11 augustus 2025

Traagzinnen


Op zoek naar zinnen, kijk je.

Misschien zullen ze komen, als je begint.

De nacht maakte je rusteloos.

Een verhaal blijft haperen, ergens in je.

Kun je in de dag kantelen?

Iets met de vader in je, zou iemand zeggen.

Je weet het niet, je weet het nooit.

Misschien is het een herinnering in je huid.

Aan wat niet was, en is.

Tijd voor nuttige dingen, misschien is dat wat.

Keukenkastjes schoonmaken, het is een oefening.

In universeel falen.

Het is je niet gegund, zegt iemand.

De kranten laten zich rustig lezen.

Je rug legt zich even neer, maar er moet nog iets.

Dat stuk dat je nog moest doen, al zo lang.

(Vooraf lijkt het zo groot, in je hoofd.

Alsof het je zal verlossen.

Niet dus.)

Een beetje anders, zo zal het zijn, telkens.

Je boek wacht.

(Je ziet de onderlaag.)

Je rug vraagt meer.

(Pijn.)

Je wacht.

Er is nog genoeg boek over, het kan nog.

(Het kleine genot, het aanraken van dat boek.)

Op zoek naar zinnen, denk je.

(Waar zouden ze zijn?)

De dingen staan op het vuur.

(Je vertelt iets aan het kleine jongetje.

Ik zal je beschermen.)

Het vindt zich, een beetje.

Misschien zal het zo zijn, is dat wat je kunt verwachten.

(Al weet je nog niet wat te doen.

Of wel.

Ben je al bezig.)

Het is.

Geen opmerkingen: