07 september 2014

De spin

Het blijft een wezen met een heel eigen wil, een heel eigen finaliteit in het leven. De slang van de stofzuiger. Je hebt al geprobeerd de slang met zachtheid en begrip te benaderen. Het resultaat is niet overdonderend. De slang gedraagt zich niet in de tussenperiodes, in het niemandsland tussen het stofzuigen door.

Je had afgesproken met iemand, in een tussenperiode. Net na een les die je moest geven. Net voor je weer naar de trein moet. Om even iets te bespreken. Het is belangrijk. Je houdt er niet van, je kunt er steeds minder goed tegen, dat je de tijd niet hebt. Het wringt nog na, wanneer je in de trein zit, op weg naar.

Dat jij het wel zou willen doen, even voor twee meisjes zorgen, heb je gezegd. Het maakt je een klein beetje zenuwachtig. Ook omdat je het eigenlijk heel graag zou willen doen.

Vroeg. Normaal had je niet alleen in de trein gezeten. Het draait anders uit. In die richting neem je bijna nooit de trein. Het landschap is mooi. Je bent alleen met je gedachten. Het is ook een beetje een geschenk.

De gulle en gulzige lach van de Afrikaanse vrouwen in de metro. Je kunt niet anders dan glimlachen. Ze maken je ook altijd een beetje verlegen. Alsof je zelf maar heel voorzichtig aan het leven deelneemt. Je kunt je ogen niet afhouden van die jurk met volledig open rug. En hoe die huid meelacht.

Het ene meisje vertelt je ernstig alle verhalen. Soms lopen de namen een beetje door elkaar, maar dat geeft niet. Ze legt later ook uit voor welke voetballer ze een boon heeft. Het is blijkbaar ook jammer dat meisjes niet bij de Rode Duivels kunnen gaan. Graag zien is een zaak, maar dromen van die voetballer, dat hoeft nu ook weer niet.

Die ene mevrouw in de trein zit je wel heel vaak zogenaamd toevallig aan te kijken. (Waarschijnlijk heeft ze dringend een bril nodig, of zoiets…)

Het overkomt je weer. Midden in een gesprek. Onvoorbereid. Wanneer je het hebt over iemand die je zeer dierbaar is, springen de tranen ineens in je ogen.

Het andere meisje roept je. Ze legt je uit dat er daar een grote spin is. Nee, ze heeft geen schrik van de spin. De spin is ook dood trouwens. Maar ze ligt daar nog wel. Het is de orde der dingen waarschijnlijk. Later vraagt ze of je haar wilt pakken en naar boven dragen. Als voorbereiding op de fluorescerende tandpasta.

Je zou moeten beginnen aan een grote opdracht. Ze ligt al een tijdje te wachten. Je begon er al zo vaak aan, maar telkens kreeg je de vraag om nog snel even eerst iets anders te doen. Nu is het moment daar. Je hebt alle kleine klusjes afgewerkt. Er is niets te bedenken om nog even nog een beetje tijd te winnen. Je begint.

Er gebeuren allerlei dingen in je dromen. Het niemandsland van het mogelijke. Zou de kosmos je iets willen zeggen?

De eerste keer dat je die les geeft. Vorige week was het nog een proefles. Het is alsof je er doorheen glijdt. Je merkt dat je stem is veranderd nadien, een beetje gezakt.

In het donker weer naar huis fietsen. De auto die ineens uit een zijstraat komt doet je schrikken. Maar daarna loopt het gesprek in je hoofd weer verder.

De melancholie van een zondagnamiddag.

Verhalen schuiven door elkaar in je hoofd. Misschien ben je zelf wel een tussenperiode. Of een tussenplek. Dat klinkt al beter.

Geen opmerkingen: