30 juli 2019

Memories of the Future

Elk verhaal raakt een ander verhaal, wordt een ander verhaal. Je herinnert je je eigen verhaal (of je denkt dat je dat doet), je maakt je eigen verhaal, je bent je eigen verhaal. Misschien herformuleer je jezelf in de tijd, telkens opnieuw. Je bent het verhaal dat je over jezelf vertelt. En in die identiteit ben je misschien meer onvatbaar en gefragmenteerd dan je zelf zou willen. Een roman die je niet de illusie geeft dat je rechtlijnig en relatief eenduidig een persoon zou kunnen beschrijven die op zich ook relatief omschrijfbaar en aflijnbaar is zal zelf meervoudig en meerlagig zijn. Dat klinkt misschien allemaal nogal abstract en hoogdravend maar in de schitterende sprankelende roman Memories of the Future (vertaald als: Herinneringen aan de toekomst) van de Amerikaanse schrijfster Siri Hustvedt gebeurt het allemaal. In een interview omschreef zij de vorm van dit boek als een soort origami, en dat is eigenlijk wel een interessant beeld.

In zekere zin zou je kunnen zeggen dat dit boek bestaat uit drie boeken (ook te onderscheiden in lettertype. De persoon die het woord neemt, een schrijfster, SH, waarvan je vermoedt dat die enigszins lijkt op Siri Hustvedt, ontdekt bij het opruimen van het appartement van haar moeder een notitieboekje van haar jongere zelf. De schrijfster is ondertussen over de zestig, maar komt via dat schriftje terug terecht in de periode eind van de jaren zeventig. Toen kwam ze als jong meisje uit Minnesota aan in New York. Ze had het aanbod om een jaar later aan de universiteit te beginnen, maar wou eerst nog een jaar zichzelf als artiest ontdekken, voelen of ze een boek kon schrijven en de grote wereld leren kennen. Het derde boek is de aanzet van wat die eerste roman zou gaan worden.

Misschien heb je in het nu veel herinneringen blijkbaar niet meer aan wie je was toen, of kun je je alleszins niet meer verplaatsen naar hoe je toen in het nu was, met de kennis die je toen had, het lichaam dat je toen had. Het lezen van je dagboeknotities van toen haalt jezelf – bijna als een soort andere persoon – naar je toe. Vanuit het standpunt van het nu kun je reflecteren over de werking van het geheugen, de manier hoe je in de loop van je leven tijd ervaart, hoe je dingen herinnert in je hoofd of in je hele lichaam. Die verschillende teksten reageren op elkaar, bewegen zelf. Zo zie je dat die eerste roman in wording zichzelf een beetje vastrijdt en dat het gewicht van de beleving van die jonge vrouw verschuift naar het dagboek.

De jonge vrouw gaat wonen in een klein appartementje. Het is er allemaal een beetje krottig, maar ze voelt zich vrij. Met een groepje gelijkgestemde creatieve zielen verkent ze de grootstad. De hoofdpersonages uit haar boek – een soort experiment dat verwijst naar Sherlock Holmes (SH) – vinden hun weg niet in hun eigen verhaal. Het mannelijke hoofdpersonage wordt overvleugeld door het vrouwelijke personage. Het verhaal in dat boek lijkt zijn eigen noodzakelijkheid niet te vinden. In het echte leven is de jonge vrouw veel meer bezig met de stem van haar buurvrouw. Door de dunne muur hoort ze die buurvrouw in eindeloze tirades bezig. Ze luistert, met een stethoscoop, en probeert de woorden te noteren. Ze hoort een tragisch en mysterieus verhaal waar ze geen greep op krijgt. Wat is waarheid, wat is fictie? Wat is ‘normaal’, wat is min of meer verstoord?

De jonge SH heeft een heel akelige ervaring met een brutale zelfingenomen kerel die haar bijna verkracht. Dat element werkt als een soort catharsis in het boek. Ze maakt kennis met de wereld waarin haar buurvrouw beweegt. Ze gaat naar zichzelf kijken, observeert hoe het trauma werkt in haar lichaam. Ze zoekt naar sporen die haar maakten tot de ‘wachtende’ vrouw die onbewust niet gewapend bleek tegen allerlei vormen van zelfgenoegzame neerbuigende mannelijkheid.

Door de wisselwerking tussen de teksten komen zo thema’s naar boven drijven. De wijze waarop de woorden, de stemmen, de werkelijkheid, de intelligentie, de lichamelijkheid van vrouwen op allerlei manieren wordt gezien als minderwaardig of gevaarlijk of vloeiend wordt zichtbaar. Dat gebeurt niet op een pamflettaire of eendimensionale manier. Je voelt het als lezer in de tekst hoe de woede toeneemt. Je construeert de bewustwording mee. Wat eerst vanzelfsprekend leek, is dat na een tijd niet meer. (Het ene verhaal is een ander verhaal geworden.) Cruciale momenten worden daarbij erg pakkend beschreven. De sluipende onveiligheid en agressie van de aanranding, de vervreemdende vaststelling dat je lichaam bevriest en zijn eigen overlevingsstrategie zoekt schijnbaar los van je redelijke hoofd, die dingen ervaar je heel lichamelijk. De manier waarop SH op een later moment tijdens een etentje een arrogante en pedante man op een vlijmscherpe manier afmaakt met Wittgenstein als een soort filosofische mitrailleur is dan weer hilarisch.

Het boek beweegt tussen genres en registers en perspectieven. Dat wat je zou verwachten als een ‘roman’ vloeit over in filosofische en culturele reflecties die dicht bij een essay komen of bij beschouwingen over de werking van het geheugen. De codes die horen bij wat een dagboek is of wat memoires zouden zijn worden ook in vraag gesteld. Je kunt niet na de feiten ellenlange mono- of dialogen letterlijk reproduceren in een dagboek of in een herinnering. (Wat we voorstellen als een ‘realistisch verslag’ of een ongefilterde weergave is in zekere zin ook een vorm van fictie.) Soms is het de schrijfster SH die spreekt in het nu. Een aantal biografische elementen van de echte Siri Hustvedt lijken overeen te komen met hoe de schrijfster zichzelf omschrijft, maar sommige ook weer niet. Soms hoor je een vertelster, die rechtstreeks de lezer aanspreekt, en zo ook de codes in beeld brengt van hoe literaire verhalende teksten werken. De focus verandert ook constant, soms nauwelijks merkbaar. Van nu naar toen, van ik naar zij. De schrijfster en de vertelster die naar het personage kijken. De personages uit de roman in de roman beginnen mee te spreken in de innerlijke dialoog van de jonge en de oudere SH. Al die dingen gebeuren op een heel subtiele en soms heel speelse manier. Het lijkt alsof de verschillende teksten in het begin van het boek meer gescheiden naast elkaar staan en dat ze naar het einde van het boek meer in elkaar overlopen, naarmate je ook de pulserende kracht van de toenemende kwaadheid voelt.

Siri Hustvedt heeft een immense intellectuele bagage die ze op een sprankelende manier verweeft met zinderend tekstplezier. Als lezer moet je wel elke pagina goed bij de les blijven. In de manier waarop al die kennis verwerkt wordt voel je niet zozeer de drang tot etaleren maar wel iets van een statement dat uit de hele compositie spreekt: een overwinning op allerlei mannelijke strategieën om de vrouwelijke stem te smoren. De grote kracht van Siri Hustvedt is dat ze dat alles doet in een roman die niet zwaar of instrumenteel aanvoelt maar integendeel zorgt voor een permanent leesplezier, bewegend tussen ernstig en diepgaand en vaak ook heel erg grappig. Het is alsof je in zowat elke paragraaf het spel van allerlei tekens en signalen kunt voelen. De vorm van het boek, met de verschillende tekstsoorten, komt helemaal niet geforceerd maar integendeel organisch en in zekere zin ‘echter’ over. Het stukje gekleurd origamipapier krijgt door het vouwen langzaam maar zeker een eigen vorm. Memories of the Future is een heel bijzonder boek.

Geen opmerkingen: