05 december 2020

Een trage meditatie


De paprika heel zorgvuldig in stukjes snijden.

Je ogen sluiten en de woorden in het boek voelen met je vingers.

Kijken naar de knoop tussen je schouders.

Rond middernacht nog verse lakens op het bed leggen.

Je huid ruiken.

Stemoefeningen doen, voor je die opleidingsmodule gaat geven.

Honger hebben, en kijken.

In de kamer staan, het gewicht verschuiven van het ene naar het andere been.

Voelen dat je die dag te lang gewerkt hebt, even wankelen.

Proberen je dagstukje chocolade trager op te eten.

Het brood op het aanrecht ruiken, terwijl je er voorbij loopt.

Kijken naar hoe die vrouw danst in dat filmpje.

Zorgvuldig je knieën buigen, rug recht, terwijl je de zware plant op de terrasvloer zet.

Het temperatuurverschil voelen wanneer je uit de douche stapt, tintelen.

Ergens diep in de nacht kijken naar beelden van verlies, in je lichaam.

Zeggen aan die ene mevrouw hoe dankbaar je bent.

Zorgen dat je elke voetstap voelt en hoort wanneer je de krant uit de brievenbus gaat halen.

De peer voorzichtig schillen en dan opslurpen.

In de winkelstraat naast je fiets lopen en iedereen voorzichtig aankijken.

Vaststellen dat het een suboptimale buikweek is.

De weekendboodschappen op het aanrecht zorgvuldig op hun plek zetten.

Je slapen masseren en kijken naar de tranen.

Denken aan de maan.

Het net uitgelezen boek op die ene stapel gaan leggen.

Zomaar willen rondhangen en tijd verliezen, en het nog niet doen.

Je handen op je buik voelen gloeien.

Wachten tot de ochtend om een mooi antwoord te kunnen schrijven op die berichten.

Getuige zijn van hoe je column zichzelf weer schrijft, en jij alleen maar kunt volgen.

Even alleen maar pijn zijn, en niets doen.

Met je vingers het blad van je werktafel betasten.

Je ogen zien in de spiegel.

De ochtendwekker uitzetten, het is weekend.

Knooppunten in je lichaam voelen zinderen.

Jezelf heen en weer wiegen in je bureaustoel.

De woorden met je potlood heel traag schrijven.

Je oogdruppels als een troost voelen.

De kranten netjes schikken op de tafel.

Denken aan de dood.

Confituur van aardbeien en rabarber, en de herinneringen die naar je toe komen.

Dat hemd, je had het ook aan toen je op de televisie was, voelen.

Net te moe zijn.

De afwas.

Denken aan de nacht die koud zal zijn.

Denken aan de handen van je grootmoeder.

Geen opmerkingen: