammen vast te hangen die zich reeds in een aanzienlijk verlepte toestand bevonden. Bontjas aan. Rimpels die zelfs na de vijfde facelift niet meer weg te werken waren. Ogen en een huidskleur die wezen op de nodige sherrykuren. Een vernietigende blik die leek te zeggen dat iedereen die nog wel redelijk geconserveerd is, een soort belediging is voor hun troosteloze bestaan. Die vrouwen wilde ik helemaal niet in de hand hebben, voortaan.

Op dinsdag diende dus de dosis te worden aangepast. Ik ging tandpastagewijs tewerk. Onderaan de tube duwen. Er kwam een serieus kwakje uit. Een appelgeur alsof ik zo uit Katarakt kwam stappen. Die dag moest ik langs de horlogewinkel om een nieuw batterijtje in mijn horloge te laten steken. Even dacht ik dat de man in de winkel wel erg vriendelijk was toen hij me zeven keer opnieuw uitlegde hoe belangrijk het is dat het juiste batterijtje klemvast in het horloge wordt ingebracht. Maar ik zag al hoe een mevrouw naar binnen stond te kijken. Had ik haar daarnet ook al niet gezien? Toen ik buitenkwam, begon ze meteen achter mij aan te lopen. Steeds dichter. Ik ben qua mode zeer ruimdenkend, maar een stretch broek met tijgerprint, ik weet het toch niet. Een derrière die qua zwaartekracht onvoldoende onderbouwd werd door de punthakken, met wiebelend gevolg. Dat te korte topje in heftig roze dat niet in staat was de michelinrolletjes te verdoezelen. Dat hevig geblondeerd haar en die al even hevige lipstick. Terwijl ik in een andere etalage stond te kijken naar het nieuwste gamma pannen van Le Creuset hoorde ik ineens achter mij: “Awel sjoeke…?” Toen ik me omdraaide, herhaalde ze nog drie keer het sjoeke, en wenkte telkens zogenaamd veelbetekenend met haar hoofd. Ik meldde dat ik dringend naar de BTW-administratie moest, en zeeg weg.

De woensdagdosis werd aangeduwd vanuit het midden van de tube, iets minder dus. Op het perron viel me al iets op. Normaal neem ik altijd de kant van de trein waar er het minste volk staat, zodat ik genoeg plaats heb om te zitten. Er bleken nu ineens drie vrouwen rondom mij te draaien, die alle drie mee instapten in het zelfde wagondeel en tegenover en naast mij kwamen zitten. Een mens probeert rustig zijn kranten te lezen. Maar dat was moeilijk. Ze bleken me alle drie aan te staren, net terwijl ik een boeiend artikel over biobrandstoffen las. Mooie vrouwen, dat wel. Ook modieus en zo. Intelligente uitstraling. Maar waarom ze knipoogden bij het uitstappen?

Donderdag zelfde dosis. Op dezelfde plek op het perron nog meer vrouwen. Ze wurmden zich na mij op de trein, duwden andere mensen weg, om toch maar in mijn buurt te zitten. Ik vroeg nog of er een misverstand was, maar dat werd weggelachen. In het algemeen is een decolleté wel een goede uitvinding, maar te veel, dat overstijgt de beperkte mannelijke vermogens tot multitasken. Ik dacht dat het lezen van de beursberichten een afkoelend effect zou hebben, maar nee hoor. Ik wou nog vragen of ze niet de hele tijd in mijn oor wilden hijgen, maar dat leek een beetje onbeleefd.

Vrijdag, laatste dag van het experiment. Nog voor we goed en wel het station uit waren, waren die vrouwen al aan het vechten op de trein. Gewapend met naaldhakken en handtassen. Ik kroop tussen hun benen naar een andere wagon, en kon ongemerkt uitstappen. Maar toen ik ’s avonds weer aankwam in Leuven, werd ik, nauwelijks op het perron, weggetrokken. Het was een van die vrouwen die al drie dagen tegenover me zat. Esther. Ze had altijd bescheiden toegekeken. Maar nu was er niet meer te onderhandelen. Ze sleurde me mee naar haar appartement. Ik stelde nog voor om wat te scrabbelen, maar dat pakte niet. Er werd overgegaan tot diverse langdurige atletische activiteiten. Tegen zondagmiddag keerde de rust weer. Ik vroeg haar of we alsnog wat zouden scrabbelen, en dat hebben we gedaan. Het woord date-magneet lukte echter niet. Maar yperiet wel. We hebben nog een glaasje vinho verde gedronken, en toen vertrok ik. Die gel heb ik weggegooid. Als we elkaar nu zien op de trein, glimlachen we allebei even. Meer moet dat niet zijn.

Geen opmerkingen: