20 november 2008

De eetverleider


In het kader van mijn 1000-jaren-project gericht op het bereiken van innerlijke rust en andere dingen doe ik mijn best om toch in veel situaties rustig te blijven. Maar af en toe begint een mens toch eens te roepen tegen de televisie. Enkele dagen geleden was het bij mij weer raak. De aanleiding, of beter de aanleider, was de heer burgemeester van de stad waar ik woon. Die man maakt me wel eens meer lichtjes kwaad, maar dit keer was het er wel stevig op. In het journaal zat een reportage over de ‘week van de smaak’. Naar aanleiding van dat speciale gebeuren zouden op talloze plaatsen de burgemeesters zich met het koken van een speciaal gerecht gaan bezighouden. Kan best leuk zijn, dacht ik. Voor kooktips ben ik altijd te vinden.

Maar goed, daar kwam dus mijn burgemeester in beeld. Een beetje houterig stond hij daar, zich zoals steeds goed bewust van de camera, gemalen kaas uit een zakje te halen en uit te spreiden op een ovenschotel. En dat was het dan. Hij werd ook nog even geïnterviewd. Met veel poeha vertelde hij trots dat hij dus helemaal niet kan koken. Ja, een eitje koken, dat ging nog net, maar dat was dan ook het enige.

Verbijsterd keek ik toe. Een normale journalist had toch moeten vragen: meneer de burgemeester, kan dat eigenlijk wel, een man die niet kan koken? Of beter: kan dat eigenlijk wel, niet kunnen koken, en er ook nog eens trots op zijn? Maar nee, niets van dat. En hij kwam er nog mee weg ook. Ongetwijfeld zullen heel wat venten in allerlei huiskamers grijnzend naar hun vrouw gekeken hebben. “Awel Marie-José, zie je nu wel! Als de Louis dat niet moet kunnen, dan ik ook niet.”

Wat een beschamende vertoning. Dat je als man niet echt goed kunt haken of kantklossen, dat is misschien (hopelijk) nog te vergeven. Maar niet kunnen koken… Mannen die daar stoer voor uitkomen. En dat met zo’n machoblik. Volgens hen heeft hun vrouw er waarschijnlijk “zelf voor gekozen” om altijd voor het eten te zorgen. En vindt die man, als hij al zijn best doet om het te zeggen, het eten dat zij maakt zooo lekker dat hij dat nooit zou kunnen, ook als hij nu onmiddellijk op kookles zou gaan voor drie jaar, waardoor het eigenlijk geen zin meer heeft, aangezien hij haar toch nooit meer zal kunnen inhalen qua artistiek koken, waardoor de dingen eigenlijk beter helemaal niet veranderen. Of zoiets. (Voilà, dat moest er even uit.)

Een politicus zou nochtans bedreven moeten zijn in alle tactische en strategische vraagstukken. Welnu, kunnen koken is in het intermenselijke verkeer, een ongelooflijke meerwaarde. De man die een vrouw uitnodigt en voor haar kookt, heeft meteen een streep voor. Een mooie avond rond een lekkere maaltijd die met eigen handen is gemaakt, het is een daad van zuivere liefde. Minstens.

Ondertussen blijkt dat er toch al veel mannen het wel door hebben. Zo kon ik opmaken uit het lijstje van nieuwe woorden die mogelijk de Van Dale zullen halen. Er is namelijk een woord voor iemand die een ander probeert te verleiden door zijn kookkunst. Het woord is: een gastroseksueel. Oeps… Wanneer je iets lekkers beschrijft, moet het woord natuurlijk ook lekker zijn. Het moet je minstens een kleine glimlach kunnen onttoveren. Maar met dit woord denk ik toch eerder aan allerlei onwillekeurige interne rommelende bewegingen in de onderbuik dan aan warme kriebels of trillende verlangens, ook in een onderbuik overigens.

Er moeten betere woorden te verzinnen zijn. Dat zou trouwens veel beter zijn qua imagomanagement voor een beetje burgemeester die ook een beetje een echte vent is: een wedstrijd organiseren om een beter woord te vinden voor de gastroseksueel.

Er zijn eindeloos veel mogelijkheden. Als je denkt aan een pastaprins, dan zie je meteen al iets voor je. En een sushiminnaar heeft waarschijnlijk fijne vingers waarmee ook andere dingen kunnen bereid worden. Zelfs een preifanaat of een seldervirtuoos kunnen enige fantasie in werking zetten. Onlangs vernam ik dat er ondertussen reeds veganistische porno op de markt is, dus wie wat trager op gang komt hoeft de culinaire sfeer niet te verlaten. We kunnen ook de meer meditatieve weg opgaan, in het kader van de na de feiten te bereiken innerlijke rust. Dus geen fastfoodfuckers maar wel beoefenaars van de slow sex die ook mooie dingen kunnen maken met artisanaal geteelde aubergines en kaasjes van rauwe melk. En een goed gemaakte chocoladetaart is qua overspel al heftig genoeg.

Misschien toch maar goed dat mijn burgemeester de sensuele domeinen van de eetkunst niet wenst te verkennen…

Geen opmerkingen: