13 januari 2008

Diary of a Bad Year


Het meest recente boek van J.M. Coetzee, Diary of a Bad Year (in de Nederlandse vertaling Dagboek van een slecht jaar), is in veel opzichten merkwaardig. En dat heeft veel met de vorm te maken. Het boek wordt gepresenteerd als een roman, maar bevat ook een hele reeks essays. Die worden op zich een deel van de roman. Het hoofdpersonage in het boek, met de afkorting JC lijkt wel opvallend veel op Coetzee zelf, of dat denk je toch. Net als de echte Coetzee is deze man uit Zuid-Afrika weggetrokken om in Australië te gaan wonen. Het is een professor, die ook boeken heeft geschreven (er wordt verwezen naar Waiting for the Barbarians), hoewel het romanpersonage ouder is. Wat is dan het statuut van het woord ‘diary’ in de titel? Het antwoord ligt misschien ergens in het spel van alle tekstsoorten door elkaar. Fictie als een spel van ingenieuze verhulling en spiegeleffecten.

De pagina’s van het boek zijn op een speciale manier opgemaakt. In het grootste deel van het boek zijn er telkens drie tekstbalken, gescheiden door een lijn. Zo krijg je verschillende verhalen, verschillende gezichtspunten, en ook verschillende soorten tekst naast elkaar. Naarmate je leest, zie je hoe ze ook door elkaar lopen. Wat eerst een soort versplintering lijkt, blijkt uiteindelijk in zekere zin een coherenter beeld op te leveren dan wanneer het verhaal door één ‘alziende’ verteller zou zijn verteld. Het is trouwens leuk om te zien hoe het personage van de professor-auteur moet bekennen eigenlijk het meest te houden van de klassieke Russische romans, met dat soort vertelautoriteit.

De belangrijkste brok in het eerste deel van het boek (het bovenste deel van de pagina) wordt gevormd door een reeks korte essays. De schrijver in het boek heeft een opdracht gekregen om een bijdrage te leveren aan een boek, met als titel Strong Opinions. We lezen die bijdrage, in de vorm van die korte opiniestukken. Het zijn scherpe intellectuele stukken, onder meer over de oorsprong van de staat, de relatie tussen burger en staat, Machiavelli, terrorisme, de Irak-oorlog, Guantanamo, het slachten van dieren, pedofilie, … Ze zijn uitdagend, soms verstorend, met telkens een sterke argumentatieve opbouw. Je zou dit soort dingen normaal lezen in een tijdschrift, of in een bundel met essays. Maar alleen al het feit dat ze hier in een roman staan, maakt je meteen een beetje achterdochtig. Wie is de werkelijke auteur? Wat willen ze werkelijk zeggen? Hoe ‘stevig’ zijn opinies?

Het verhaal dat in de andere delen van het blad onder deze essays doorloopt, geeft de essays echter meteen een context, in een verhaal dus. In de wasruimte van het gebouw waar hij woont, ziet de schrijver de aantrekkelijke jonge vrouw Anya. Het is duidelijk dat hij zich fysiek aangetrokken voelt tot haar. Hij vraagt haar of ze zijn manuscript wil uittikken. In de middelste tekstbalk kijken we door zijn ogen, in de onderste door de hare. Hij doet zijn best zich als een gentleman voor te doen, zij heeft meteen door welk effect haar lichaamsvormen op hem hebben. Het derde personage, de vriend van Anya, is Alan. Hij is een financiële consultant die beleggingsadviezen geeft, en blijkbaar ook allerlei financiële constructies opzet.

Naarmate het werk aan het boek vordert, neemt Anya een actieve positie in tegenover de man die zij Señor C noemt. Ze wijst hem erop dat zijn teksten te academisch zijn, en dat hij eigenlijk ver van de echte wereld leeft. Hij kent het echte leven niet, en eigenlijk zou het veel interessanter zijn volgens haar als hij zou schrijven over echt interessante dingen, of over zijn emoties. Hij voelt zich nog steeds aangetrokken door haar. Misschien is zijn houding aanvankelijk nog een beetje paternalistisch, na een tijdje voel je dat haar opmerkingen hem aan het twijfelen brengen. Wat is haar werkelijke rol? Is ze een typiste, of is ze echt een redactrice, zoals hij uiteindelijk tegen haar zegt? In haar reacties, die erg direct zijn, haalt ze regelmatig zijn nauwkeurig opgebouwde morele redeneringen onderuit. Zo wordt er uitgebreid ingegaan op de discussie over de schaamte en oneer die volgen uit de manier waarop Amerikanen en Australiërs zich gedragen in de ‘War on Terror’. Hoe functioneert collectieve schuld? Hoe straalt oneer af op een gemeenschap, en hoe ga je daarmee om? Zolang hij binnen zijn stap voor stap opgebouwde redeneringen blijft, kan hij een moeilijk aanvechtbare stelling neerzetten. Als zij hem in een heel ander discours bevraagt en uitdaagt, kan hij die reacties niet zomaar naast zich neerleggen.

De aantrekkingskracht en wisselwerking tussen beiden kan niet de afstand in leeftijd en mentale wereld overbruggen. Er komt een kortsluiting. Op dat moment schuift het personage van Alan meer naar voren. Hij blijkt een financieel ‘plan’ te hebben met het geld van de professor, en reageert als een zielig haantje op de manier waarop zijn vriendin zich toch goed is gaan voelen bij haar Señor C. Het zal ertoe leiden dat Anya en Alan uit elkaar gaan.

Het tweede deel van het boek (Second Diary) bevat opnieuw een reeks korte essays, maar dit keer niet zozeer over politieke onderwerpen, maar wel over dingen als dromen, ouder worden, de literaire klassiekers, de beroemde foto over de kus van Robert Doisneau, de erotiek, J.S. Bach, … Daarmee is JC ingegaan op de vraag van Anya. In deze stukken voel je een andere toon, een ander soort zuurstof. Uit de tekstfragmenten leren we het verdere verloop van het verhaal tussen de drie personages kennen. Alan blijkt in zijn hanig gedrag en cynisch liberaal wereldbeeld de meest eenzame. Anya woont nu in een andere stad, maar voelt hoe de schrijver een heel belangrijke rol in haar leven heeft gespeeld. Ze heeft op haar manier moreel gehandeld. In een ander leven, met andere leeftijden, zouden zij en hij een koppel geworden zijn. De omhelzing bij hun afscheid is een van de ontroerendste momenten uit het boek. Hoewel ze geen van beiden uit zichzelf kunnen ontsnappen, hebben ze elkaars leven veranderd.

De manier waarop Coetzee die verschillende teksten naast en door elkaar laat werken is fascinerend. De stelligheid van een doorwrocht opiniestuk wordt gerelativeerd door de plaatsing tegenover een andere tekstsoort en ook een andere tijd/werkelijkheid. Misschien is het verschil tussen een essay en een literair beschreven romance enkel gradueel. De auteur Coetzee lijkt in dat alles tegelijk hard en ook humoristisch. Zelf meteen je eigen ‘strong opinions’ ondergraven en een spel spelen met een fictief romanpersonage dat dezelfde naam draagt als de auteur kan gezien worden als een vorm van zelfkritiek of existentiële twijfel. Tegelijk is het ook een vorm van humoristische zelfrelativering die zo mee vorm geeft aan een ontroerend verhaal van een oudere, wat wereldvreemde man, die nooit helemaal kan ontsnappen uit zijn eigen terughoudendheid, en een jonge vrouw, die midden in het leven staat en zoekt naar oprechtheid. Diary of a Bad Year is een erg mooi boek.

Geen opmerkingen: