24 juli 2014

Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz

Het kan zo anders lijken, maar soms halen de schaduwen je onherroepelijk in. Wat je hebt achtergelaten, het is er niet meer. Meer beschadigd dan velen vermoeden kom je terecht op een volstrekt nieuwe plek. Je wilt vooruit, want ook dat ben je verplicht aan zij die er niet meer zijn. Maar je lijkt wel vastgezogen in de spraakverwarring. De wereld draait door, anderen vinden dat er wel lang genoeg over toen is gesproken, ze willen vooruit. Er zijn geen woorden voor het onuitspreekbare, en al helemaal niet als je aan het apparaat moet verwoorden hoe beschadigd je bent. En het overleven van te veel gruwel en te veel plekloosheid leidt enkel naar de dood.

In het intens mooie en aangrijpende Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz van de Zweedse auteur Göran Rosenberg probeert de schrijver te ontrafelen waarom zijn vader uit het leven stapte, zoveel jaar geleden. De Plek, dat is het Zweedse Södertalje, waar Rosenberg geboren wordt en opgroeit. Ergens opgroeien, dat is ook die plek veroveren, samen met alle verhalen die zo ontstaan. Je groeit in relaties, in verhalen, in een ruimte die zich ontwikkelt, in een gezin van mensen die je koesteren en alle kansen willen geven. Zo is het voor Göran. Voor zijn vader David was het een plek van aankomst, op 2 augustus 1947. Een plek waar alles zou beginnen, het nieuwe leven. Het werd een eindpunt, als een tijdelijk uitgestelde dood.

De auteur heeft het boek volledig in de tegenwoordige tijd geschreven. Hij loopt als het ware naast zijn vader, langs de verschillende haltes van diens tragische leven. Hij wil niet de toekomst (die in werkelijkheid al een verleden is ondertussen) er al bij halen. Hij wil zijn vader nog niet belasten met die toekomst, maar naast hem lopen, om zo te begrijpen wat hij als zoon nooit helemaal had kunnen vatten. Regelmatig spreekt hij zijn vader rechtstreeks aan, maar die antwoordt nooit.

Het verhaal van de Poolse Jood David Rosenberg begint in het getto van Łódź. Het is al bijna aan het einde van de oorlog als David vanuit het getto wordt weggevoerd naar Auschwitz. Vrij snel zal hij van daar weer worden verplaatst naar een werkkamp van de vrachtwagenfabriek Büssing in Braunschweig. Als de fabriek wordt gebombardeerd volgt nog een hele tocht, onder meer via Ravensbrück, tot hij aankomt in het nog in opbouw zijnde concentratiekamp van Wöbbelin. Het is daar dat de Amerikanen hem zullen bevrijden. Na verdere omzwervingen komt David uiteindelijk aan in Södertalje, waar hij al snel gaat werken in een vrachtwagenfabriek (van Scania).

Voor Göran begint de tocht van zijn vader op het station, waar de trein naar Auschwitz vertrekt. Dat is het punt waarop de definitieve breuk wordt gemaakt met de wereld van toen, de plek van toen. Voor dat moment was er nog een wereld waarin David opgroeide, met al zijn familieleden, een wereld met verwachtingen die – ondanks de werkelijkheid van de oorlog – zouden voortvloeien uit die plek. Na dat moment is er geen terugkeer meer mogelijk. Bijna al zijn familieleden zullen sterven in Auschwitz. Zijn jeugdliefde Hala ligt met haar hoofd op hem te slapen in de beestenwagon die hen naar Auschwitz brengt. Bij aankomst worden ze gescheiden. De twee zullen uiteindelijk weer herenigd worden in Södertalje.

Het is ongelooflijk knap hoe de auteur dit alles opbouwt. Als een observerende journalist wordt elk element van de tocht gereconstrueerd. Göran heeft al die plaatsen bezocht en via uitgebreid onderzoek in archieven elk puzzelstukje van het verhaal bij elkaar gezocht. Maar nooit wordt het een academisch onderzoek. Je voelt de hele tijd hoe hij naast zijn vader loopt, en samen met hem ontdekt hoe de dingen lopen. Stukken uit de brieven van David worden verwerkt, en die komen naast stukken uit kranten van die tijd. Het woordgebruik van de nazi’s wordt subtiel genadeloos ontleed. De auteur kijkt soms met meer afstand vanuit het nu naar toen, en brengt nuances in gangbare beeldvorming. Zo is het heel aangrijpend te lezen hoe hij kijkt naar het verhaal van de voorzitter van de Joodse Raad in het getto van Łódź. Die gedroeg zich in veel opzichten als een medeplichtige van de nazi’s, maar heeft er misschien mee voor gezorgd dat een aantal mensen pas later in Auschwitz terechtkwam, waaronder David. Er is de kwestie van de ‘slavenarbeid’ in de Duitse fabrieken. Toen er in de bezette landen geen dwangarbeiders meer te pakken te krijgen waren, onder meer door het oprukkende Russische leger, werden Joden uit het vernietigingskamp gehaald om in de fabriek te gaan werken. Wat de Duitse bedrijven deden, was moreel verwerpelijk, maar in het geval van David betekende het dat hij niet stierf.

En tussen al die beschrijvingen door gebruikt de auteur enkele sterke beelden, die steeds terugkomen: de plek, de schaduwen, de scherven, de brug, de spraakverwarring, … Die houden alles bij elkaar en onthullen op hun manier, voorbij de woorden, hoe David bijna onherroepelijk op zijn dood afstevent.
En als lezer zie je hoe David ogenschijnlijk goed begint aan zijn nieuwe leven in Zweden, hoe hij iets begint op te bouwen. David ziet een ‘project’ voor zich. Hij komt uit het duister, en in Zweden is er zoveel licht. Göran is een kind van dat licht. Maar David raakt niet uit de tentakels van de duisternis, de schaduwen liggen op de loer, en komen bijna geruisloos dichterbij. In de fabriek krijgt David steeds maar geen promotie. Het eigen huis komt er niet. Allerlei plannen komen niet van de grond. Wanneer hij een dossier moet indienen voor het verkrijgen van een compensatiepremie van de Duitse overheid (de Wiedergutmachung) gaat het fout. Hij kan, volgens de bureaucratische machinerie, onvoldoende bewijzen dat hij echt gekwetst is. En hoewel hij er voor de buitenwereld goed uitziet, wankelt hij vanbinnen steeds meer.

Als je het boek uitgelezen neerlegt, zie je die beelden weer voor je, en begrijp je waarom gebeurde wat er gebeurde. Er is geen plek meer van toen voor David, hij kan zijn kinderen niet meenemen om te zeggen: hier was het. Alles is weg. En zowat alle mensen die er nog overbleven  van toen, zijn ook weg uit die nieuwe plek in Zweden. De nog levende broer van David is naar Israël getrokken. De jaren na de oorlog zijn de jaren van de grote vooruitgang van de welvaartstaat Zweden. En hoe hij ook zou willen, het lukt niet voor David om niet weg te zinken in die nieuwe plek. De wereld rondom hem praat niet meer over de oorlog, wil vergeten en vooruitgaan. David is vanbinnen veel harder getraumatiseerd dan de buitenwereld ziet, of wil zien. Er is letterlijk en figuurlijk geen plek voor zijn wonden, er zijn geen woorden voor. Zijn psychische problemen worden groter en groter. Uit het leven stappen is voor hem de enige uitweg. De schaduwen hebben hem ingehaald…

Göran Rosenberg heeft met Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz een indrukwekkend mooi boek gemaakt. Het is het verhaal van een vader en een zoon. Tussen hun beider werelden zit een kloof die nauwelijks te overbruggen bleek, een kloof geslagen door de tijd. Het boek is een teder eerbetoon aan een kwetsbare man die probeerde te overleven, maar te zeer geraakt was vanbinnen. Voor Göran, die een gelukkige jeugd had op de plek die zijn hele wereld was, is het boek als een brug in woorden naar de plekloosheid van zijn vader.

Geen opmerkingen: