20 april 2017

Een spinnetje

Een fijn feestje. Een belangwekkende discussie over de criteria waaraan een man moet voldoen, qua date. Een eminent gezelschap van bijzondere vrouwen. (Die eisen lijken nog redelijk mee te vallen, denk je. Of zoiets.) En iets met glinsterende ogen. En blauwe lippen, ook.

Een feestdag. Je bent de hele dag alleen thuis. Waarschijnlijk zul je de hele dag geen woord zeggen. Dat heeft wel iets. Tijd om te poetsen. (De ramen had je de vorige dag al gedaan.) En nog even op stap om foto’s te maken. En dan het napoetsliggen. Tot je weer helemaal op elkaar past, alle onderdelen. En dan nog het boek uitlezen. En er nog een stukje over schrijven. Alles zonder een woord, dus.

De volgende dag. Op weg naar het feest. Die ochtend de boektwijfel. Het ene boek is uit. Tijd om aan een ander boek te beginnen. Voor de stapel met boeken staan, niet weten welk boek je eerst zult nemen. Toch maar dat ene. In de trein eerst de krant opmaken, en pas daarna het boek. Een boek met een leeslint, dat leest toch anders.

In de bus, naast een bekende van vroeger. Enkele mooie verhalen. Ze ontroeren je.

Veel volk rond de tafel. (Ze zijn zo groot geworden. Dat dacht je overigens alle vorige keren ook al.) Een mooi gesprek, over hoe het is om nu jong te zijn. Het ontroert je meer dan je kunt zeggen. Je zou hun nog heel veel willen vragen.

Die avond moet je nog naar een andere stad voor een vergadering. Het boek met het leeslint is bij je.
In de trein terug. Die jonge meiden naast je maken een diepteanalyse van Temptation Island.

Terug op het werk. Toch de indruk krijgen dat je iets als vakantie hebt gehad.

Een uitermate belangwekkend gesprek over een sacoche.

Die avond, een mooi concert. (Op enkele uitzonderingen na lijk je weer een van de jongsten te zijn in de zaal.) (Eigenlijk mis je die ene muzikant wel, denk je.) Je denkt terug aan die keer toen je hen zag in dat kleine zaaltje, en toen je na het concert ineens naast die zangeres liep en een beetje in de war was. (Een mooi geel jurkje trouwens.)

(Nadien komt een herinnering aan een concert, zo lang geleden, en een berichtje.)

Het is frisjes in de nacht.

Efficiënt tijdsgebruik. Tussen werk, boodschappen, eten maken en vergadering nog snel even enkele straten doen met folders. In goed gezelschap. (Zoals steeds een momentje om even bij te praten.)

Na tienen nog de afwas doen, niet zo fijn. Maar ’s ochtends een aanrecht aantreffen dat niet leeg is, dat is nog erger.

(Allerlei dromen.)

(Denken aan een verjaardag.)

Op weg naar een conferentie. Aan het verkeerslicht zie je iemand die je kent. Je begint een heel gesprek, hopend dat je snel weer zult weten van waar je haar nu ook weer kende. Het komt gelukkig al snel terug, ongeveer aan de andere kant van het zebrapad.

Tijdens de middagpauze een heel gesprek met een van de wetenschappers. Hij vertelt over zijn onderzoek in Oeganda. Hij maakte een analyse van de aanwezige diertjes. Daarbij heeft hij een spinnetje gevonden dat nog niet bekend was. (Het was er al de hele tijd waarschijnlijk, maar het had nog geen naam.) Je vraagt of dat diertje nu zijn naam gekregen heeft. Ja dus. (Toch wel spannend, dat je daar zomaar staat naast iemand die zijn naam aan een spinnetje heeft gegeven.) (Je probeert je iets in te denken waaraan jij je naam zou kunnen geven.)

Iemand komt naar je toe, om je van dichtbij te bekijken. Hij zegt dat hij jouw columns leest, en dat hij blij is je eens in het echt te zien, van dichtbij. De vrouw die ook aan het tafeltje staat zegt dat ze je ook leest. (Even heel verlegen.) (Als mensen je lezen, ben je dan leesbaar?)

Het is bijzonder om die laatste spreker bezig te zien. Met grote begeestering vertelt hij over zijn onderzoek. (Van wat je op de slide ziet, begrijp je eerlijk gezegd geen jota. Maar dat zal ongetwijfeld geheel aan jou liggen. Je hebt de indruk dat er in de zaal nog meer mensen zijn die nu ook denken dat ze dom zijn.)

(Iets in je nek klopt nog steeds niet.)

Na alle klussen thuis, gewoon weer klaar voor woorden.

Je ziet iets, je glimlacht.

(Misschien ben je een beetje te moe voor de woorden. En toch.)

Bijna klaar voor een dekentje. En enkele gedachten.

Geen opmerkingen: