16 april 2017

The Girls

Meisjes, ergens onderweg in het verwarrende niemandsland tussen kind en volwassene. Ze vervelen zich, in een broeierige zomer, en zijn op zoek naar aandacht en erkenning. Ze willen ‘iemand’ zijn, zoeken de spanning op, en kunnen op gevaarlijke plekken komen. Het is die complexe, fascinerende en tegelijk akelige wereld die we te zien krijgen in The Girls (vertaald als De meisjes) van de Amerikaanse schrijfster Emma Cline. Het boek is ten dele gebaseerd op wat er gebeurde met de sekte van Charles Manson, maar bekijkt die vreselijke gebeurtenissen vooral vanuit het perspectief van tienermeisjes. Emma Cline doet dat op een erg overtuigende wijze, en in een taal die subtiel en fonkelend is.

Het verhaal wordt verteld door de ogen van Evie Boyd. In de zomer van 1969 is ze veertien. Ze woont ergens in Californië, op een plek waar niets gebeurt, waar niemand haar ziet. Ze trekt op met een saaie vriendin, twee meisjes die onbeholpen kijken naar de jongens en zelf hun grote drama’s creëren. Haar ouders zijn gescheiden. Haar vader woont ergens anders, met zijn jonge vriendin. Zij woont bij haar moeder, die zichzelf op geheel macrobiotische wijze opnieuw aan het vinden is (wat niet echt lijkt te lukken).

En dan maakt Evie kennis met een aantal meisjes die er exotisch en minstens spannend uitzien. Vooral een van hen, Suzanne, oefent een hypnotische aantrekkingskracht op haar uit. Ze wil haar aandacht, wil bij haar zijn, door haar gezien en zo mogelijk ook graag gezien worden. De meisjes blijken in een soort commune te wonen, met een goeroeachtige man, Russell, als centrale figuur. Russell verkondigt een verhaal over een vrije wereld, zonder banden, zonder ego, zonder bezittingen, … maar is in de feiten niet meer dan een erg middelmatige zanger die de meisjes op gewiekste wijze aan zich bindt en zich seksueel laat bedienen. De plek waar ze wonen is groezelig, en geld hebben ze niet. Evie brengt steeds meer tijd door bij de meisjes en steelt geld in de hoop zo dichter bij de in haar ogen stralende Suzanne te komen. De toestand op de ranch van Russell zal uiteindelijk op lugubere wijze totaal uit de hand lopen. Evie is een toeschouwster die bijna te dichtbij was gekomen. Ze is dan wel aan iets ontsnapt, de rest van haar leven zal ze een toeschouwster van haar eigen leven blijven, met nog steeds dubbele gevoelens.

In het boek wordt het verhaal vanuit twee tijdsmomenten verteld. Enerzijds de gebeurtenissen in 1969. Anderzijds in het nu, met de ondertussen ouder geworden Evie. Ze brengt haar tijd door als iemand die tijdelijk in gaat wonen bij iemand anders om te helpen of die op huizen past. Ze verblijft in het huis van een vroegere vriend die weg is. De zoon van die man komt ’s nachts ineens binnenvallen, samen met zijn liefje. De jongen vertrekt al snel weer, en het meisje begint de vrouw uit te vragen omdat ze hoorde dat die zoveel jaar geleden betrokken was bij die beruchte commune die verantwoordelijk was voor een gruwelijke moordpartij. De oudere Evie wordt zo verplicht terug te kijken naar vroeger en naar haar rol in het gebeuren. Die hoofdstukken vormen een soort kaderverhaal.

Het verhaal van de zomer van 1969 wordt ongelooflijk knap opgebouwd. In zekere zin is de figuur van Russell maar iemand op de achtergrond. Het is de intense wereld van meisjesvriendschappen waar het om gaat. Als lezer kom je er middenin, je ruikt bijna de gebeurtenissen. Tegelijk verschuift het perspectief ook telkens op heel subtiele wijze. Er is een interne reflectie bij Evie (toen en doorheen de tijd). Ze is zich bewust van haar naïviteit en haar wankele verlangens, maar ze kan niet anders dan toegeven aan de aantrekkingskracht. Door haar ogen zie je als lezer dat de situatie op de ranch van Russell slechter en slechter begint te gaan, maar zelf duwt ze onaangename waarheden uit beeld. Ook de andere personages worden in hun complexiteit beschreven. Suzanne lijkt op een aantal momenten Evie te willen beschermen voor wat gaat komen, is op andere momenten dan weer koud en manipulatief, en lijkt ten slotte verloren in het moeras van de sekte. Evie zal altijd, ook zoveel jaar later, dubbele gevoelens houden. Ze bleef ver genoeg weg van het ultieme kwaad, maar lijkt later nog altijd het gevoel te hebben dat de intensiteit van toen een ultieme ervaring was, die een deel van de aantrekkingskracht van toen blijft behouden.

Vanaf het begin geeft de verteller regelmatig een hint van wat er uiteindelijk zal gaan gebeuren. Dat draagt bij tot de dreigende sfeer die al vanaf de eerste bladzijden over het boek hangt. Die dreiging wordt evenwel heel erg in balans gehouden door enerzijds de subtiele observaties van Evie en anderzijds de stijl die Cline gebruikt. De genuanceerde manier waarop we de meisjes te zien krijgen en de zelfreflectie van het hoofdpersonage zorgen ervoor dat je als lezer middenin die spannende dans zit. Een dans die zich voordoet tegen een achtergrond die voor jongeren op die leeftijd alleen maar saai kan zijn, maar die meer een wervelwind is dan ze zelf beseffen. Je ziet en begrijpt ook beter hoe je ongemerkt, op die leeftijd, kunt worden meegesleept in iets als een sekte. De schrijfster beschrijft dat alles in een taal die vaak glinstert als kristal. Op bijna elke bladzijde vind je wel een zin of een beeld dat erg mooi is. Soms lijken die beelden misschien wel net iets te mooi. Het zorgt er alleszins voor dat je de warmte van de intense ervaring van de meisjes nog beter voelt, terwijl je tegelijk op de achtergrond ziet hoe het helemaal fout gaat. Die stijl zorgt ook voor een melancholische ondertoon die iets zegt over het personage Evie als oudere vrouw, maar die vooral wijst op de kwaliteit van het schrijven van deze nog zo jonge debutante. De stijl staat centraler in het boek dan de verwijzingen naar de gebeurtenissen rond Charles Manson of dan allerlei referenties naar het tijdskader van 1969.

The Girls is een heel bijzonder boek. Als lezer heb je vaak het gevoel dat je het licht en de broeierige warmte van een zomer kunt voelen en zelfs ruiken. Het voelt als heel vanzelfsprekend aan om zo dicht bij de gevoelswereld van jonge tienermeisjes te komen, en het lijkt logisch dat de volwassen personages leger en saaier of gewoon onbelangrijk zijn. Je ziet waar onontkoombare aantrekkingskracht en gruwel elkaar raken. Emma Cline getuigt met dit boek van een groot inlevingsvermogen in de wereld van jonge meisjes, en ze doet dat met een indrukwekkende taalbeheersing.

Geen opmerkingen: