16 november 2008

Tijd voor een omslag


Of de huidige financiële en economische crisis goed is voor de aanpak van de ecologische crisis. Het is een vraag die je wel eens hoort deze dagen. Het antwoord is niet eenduidig ja, zeker niet. Aan de ene kant zou je kunnen zeggen dat elke vermindering van de milieudruk, waardoor die ook veroorzaakt wordt, een goede zaak is. Voor het klimaat maakt het in wezen niet uit of een verminderde uitstoot van broeikasgassen wordt veroorzaakt door bewust beleid of door het sluiten van een fabriek na een faillissement. En elke verlaging van onze ecologische voetafdruk zorgt er ook mee voor dat de planeet weer wat meer ademruimte krijgt. Zo komt er ook meer ruimte voor de uitbouw van een maatschappij en een economie die het langer kunnen volhouden.

Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Via een economische crisis bewust proberen de ecologische crisis aan te pakken is misschien op heel cynische wijze een goede vorm van milieupolitiek, het is zeker geen goede vorm van ecologische politiek. Onder meer omdat een essentiële dimensie van het ecologisme zo in het gedrang komt, met name de rechtvaardigheid. Het centrale begrip van het ecologisme is ecologische rechtvaardigheid. De ecologische gulzigheid van een minderheid bedreigt in een begrensde wereld de levenskansen van een meerderheid. Streven naar een levenswijze die past binnen de grenzen van de draagkracht van de planeet en die op een niveau is dat voor iedereen haalbaar is is het enige rechtvaardige spoor. Het is rechtvaardig binnen de huidige generaties, en het garandeert ook de rechten van de toekomstige generaties.

Het ecologisme wil via bewust beleid de economie hervormen, om zo ook de rechtvaardigheid te garanderen. Wat dat wil zeggen, kun je zien in het lot dat waarschijnlijk de arbeiders te wachten staat in heel wat Amerikaanse autofabrieken. Als je jarenlang doet alsof je je economie kunt uitbouwen los van de planeet, dan betaal je daar een zware prijs voor. Als je alleen auto’s maakt die geweldig veel olie verbruiken, dan kun je op korte termijn veel winst maken. Maar zodra de olie schaars wordt, zullen de armsten het eerste slachtoffer zijn. Ze kunnen niet alleen minder rijden, ze verliezen ook nog eens hun inkomen. Al die mensen die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de auto-industrie worden getroffen zodra hun fabriek in de problemen komt in tijden van olieschaarste omdat er andere fabrieken zijn die al wel veel eerder investeerden in auto’s die veel minder olie verbruiken. Als je heel erg cynisch bent, zou je kunnen zeggen dat de crisis in de autosector misschien goed is voor het milieu, maar met ecologie heeft dit niets te maken. Niet alleen zou je in een ecologisch beleid ervoor gezorgd hebben dat er alleen nog goede auto’s zouden worden geproduceerd, evenzeer zou er geïnvesteerd zijn in andere economische activiteiten dan het produceren van auto’s. Mensen zouden dan ook kunnen gaan werken in een bedrijf waar men windmolens of fietsen maakt.

In een kortetermijnvisie zijn ecologische normen, bv. het opleggen van verplichte CO2-normen voor auto’s, een ‘belemmering’. Als je iets verder denkt dan je neus lang is (of dan een electorale legislatuur duurt) dan zie je het voordeel ervan. In een kortetermijnvisie is kiezen voor ecologie te ‘duur’. Ook dat is onzin. Wat we nu goedkoop noemen, kan er vaak enkel maar zijn doordat we massaal kosten doorschuiven naar het milieu, naar de andere kant van de wereld, of naar de volgende generaties. Milieuvervuiling en –ontwrichting betekenen een immense maatschappelijke kost, die uiteindelijk in harde valuta moet betaald worden, waardoor er minder geld overblijft om sociaal beleid te kunnen voeren. Financiële winst op korte termijn betekent heel vaak ecologisch en sociaal verlies op iets langere termijn.

De financiële crisis is het gevolg van roekeloosheid en hebzucht. Ze betekent nog een extra hinderpaal voor de oplossing van de economische crisis. Want er zijn investeringen nodig. In een ecologisch slimmer beleid waren die investeringen al jaren geleden gebeurd. En door de immense ecologische schade die al aangericht is, is er ook erg veel geld dat al niet meer in nieuwe initiatieven kan geïnvesteerd worden.

Velen pleiten nu voor ‘groen realisme’, en dat zou iets anders zijn dan wat de ecologisten voorstellen. Dat is gemakkelijk te doorprikken. Vandaag hoor je van de tot voor kort meest behoudsgezinde krachten pleidooien om maximaal te investeren in ‘groene’ sectoren. Toen vanuit groene hoek dat pleidooi al twintig jaar geleden klonk vonden diezelfde mensen het ‘onrealistisch’ of naïef. Nu blijkt eens te meer dat wat meer ecologisch realisme jaren geleden ervoor zou gezorgd hebben dat we nu veel minder problemen zouden hebben.

Laten we dus nu eindelijk écht het licht op groen zetten. Dat betekent voor de economische sectoren dus alle kansen aangrijpen op groenere productie. Maar daarmee zijn we er nog niet. Daarmee verdwijnt de klimaatverandering of de uitputting van de aarde nog niet ineens als sneeuw voor de zon. Misschien wel integendeel. Dromen van een alomvattende strategie van ‘groene groei’ is een gevaarlijk hersenspinsel. We moeten dus blijven kijken naar onze totale voetafdruk. Uiteindelijk kunnen we alleen tot een stabiele, en dus houdbare situatie komen, als de globale druk op de planeet effectief vermindert. Niet in relatieve termen (minder milieuvervuiling per eenheid economische groei), maar in absolute termen. Globaal is onze voetafdruk nu 1,4 planeet. Dat wil zeggen dat we met 140 kg in een lift staan waarvan de maximum draagkracht 100 kg is. Het belletje rinkelt dus al lang. Denken dat we even kunnen negeren dat er een belsignaal is, is levensgevaarlijk. In financiële termen zouden we eigenlijk enkel mogen leven van de rente, maar we zijn nu volop bezig het kapitaal zelf aan te tasten. Alleen als ons gewicht vermindert, kan het kapitaal zich herstellen en kunnen we het ‘als een goede huisvader’ doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Om ons gewicht te verminderen hoeven we niet in hongerstaking te gaan, integendeel zelfs,want dan dreigen we ook te sterven. We moeten wel kiezen voor een goed dieet. We kunnen dan lekker blijven eten, we worden er gezonder en fitter van, onze levensverwachting stijgt, en we kunnen onze kinderen nog zien opgroeien.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Niet eenvoudig ...
van groene lucht alleen blijf je niet in leven.
Zelfs niet van de liefde.

Hoe moet het nu verder?
Ik weet het niet.
En vroeger wist ik het al evenmin.

Ik kan alleen hopen
dat anderen het wél weten ...
en met die kennis 'iets' doen.

Denken en doen.