12 september 2015

Woordplek

Al enkele dagen. Verlangen. Naar de woordplek. Waar je nu eindelijk bent.

Het kan pijn doen. Verlangen.

Vanuit het raam, zeven hoog, zie je de boeren beneden. Om een of andere reden vind je het toch een beetje een raar zicht, een roze tractor.

Het is jaarmarkt in jouw stad. Wat je ziet, op weg naar huis na het werk, zoals elk jaar, lijkt je alleen maar te bevestigen in je vermoeden van onaangepastheid, of ongeschiktheid voor de wereld. Als dat de wereld is tenminste.

Je hebt nog wel een bijzondere, eigenlijk gênante herinnering aan de dag van de jaarmarkt. Iets met zaad. En verlegen. En een poging tot sirene.

Goede voornemens voor de week. Zoals daar zijn: de zelfmassage voor gevorderden. Allerlei stukken van je nek en je schouders onder handen nemen, elke avond. Of beter: onder vingers.

Het verhaal weegt op je. Iemand is ziek. De ziekte. Niet om jou, dat wegen. Maar omdat je zo graag had gewild dat de kosmos (bij gebrek aan hogere instanties) haar voor de rest van haar dagen alle leed (of toch zoveel mogelijk) zou hebben bespaard.

In een vergadering. Iemand brengt verslag uit over een internationaal congres, ergens ver weg, met een zillion sprekers en workshops en network opportunities. Over de trends in het leren. Je hoort dingen als nano teaching. En nog veel meer flitsends, of zoiets. Het maakt je eigenlijk alleen maar diep verdrietig. Na lang twijfelen zeg je het ook maar: dit maakt me zo verdrietig.

Je bent waarschijnlijk onaangepast.

Je bent gepromoveerd tot liftboy, net niet met robbedoespakje. Nieuwe veiligheidsprocedures. Bezoekers op het werk mogen niet meer zomaar los door het gebouw lopen. Je verontschuldigt je bij hen, in plaats van de hogere instanties.

Het verhaal van een vriendin raakt je. Hoe tragisch de tijd kan zijn.

Een reeksje avondvergaderingen.

Een mooie nacht. Driemaal opstaan, om daarna telkens opnieuw zachtjes in een mooie droom te schuiven. Zouden de goede voornemens hun werk doen?

Mooie mensen fietsen voorbij. Zomaar los. Goede uitvinding trouwens, dat.

Tussendoor denken: hoe zou het nu met haar zijn?

Dat je een berichtje kunt intikken. En dat dan meteen zomaar ergens aan de andere kant van de wereld kan gelezen worden. Het kleine jongetje in jou begrijpt nog altijd niet goed hoe dat kan. Dat die woorden zomaar door een kabel lopen, helemaal naar Afrika. En dat je direct daarna een foto teruggestuurd krijgt met: ‘Hier ben ik nu, we rijden nu in deze auto.’ Je denkt aan de blik vol verwondering van je grootvader. Hoe je die altijd wilt blijven houden. (Dat heb je hem beloofd.)

Hopen dat je binnen enkele dagen eindelijk die klus af zult kunnen werken. Het heeft lang genoeg geduurd.

Iemand zegt iets als: ja, maar die is nog wel een stuk ouder dan jij bent, oud dus. Message taken.

Het komt waarschijnlijk nooit meer goed, tussen jou en de puntkomma.

Dicht bij waar je woont, staat ook zo’n mooi kastje met boeken. Om mee te nemen. Ineens stond het er. Na twee dagen stonden er ook boeken in. Het doet je glimlachen.

Een fles bubbels mee op de fiets. Zoals je had beloofd.

Terug naar huis, na de laatste avondvergadering van de week. Je bent zo moe dat je een beetje scheel kijkt of zo. Je fietst langs de kermis. De tristesse daalt over je neer.

Je bent waarschijnlijk onaangepast.

Toch nog maar eens wat nieuwe sokken kopen. In die andere sokken wordt het gatgehalte hoog, en de sokdensiteit laag. Immens aanbod. Sokkeuzestress. Zou je kunnen krijgen, als je kleinere voeten had gehad. Er is één stangetje met daaraan sokken in jouw maat. Grote voeten, ze maken het leven eenvoudiger.

Bij de schoenmaker. Of hij de zool van die sandalen kan vernieuwen. Dat kan. Je bent blij. Herstelbaarheidsgeluk.

Je zou zo graag niets. Kan voorlopig niet. Discipline.

Enkele druiven net na een middagdutje. Ze smaken nog lekkerder dan.

Eindelijk is die klus klaar. Je was er al aan begonnen ergens in juli. Je telde de laatste bladzijden af, wilde het absoluut klaar hebben, geen dag later.

Onmiddellijk daarna overvallen worden door huiderigheid.

Tijd om een flesje wijn open te maken.

Iets met verlangen.

En ook niets.

2 opmerkingen:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

Je bent waarschijnlijk onaangepast.


Mag ik je geluk wensen, Jan,
met dit heerlijke gebrek.
Een schitterend ongeluk.

Ik proef hier de stilte.
Zoals dit wit spreekt, ook als het zwijgt.
Een vluchtheuvel.

Tussen het aangepast lawaai.
En de gedoceerde leegte.

Dank je wel, Jan.

Jan Mertens zei

Dankjewel Uvi voor je heel mooie reactie.