11 mei 2018

Een plek terug naar je toe halen

Soms leven de dingen je, zo lijkt het. Alsof je alleen kunt volgen. Of zoiets.

Een belangrijk dagelijks punt op het lijstje met te doen is het herschikken van het lijstje. Je ziet hoopjes dingen die je zou moeten doen, die je graag zou willen doen, graag rustig zou willen doen. Dingen doen het een na het ander. Het zou een luxe kunnen zijn. Gewoon een ding doen. Niet doorkruist door een ander ding, niet nageroepen door een ander ding. Het zou een luxe zijn.

Sommige systemen, zo zegt men, zijn bedoeld om je leven gemakkelijker te maken. Dat zou best kunnen, zeg je tegen een of andere kosmische instantie. Van sommige systemen zegt men dat ze alles efficiënter zullen maken. Waarom doe je dan twee uur over iets waarvoor je vroeger amper een kwartier nodig had? Het ligt aan jou, ongetwijfeld.

Uiteindelijk heb je toch die etiketten geprint.

Je lichaam begint een interactieve dialoog.

Het is alsof je een plek terug naar je toe zou willen halen. Denkt iets.

Weer een andere dag. Een rijtje kleine dingen doen, het schrapt lekker weg op het lijstje.

Als je het nieuws hoort, over iets wat niet gebeurd is, zucht je.

Een enigszins geladen vergadering. Je legt de woorden voorzichtig op tafel. Het is alsof ze daar blijven liggen, een beetje.

Op de terugweg nog een fijn gesprek. En. Er is blijkbaar een festijn geweest in de stad, een of andere kooporgie of zo? Mensen lopen in dichte drommen over de straat. Misschien was het event zelf zijn diepere zin. Misschien moet je je niet afvragen waar het event inhoudelijk over gaat. Het event is zelf het event. Of zoiets. Gelukkig ben je niet slim genoeg voor het reëel bestaand surrealisme.

Iets in je is bang om in een nachtgat te vallen.

Die plek die je naar je toe zou willen halen, je kunt die zien, denk je.

Na een nacht die langer duurde dan de vorige rammelt je lichaam een beetje. Het wordt evenwel in  geen enkele hemel opgenomen.

Je grootmoeder was altijd meer geïnteresseerd in de mogelijke hemel op aarde dan de hemel in de hemel. Daarover ga je op de fiets een dialoog aan met je lichaam, terwijl je op weg bent naar een afspraak.

Mooie momenten in een fijn gesprek. Iets over dolfijnen. Iets over grijs haar en ogen. Iets over stoïcijns lijken.

Die plek. Misschien heeft die iets met een thuis te maken.

Na het werken aan het eten beginnen. Je krijgt bezoek. De wijn staat koel. Het wordt een mooi gesprek. Iets over de liefde, het zoeken, littekens, veiligheid. En het helen. De woorden nemen je lichaam mee naar de plek, ze brengen je dichterbij.

Bij het wakker worden denken aan een lijstje van dingen die zouden kunnen leiden tot het terug naar je toe halen van een plek. Het huis opruimen. Je kleerkast uitruimen. Al die dingen die eigenlijk echt versleten zijn toch maar weg doen. In een soort droom nieuwe kleren kopen, samen met iemand die alleen maar naar je moet kijken om iets te weten. Misschien zelfs een mooi pak. Verder ook heel veel tijd verliezen. Op het terras zitten en dat boek over de liefde uitlezen. Daarna met iemand bellen over wat je in dat boek gelezen hebt. Die nieuwe cd van Van Morrison op gaan halen. De literaire katern in de krant helemaal, en traag, uitlezen. Je terras in zomerstand zetten, en dus minstens een hoop geraniums gaan halen. En dan ook ineens al die andere planten regelen. (Beseffen dat je ook nog enkele stekjes van je collega zult krijgen, dus toch nog enkele potten overlaten.) En natuurlijk ook een massage die minstens twee uur duurt. Afronden met het schrijven van een mooi stukje en daarna een romantische film die tot een zuiverende tranerigheid aanzet.

Beseffen dat het pleklijstje eigenlijk even reëel is als het andere.

Beseffen dat je niet alle dingen van het pleklijstje zult kunnen doen, in een dag.

Ergens in de namiddag, terwijl je bezig bent met de geraniums op je terras, vaststellen dat je toch wel enkele dingen van dat lijstje hebt gedaan. En voelen hoe de plek weer naar je toe komt.

(Die massage zal voor een andere keer zijn. Stel je vast. Niet voor het eerst.)(Het moet ook wel niet te gek worden natuurlijk.)(Wat zouden de gevolgen zijn anders voor dat stoïcijns imago? Expertise in het uitstellen van genot bouw je niet zomaar op natuurlijk, dat vraagt noeste arbeid.)

De geraniums zeggen je iets.

En als straks die afwas helemaal klaar is, zal die rust ook weerkeren.

Er is nog een beetje ijs over van de vorige avond. En die aardbeien zijn er ook nog.

En als je een stukje schrijft, zul je weer merken hoe de woorden anders voelen. Zachter. Ze wachten tot je weer in hen kunt wonen. Ze omhullen je.

Sommige dingen weet je wel, eigenlijk.

Misschien kun je nog even naar de planten gaan kijken, in de nacht, voor je gaat slapen.

Geen opmerkingen: