22 februari 2018

Denken aan Sophie

Het is een bijzondere dag. Eigenlijk. Maar je voelt je heen en weer getrokken. Zoveel dingen die moeten gebeuren, tegen een deadline. Je doet wat je kunt, maar het voelt af en toe alsof het nooit genoeg is.

Je ziet op je scherm dat het 75 jaar geleden is dat Sophie Scholl overleed. En eigenlijk wil je aan haar denken, en aan haar broer Hans. Hun verhaal heeft je intens beroerd, sinds je het leerde kennen, zoveel jaar geleden.

Maar je moet de dag laten bewegen, zoals hij komt.

Je komt thuis, probeer rustig rond te lopen. Rustig het eten maken, rustig eten. Je probeert je erin te oefenen, nadat je de voorbije week soms elk uur bij elkaar moest schrapen om de dingen rond te krijgen die klaar moeten zijn.

En je kijkt naar het journaal. En je ziet die president met zijn foute haar. En je ziet die man van de wapenvereniging.

En je voelt alleen maar walging. Zinderende walging. Je bent zo woest en verward door zoveel absurde weerzinwekkende werkelijkheid dat je met iets zou willen gooien, tegen iets, je weet niet wat en ook niet waartegen. Je beeft, loopt heen en weer.

En die vreselijke vreselijke vreselijke vreselijke man zit daar. Hij ziet op zijn briefje staan dat hij zich blijkbaar begrijpend moet opstellen. En daarna stelt hij rustig voor om de leerkrachten in de klas zelf wapens te geven. En ook al had je het al gehoord eerder die dag, het nog eens moeten zien is onwezenlijk. Het wordt een beetje zwart voor je ogen. Hij is zelfs je misprijzen niet waard.

En dan die andere vreselijke vreselijke man. De baas van de club van de wapenliefhebbers. Het is blijkbaar god zelf die bepaald heeft dat de Amerikanen een wapen mogen of moeten dragen. En als je ingaat tegen god, bestaat de VS niet meer. Of iets in die aard. Het is zo far out dat je het niet kunt vatten.

En je had alleen maar aan Sophie willen denken.

Maar je denkt aan die beelden van die jonge mensen die NEE riepen vorige week. Die jonge meid die de dag na die vreselijke schietpartij de massa toesprak. Al die jonge mensen die riepen. SHAME! SHAME ON YOU!

Shame on you! Je brult het tegen de televisie. Shame on you!

En je wou alleen maar Sophie denken.

Je zag haar verhaal voor het eerst in die film. Die jonge vrouw die ervoor koos om zich niet neer te leggen bij de naziwaanzin. Ze koos voor het verzet door het woord. Voor haar zou je het hoofd willen buigen.

Je herinnert je nog die beelden van hoe ze daar staat voor die brullende rechter.

(Je zoekt het even op, en ziet hoe de rechter aan haar vraagt of ze zich niet schaamt. Ze zegt dat ze zich niet schaamt.)

Haar verhaal zal altijd dicht bij je zijn. Het maakt je nederig en klein. Je voelt je klein tegenover haar moed.

Sommigen zullen cynisch zeggen dat ze naïef was. Haar dood heeft de oorlog niet gestopt. Dat zullen ze zeggen. Daarom zijn ze ook cynisch. Misschien zijn ze bang van de kwetsbaarheid die je bij jezelf moet toelaten als je het verhaal van Sophie hoort. Omdat je je af zult vragen of jij ook de moed zou hebben om te doen wat zij deed.

Ze heeft de oorlog niet gestopt. Maar haar verhaal heeft alle gruwel overleefd. Het gebrul van die vreselijke vreselijke vreselijke rechter glijdt van haar af.

Freiheit. Dat was haar laatste boodschap.

(En hoewel het iets heel anders is, en hoewel het er niet mee te vergelijken is, en hoewel we in een andere tijd leven… Je bent blij als je die verbeten maar moedige jonge mensen ziet die nee zeggen tegen de vanzelfsprekend geworden idiotie van mannen met geweren. Shame on you! Dat roepen ze. En je hoopt dat binnen enkele weken die betoging van de scholieren en studenten zindert, zoals hoop kan zinderen.)

Voor je gaat slapen, als het stil is in het huis, zul je nog altijd denken aan Sophie. Voor haar zul je het hoofd buigen bij het einde van de dag. Zo weet je dat er nog een dag zal volgen.

Geen opmerkingen: