Hoe beschrijf je de plek die een familie is? Hoe laat je de wereld daarbuiten al of niet binnenkomen? In het meer dan geweldige Familielexicon van de Italiaanse Natalia Ginzburg (heel erg goed vertaald door Jan van der Haar in de reeks privé-domein) wordt de oefening gedaan via de taal. Het verzamelen en herhalen van manieren van spreken, uitdrukkingen, woorden, omschrijvingen, grappen, beledigingen van een bruisende groep familieleden, dat is het organiserend mechanisme van dit boek dat beweegt tussen roman en autobiografische vertelling. Het is het verhaal van een familie, gezien en georganiseerd door de jongste telg ervan. Op de achtergrond zien we het opkomend fascisme in Italië en de gruwel van de oorlog. Maar het gezichtspunt blijft dat van de jongste dochter die naar haar familie kijkt en daarbij heel veel dingen niet zegt. Wie dit boek oppervlakkig leest, denkt misschien dat het vooral over jeugdherinneringen gaat in een flamboyante familie, met veel ingehouden humor beschreven. Als je beter kijkt, zie je hoe slim de vorm van dit boek is.
Natalia Ginzburg groeit op in een druk gezin, met een Joodse vader en een van oorsprong katholieke moeder. Vader werkt als wetenschapper en is heel aanwezig, met oordelen over alles en iedereen. Het hele gezin moet mee in zijn passies, zoals lange wandeltochten in de bergen. Zijn vrouw is van aard veel opgewekter. De twee lijken de hele tijd te bekvechten, maar kunnen duidelijk ook niet zonder elkaar. Het huis is een kruispunt van ontmoetingen en verhalen. Als lezer volg je wat er gebeurt in de microkosmos die de familie is in de periode voor, tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. De familie woont, na enkele omzwervingen, in Turijn. De wereld daarbuiten verandert. Het Italiaanse fascisme komt op. Mussolini komt, gevolgd door de Duitse bezetting.
Het is fascinerend om de ontwikkelingen in de buitenwereld te zien vanuit de binnenwereld die deze familie is. Je ziet bekende historische figuren verschijnen en weer verdwijnen, bijna anoniem, terwijl je beseft dat ze moeten onderduiken. Bijna laconiek wordt in zeer korte vermeldingen beschreven wat er gebeurt in de buitenwereld. De familie is op een vanzelfsprekende manier antifascistisch. Dat krijg je niet te horen in grote beschouwingen of spannende verhalen. Je hoort uitspraken van vader of moeder, als bijna achteloze commentaren of een zoveelste tirade. Je ziet hoe de kinderen op een bijna ongemerkte manier in het verzet zijn gekomen, en zich dan moeten schikken naar de consequenties, zoals: leven buiten Italië. De vader verliest zijn werk in Turijn, moet ineens naar Luik, wat precies vooral een praktisch probleem is. Familieleden moeten in interne ballingschap.
De grote kracht van dit boek zit niet alleen in de fascinerende en beangstigende gebeurtenissen op zich of in de erg kleurrijke belevenissen van een groep luidruchtige familieleden, maar misschien wel vooral in de vorm ervan. De ik-verteller, die samenvalt met Natalia Ginzburg, vertelt het verhaal van haar familie, maar doet dat niet zomaar met de kennis en de woorden van de volwassen vrouw die terugblikt en ondertussen begrijpt, kan duiden, interpreteren en in- en uit kan zoomen. Ze vertelt wel nadien, maar doet dat schijnbaar met de blik van het kind dat op het moment naar de familierituelen kijkt, en misschien niet altijd kan vatten wat er werkelijk gebeurt (binnen en buiten) en niet weet of kan weten wat er wel en niet gezegd wordt tegen haar.
Ginzburg schrijft geweldig goed, met een heel directe en levendige stijl, zonder al te veel opsmuk. Je wordt er als lezer onmiddellijk in mee getrokken. Het verhaal wordt georganiseerd rond die eindeloze reeks van uitdrukkingen die de verschillende familieleden typeren. Ze zorgen voor ritme in de tekst en voegen ook erg veel liefdevolle humor toe. Het is ongelooflijk knap haar tekst opbouwt. Als lezer geef je je over aan de stroom van de tekst, voel je je gecharmeerd, maar besef je ook dat je jezelf eraan moet herinneren dat er in de buitenwereld die permanent de binnenwereld aanraakt vreselijke dingen gebeuren.
Bij het lezen begin je zo ook steeds beter te zien hoe de ik-verteller Natalia het verhaal organiseert. Dat wil niet zeggen dat ze dingen verzint die niet echt gebeurd zijn, zoals ze zelf zegt in de inleiding. De kleine Natalia was als nakomertje vaak een nauwelijks opgemerkt lid van die drukke familie. Ze lijkt zelf heel weinig te zeggen, wordt ook nauwelijks naar haar mening gevraagd. Ze observeert. Maar zij is het wel die het hele familielexicon bij elkaar puzzelt en daarmee ook organiseert hoe we als lezer de hele familie zien. Ze blijft bij de plek die de familie is, noteert wat er van buiten naar binnen komt. Daarbij valt het op hoe ze over haar eigen geschiedenis soms nauwelijks iets zegt. Dat merk je onder meer bij wat ze vertelt over haar eerste man Leone Ginzburg. Dat ze elkaar leren kennen, kinderen krijgen, dat ze omwille van zijn actieve antifascistisch verzet in interne ballingschap moet, het lijken allemaal dingen die een beetje op de achtergrond gebeuren. Het lijkt soms alsof je meer details krijgt over hoe Natalia’s moeder bezig is met haar kleinkinderen. Dat Leone, na de val van Mussolini teruggekeerd naar Rome daar uiteindelijk door de nazi’s werd doodgemarteld wordt heel erg kort vermeld. Als lezer krijg je te zien wat zij wil dat we zien.
Familielexicon is een heel bijzonder en schitterend boek. Op een onnavolgbare wijze laat Natalia Ginzburg zien hoe een familie een plek een kruispunt is van relaties en interacties tussen de binnen- en de buitenwereld. Die worden georganiseerd via taal. Een lexicon van die taalbewegingen zou een soort handleiding kunnen zijn om het familieverhaal te leren kennen en te decoderen. Het is een herinneringsboek dat – zo zegt de auteur het in de inleiding – moet gelezen worden als een roman. Het is de romancier die via taal organiseert wat we wel en niet te zien krijgen. Via dat verhaal krijg je als lezer tegelijk een unieke inkijk in een erg pijnlijke wrede periode uit de Italiaanse geschiedenis, waarbij de keuze voor de kant van het antifascistisch verzet een vanzelfsprekende positie lijkt. Het frisse en vaak geestige boek laat op een heel eigen manier zien dat je als familie voor die positie ook een zware prijs kunt betalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten