12 september 2014

Lijstje voor god

Stel je voor dat god zou bestaan. En stel je voor dat god oppermachtig en omnipresent is. En stel je voor dat zij in een goede bui is vandaag.

Stel dat god zou zeggen: ik weet het, het is tegen mijn principes, maar voor een keer, en omdat jij het bent, mag je een wenslijstje maken. Woew!

Hoe begin je daar nu weer aan? Als kind dacht je altijd al wanneer je de vraag kreeg welke wens je zou doen als je een wens mocht doen: ik ga wensen dat ik elke dag een wens mag doen. Dat leek je wel erg slim bekeken, want een wens is een wens, en zo kon je de keuzestress wel onder controle krijgen. Maar zou je dat nu, als grote mens, nog durven toevoegen aan je lijstje? Zou wel een beetje flauw zijn eigenlijk (maar wel aantrekkelijk).

Misschien toch maar beginnen met een belangrijke kwestie. Of god ervoor zou kunnen zorgen dat het woord inkantelen definitief in het algehele niets verdwijnt (of minstens onderwerp wordt van een veroordeling door de VN-Veiligheidsraad). In de categorie ‘ongelooflijk gruwelijke woorden die zich iets te uitbundig – om het vriendelijk te zeggen – in het Vlaams regeerakkoord bevinden’ scoort dat vreselijke inkantelen behoorlijk hoog. Je krijgt allerlei rare gedachten bij dat woord. En er staan al zoveel lelijke woorden in dat regeerakkoord. Sommige daarvan zijn, als woord dan, nog te tolereren, misschien, als dat inkantelen maar verdwijnt…

Er is ook de afdeling ‘spannende dingen die in mijn dromen bleken te gebeuren de voorbije weken, zo kon ik vaststellen bij het onverwacht wakker worden’. Aangezien god ook alwetend is, moet ik haar niet veel meer uitleggen. In elk geval: of er qua implementatie nog iets daarmee zou kunnen gedaan worden.

Een andere belangrijke wens is: dingen die niet stuk gaan. Er zouden er toch een paar moeten zijn. Soms kun je met verbazing zitten kijken naar die schoenzool die afgesleten is, of naar die binnenzak van je broek, die je weer eens moet repareren, en dat door die sleutels die in je broekzak zitten, wat toch voor de mensheid een goede zaak zou moeten zijn, dat die daar zitten, of niet soms? (Het zou kunnen dat dat niet helemaal onverwacht is, aangezien je basically maar een paar schoenen hebt, en aangezien de stof van je binnenzak ook maar van stof en stof is, maar die vaststelling gaan we even helemaal buiten de discussie houden.) Het voelt als een nederlaag van het leven, minstens. Het lijkt op een persoonlijk falen. Stel dat god dat in je oor zou fluisteren: deze schoenen, zodra ze zich naar je ingewikkelde voet gezet hebben, zodra die blaren echt voorbij zijn, vanaf dan zullen deze schoenen onverslijtbaar zijn, zo lang jij leeft. Zoiets.

(Voorlopig overweeg je de ‘elke dag een wens’-optie toch nog steeds in je lijstje te laten staan. Voor alle zekerheid. Stel dat je morgen toch ineens zou willen toegeven aan je verlangen naar een mooi pak op maat, en je zou het niet aandurven om daarvoor naar de winkel te gaan, wat waarschijnlijk is.)

Misschien ook iets over die mooie vrouw die je iets in je oor zal komen fluisteren, als we dan toch bezig zijn. Kan er nog wel bij.

Dat je een doosje zou hebben, met daarin de geur van de keuken van je grootmoeder, terwijl ze confituur aan het maken is, toen. En, vergelijkbaar met dingen die nooit stuk gaan, die geur kan dan ook nooit verminderen of zo. Dus als je eens verdrietig thuis komt, jezelf ellendig voelt, door dat rammelende lijf, of door de stem van Geert Bourgeois die je zomaar in een onbewaakt moment hoorde, of als je je ’s nachts ineens eenzaam voelt, en er zijn voor die nacht blijkbaar geen mooie dromen voorzien. In al dat soort gevallen zou je dan even dat doosje kunnen nemen, en een moment van ultiem geluk zou je overvallen.

Het zou overigens ook een goede zaak zijn als god ervoor zou kunnen zorgen dat er nooit een universele gelukspil zal komen die belooft dat iedereen voor altijd gelukkig zal zijn, enkel en alleen door het nemen van die pil. Je krijgt het niet helemaal uitgelegd hoe het juist zit, maar god zal wel begrijpen wat je bedoelt.

Misschien ook nog een frangipanetaartje, en amaretto-ijs, en die chocolade met de naam Melissa. En vooral hoe lekker ze zijn in je hoofd, in het verlangen ernaar.

En ook nog dat je zo, met een vingerknip heel goed salsa en tango zou kunnen dansen. En dat je zo, op eender welke dansvloer, eender welke situatie zou overleven.

(Bij nader inzien toch maar de ‘dat ik elke dag een wens mag doen’ toevoegen aan het lijstje. Eigenlijk vooral omdat iemand je dat dan zou kunnen komen vragen: wat heb je vandaag gewenst? En dat er dan een mooi verhaal zou komen.)

En ten slotte, last but not least, dat god eindelijk ook eens iets voor zichzelf mag wensen. Nieuwe schoenen of zo. Of kanten lingerie. Of een handtas waarin je altijd alles terugvindt, en waarin dan ook alles zit, werkelijk alles. Altijd handig voor iemand die alomtegenwoordig is. En zo.

Geen opmerkingen: